Het zijn veelbelovende dertigers binnen de creatieve wereld. Gedreven, talentvol, eigenzinnig en ambitieus. Ze kiezen een eigen pad, experimenteren en zoeken de samenwerking met de industrie. Dit is de 40e en laatste aflevering van de design-serie in ArchitectuurNL. Annebet Philips (1981) sluit de rij glansrijk af met haar grafische ontwerpen waarmee ze je uitdaagt op een andere manier naar producten te kijken.
Meubels met een geschilderde omkadering
Ze zouden best uit een graphic novel kunnen zijn gestapt, de banken en fauteuils met een geschilderde omkadering. Alsof iemand met een zwarte marker een keurige lijn om het wit van de stof van de meubels heeft getrokken. In werkelijkheid zijn het echte meubels die precies passen bij Annebet Philips’ speelse manier van ontwerpen. Ze laat zich vaak inspireren door archetypische vormen. Ze verwerkt humor en heldere grafische lijnen in haar voor iedereen herkenbare producten, maar doordat ze die een twist meegeeft, verrast ze je telkens weer. ‘Ik stimuleer je om op een net iets andere manier te denken en naar alledaagse ontwerpen te kijken.’
De meest creatieve studie gekozen
Haar weg en keuzes zijn vaak net even anders. Sinds haar jeugd knutselt Philips, maakt ze dingen zelf. ‘Eigenlijk heb ik gekozen wat ik altijd al wilde’, zegt ze, ‘door aan de universiteit de meest creatieve studie te zoeken: Industrieel Ontwerpen aan de Technische Universiteit Delft.’ Hier studeerde ze in 2007 cum laude af. Ondanks dat ze er een gedegen technische basis legde, zoals ze zelf zegt, is ze geen typische Delftontwerper. ‘Ik ben niet bang om te experimenteren, om andere materialen uit te proberen. Daarnaast spelen vormgeving en concept bij mij een grotere rol dan techniek en functie. Ook ben ik nooit geïnteresseerd geweest om na mijn studie koffiezetapparaten en auto’s te gaan ontwerpen.’ Ze startte niet meteen een eigen studio, dat was pas in 2013 nadat ze een jaar eerder voor het eerst naar Milaan ging en daar haar Knooplamp presenteerde. Ze deed ervaring op bij het ontwerpen voor merken en zich binnen verscheidene disciplines te begeven zoals conceptdesign, fashiondesign en winkelinterieur. Dit deed ze aanvankelijk voor modemerken zoals Scotch & Soda, Gsus en Tommy Hilfiger.
Interieurproducten onder eigen naam
Inmiddels verdeelt ze vanuit haar Amsterdamse studio haar werk fiftyfifty. Enerzijds ontwerpt ze interieurproducten onder eigen naam, die hun weg vinden naar galeries als de Frozen Fountain in Amsterdam, Mint Londen, maar ook naar collecties van het Nederlandse meubelbedrijf Montis en de Italiaanse merken Mogg en Seletti. De andere vijftig procent besteed ze aan freelance opdrachten voor uiteenlopende bedrijven zoals het Nederlandse upcoming verlichtingsmerk Tonone en online warenhuis Wehkamp. ‘Ik hou van werken binnen twee verschillende werelden: met één been sta ik in de conceptuele wereld met de Dutch Design Week en de Milan Design Week, en met mijn andere been in de meer commerciële wereld’, zegt ze. Die laatste omgeving werkt anders, het gaat om betaalbare producten voor een brede doelgroep die bijvoorbeeld in fabrieken in Azië worden geproduceerd. Het is in die zin erg interessant om ook na te denken over productie-efficiënt werken, verpakkingen en om ook bij deze producten te kijken hoe het nèt iets anders kan. Daarbij biedt de vastigheid van die opdrachten de mogelijkheid ook vrij werk te maken. Voor dat vrije werk zoekt ze zelf de samenwerking op. Vaak komt die voort uit opgedane contacten tijdens beurzen als de Milan Design Week, de Dutch Design Week in Eindhoven en Object Rotterdam.
Samenwerken met merken
Het is leerzaam vindt ze, het samenwerken met merken. Ze ontwerpt eerst zelf, maakt de eerste modellen en samples en past indien nodig het prototype aan voordat het ontwerp in grotere aantallen in productie wordt genomen. Ze selecteert de stof en de kleur met de eindgebruiker in gedachten, een consument die niet te gek, en het liefst zwart, wit of grijs wil, is haar ervaring. Dat neemt niet weg dat je de consument ook kan opvoeden, langzaamaan iets gedurfder kan ontwerpen. ‘Trouwens, ik hou zelf erg van zwart-wit’ zei ze met een knipoog. Ze produceert niet zelf. ‘Dat wil ik nadrukkelijk niet. Daar zijn bedrijven veel beter in. Bovendien kost het enorm veel tijd om in je eentje zaken als verpakkingen, distributie, retourzendingen, en marketing te organiseren, terwijl ik liever tijd steek in doen wat ik leuk vind.’ Veel van haar ontwerpen komen – zonder oneerbiedig te zijn – met knutselwerk tot stand. De stof voor de Couch on Canvas maakt ze op de naaimachine, daarna schildert ze de lijnen. De Paper & Tape, een unieke kroonluchter, maakt ze met de hand van gerecycled karton en tape die ze vervolgens met epoxy bewerkt. En de Bugie Table, waarvan de poten door het tafelblad heen steken en transformeren in kandelaars, heeft ze eerst van resthout gemaakt.
Nieuw licht op het bekende
Het zijn allemaal voorbeelden van haar herkenbare grafische stijl met altijd die twist. Zo geven de wat betreft vormen en afmetingen identieke poten en kandelaars de Bugie Table een herkenbare en tegelijkertijd nieuwe vorm. Ook I like it. What is it? van kleurig of gestreept gebreid en opgevuld materiaal, is misschien niet meteen herkenbaar als lamp, maar de dikke slierten nodigen wel meteen uit om deze te knopen zoals jij wil. Zo kun je de kroonluchter naar je hand zetten en deze in feite herontwerpen tot een nieuw uniek design: een eigen zacht gebreide octopus met ledverlichting.
Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 4 van 2019
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.