Gebouwen die ik supergaaf vindt hebben allemaal wat gemeen: de constructie en techniek is uitdagend en het liefst heel duidelijk zichtbaar. Mijn constructeursbloed en voorliefde voor techniek nemen duidelijk de overhand als ik ga bedenken welke gebouwen ik supergaaf vindt.
Glazen entree van het Van Gogh Museum
Verschillende gebouwen passeerden de revue toen ik hierna gevraagd werd. Zo vind ik het G-star Raw hoofdkantoor aan de snelweg in Amsterdam altijd mooi om te zien, maar ook Unilever Rotterdam wekt mijn interesse. Ook de combinatie oud met nieuw vind ik blijkbaar fijn: de LocHal in Tilburg vind ik van binnen daarom dan weer een fantastische plek: de combinatie van een robuuste oude constructie met een hip nieuw interieur. Maar op dit moment is de transparante glazen entree van het Van Gogh museum in Amsterdam mijn favoriet. Helaas heb ik niet aan dit gebouw mogen werken. Het was al voor mijn tijd bij Octatube constructief berekend.
Entree van Gogh Museum
Mooi aan de entree is dat je bij dit deel van het gebouw de techniek zowel van binnen als vanuit buiten enorm goed ziet. Zij is duidelijk aanwezig en zichtbaar vanwege het gebruik van glas. Dankzij het gebruik van low-iron glas, heeft het glas een extra transparante ‘kleur’. Glas wordt in dit gebouw naast gevel- en dakpaneel ook nog op meerdere manieren constructief ingezet en dat is nou net wat het technisch erg interessant maakt: het wordt ook ingezet als draagconstructie in de vorm van liggers of stabiliteitselementen.
Staalconstructie
De glazen dakpanelen liggen op enorm lange glazen dakvinnen: de langste is wel 12 meter! Deze vinnen dragen de belasting die op de dakpanelen komt af naar de eveneens zichtbare staalconstructie. Naast deze belastingafdracht, stabiliseren de vinnen de staalconstructie.
Glazen gevelpanelen
De glazen gevelpanelen dragen hun belasting af naar verticale glazen vinnen, die ook weer zijn gekoppeld aan deze stalen hoofdconstructie. Daarbij komt nog dat het gevelglas koud gebogen is: vlak geproduceerd en in zijn gebogen vorm geduwd op de bouw. De combinatie van koud gebogen glas wat ondersteund is door glazen vinnen is uniek.
Supergaaf om de trap op en af te lopen
Als je het museum inloopt, komen er nog een paar interessante dingen naar voren. Je betreed het gebouw via de glazen entree. Je loopt naar binnen onder een horizontaal uitkragende glazen plaat door – weer een spannend detail – die dient als luifel. Vervolgens daal je via een glazen trap af naar het museum beneden. Deze glazen trap is ook weer een interessant stukje techniek: de treden worden ondersteund door een stalen ligger die op zijn beurt ook weer op een glazen boogspant ligt. Ook hier wordt glas dus constructief ingezet. Supergaaf om te bekijken en om die trap op en af te lopen.
Glazen entree
Als laatste mag de omgeving van de glazen entree natuurlijk ook niet vergeten worden: het Rijksmuseum op de achtergrond geeft een mooi contrast tussen oud en nieuw en de ruimte die eromheen is vanwege het Museumplein geeft het gebouw de aandacht die het verdient. De technische en moderne uitstraling wordt hierdoor wat mij betreft alleen nog maar meer benadrukt!
Tekst: Peter de Winter
Fotografie: Ruud Dilling
Dit artikel is gepubliceerd in Bouwwereld nummer 9 van 2019 in de rubriek Supergaaf. Hierin is een bouwprofessional aan het woord over zijn of haar favoriete gebouw of interieur
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.