Wat vindt professioneel architectuurfotograaf Ronald Tilleman een supergaaf gebouw. Lees het hier.
Architectuurfotograaf
Laat ik beginnen met te zeggen dat mijn favoriete gebouw uitkiezen moeilijk was”, begint architectuurfotograaf Ronald Tilleman zijn verhaal. “Er zijn veel gebouwen in Nederland die gaaf zijn op hun eigen manier. Ik heb in mijn professionele leven uiteraard meer dan één mooi gebouw voor m’n lens gehad. Ik had ook The Edge aan de Zuidas als duurzaamste kantoor van de wereld kunnen kiezen, maar het werd toch Voorlinden in Wassenaar. Dit museum is ontworpen door Dirk Jan Postel van bureau Kraaijvanger. Ik ken het gebouw goed omdat ik het voor verschillende opdrachtgevers fotografeerde en ik ben er bijzonder van gecharmeerd geraakt. Het is misschien niet het meest spectaculaire gebouw van Nederland, maar in al zijn bescheidenheid wel een heel bijzondere creatie.”
Museum Voorlinden
“Een kwaliteit van Voorlinden is dat het een ontzettend groot, indrukwekkend maar elegant gebouw is, dat in het landschap waarin het staat niet eens zo opvalt. Ondanks het volume oogt het licht. Maar het allermooiste is de verregaande mate van detaillering. Alles klopt en de maatvoering is nagenoeg perfect. Je ziet nergens halve vloerlatjes of tegeltjes. Daarin zie je de zorgvuldigheid van het ontwerp terug. Wie zo kan detailleren, verstaat zijn vak.”
Installaties onzichtbaar weggewerkt
“Of neem de installaties. Deze zijn onzichtbaar in de wanden weggewerkt, inclusief de bordjes die wijzen naar de nooduitgang. Die zijn achter het stucwerk verborgen en worden alleen zichtbaar in geval van nood. Waanzinnig goed ook is het dak met zijn honderden pijpjes, waardoor er altijd een mooi egaal noorderlicht valt in de zalen. In de plafonds is onopvallende ledverlichting opgenomen. Als bij bewolkt weer de hoeveelheid daglicht tegenvalt, gaat die aan zodat de kunstwerken in alle zalen optimaal tot hun recht blijven komen.” “Behalve dat Voorlinden qua volume supergroot is, oogt het met zijn ranke kolommen en grote glaswanden toch heel subtiel. Maar bovenal ‘voelt’ het gebouw heel fijn. Je ziet dat het een prachtig vormgegeven museum is met een soort ingetogen schoonheid. Daardoor laat het gebouw alle ruimte aan de kunst. Voorlinden is heel goed in balans op dat vlak. Dat spreekt me erg aan. Maar ook de zichtlijnen zijn goed gelukt.
Bij binnenkomst heb je bijvoorbeeld direct zicht op de vijverpartij en het park aan de overkant. Dat zijn dingen die ik als erg prettig ervaar als ik in en rondom Voorlinden loop.” “Vergelijk je dit museum met bijvoorbeeld het Guggenheim in Bilbao van Frank Gehry, een heel uitbundig, dominant gebouw, dan bestaat er geen grotere tegenstelling. Toch vind ik dat allebei de gebouwen het op hun plek uitstekend doen. Bilbao had Guggenheim als gebaar nodig om überhaupt bezoekers te trekken. De stad is dolblij met zo’n uitgesproken museum, omdat het de toeristenmagneet is die nodig was. Voor Voorlinden geldt omgekeerd hetzelfde. Het museum is een bescheiden gebaar en gaat, in tegenstelling tot Guggenheim, perfect op in het omringende landschap en is toch ook een magneet. De kunst wordt er door duizenden bezoekers per jaar uitbundig gevierd. Een Gehry – hoe bijzonder ook – was volkomen misplaatst geweest in de Wassenaarse duinen.”
Tekst: Peter de Winter
Fotografie: Ronald Tilleman
Dit artikel is gepubliceerd in Bouwwereld nummer 2 van 2020 in de rubriek Supergaaf. Hierin is een bouwprofessional aan het woord over zijn of haar favoriete gebouw of interieur
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.