Iedere keer dat een nieuwe regering wordt geïnstalleerd, is de vraag wat deze doet met de lopende wetgevingsprocedures. In dit geval is de nieuwe regering “oude wijn in nieuwe zakken”. Dezelfde politieke partijen op andere ministerposten. Nu minister De Jonge nu aan het roer staat van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is toch met spanning gekeken naar of hij een andere visie heeft op de invoering dan zijn voorgangster. Minister Ollongren was als zijn voorgangster een voorstander van een snelle invoering.
Uit zijn brief van 1 februari 2022 blijkt dat ook De Jonge een snelle invoering wil: of 1 oktober 2022 of 1 januari 2023. Zeker, hij houdt niet meer vast aan een invoering op 1 juli 2022. Maar gelet op de kritiek op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) vanuit de Eerste Kamer had hij ook ervoor kunnen kiezen om vooralsnog in het geheel geen nieuwe inwerkingtredingsdatum te noemen. In de plaats daarvan schrijft hij een korte en daadkrachtige brief.
De brief van 1 februari 2022
Minister De Jonge heeft in zijn brief van 1 februari 2022 het volgende aan de Tweede Kamer geschreven:
“Omdat ik de Omgevingswet op een verantwoorde manier wil invoeren, zal ik niet vasthouden aan de invoeringsdatum van 1 juli 2022. Het is immers belangrijk dat de dienstverlening aan inwoners en bedrijven niet in het geding komt en dat gebiedsontwikkeling ongehinderd doorgang kan hebben.
Daarom zal ik de komende weken, samen met de bestuurlijke partners, bezien welke datum verantwoord is om de Omgevingswet in werking te laten treden. Afhankelijk van de uitkomsten zal ik besluiten of de beoogde invoeringsdatum 1 oktober 2022 of 1 januari 2023 zal worden. Zodra dit duidelijk is, zal het ontwerp van het Koninklijk Besluit (KB) worden aangeboden aan beide Kamers. Daarover kan dan in beide Kamers het debat worden gevoerd, zodat er tijdig duidelijkheid is over de invoeringsdatum voor de uitvoeringspraktijk.”
Die ochtend had De Jonge nog de Eerste Kamer gesproken over een mogelijke inwerkingtredingsdatum. Niet voor niets, nu de Eerste Kamer de maatgevende stem heeft wanneer de Omgevingswet in werking treedt. Zonder instemming met zijn inwerkingtredingsbesluit treedt de Omgevingswet niet in werking.
Ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
De politieke keuze is gemaakt om de Omgevingswet en de Wkb gelijktijdig in werking te laten treden. Zeer begrijpelijk. Anders zou de bouw met twee grote wijzigingen achter elkaar worden opgeschept.
Niettemin heeft De Jonge het in zijn brief van 1 februari 2022 alleen over de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Vermoedelijk omdat de Kamers der Staten-Generaal uitdrukkelijk een voorhang van het inwerkingstredingsbesluit voor de Omgevingswet hebben bedongen. Tijdens een spoeddebat op 13 januari 2021 heeft minister Ollongren nog bij hoog en laag aan de Eerste Kamer beloofd de Omgevingswet niet in te voeren zonder dat de Eerste Kamer instemt met een inwerkingstredingsbesluit.
Overigens heeft de Eerste Kamer over de band van de voorhangprocedure van het Besluit kwaliteitsborging voor het bouwen (Bkb) reeds discussie met Ollongren gevoerd over de inwerkingtreding van het stelsel van kwaliteitsborging. Zo vroeg de Eerste Kamer zich af of er wel voldoende private kwaliteitsborgers zijn. En of voldoende is geoefend in proefprojecten.
Hoe nu verder
Op 23 november 2021 stemde de Eerste Kamer in met de afronding van de voorhang van het Bkb. Daarmee is de nieuwe bouwregelgeving voltooid. Het Bkb dient binnenkort in het Staatsblad te worden gepubliceerd.
Minister De Jonge zal de komende tijd overleggen met bestuurlijke partners zoals de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over de nieuwe inwerkingtredingsdatum. Dat wordt dus of 1 oktober 2022 of 1 januari 2023. Daarna verzendt hij het inwerkingtredingsbesluit aan de Kamers der Staten-Generaal. Eerder ging het gerucht de ronde dat in april van dit jaar het inwerkingtredingsbesluit wordt gepubliceerd, waarmee er een definitieve inwerkingtredingsdatum is.
Nu het gaat om de grootste wijzigingen in (onder meer) de bouwregelgeving ooit zou zeer wenselijk zijn dat in april dan eindelijk duidelijkheid komt. Dit zal de voorbereiding verder bespoedigen. Het gaat natuurlijk niet om welke datum het niet wordt, maar om welke datum het wel wordt. Aan De Jonge zal het in ieder geval niet liggen. Hij wil nu een snelle invoering.
Tekst: mr. dr. ing. Peter de Haan, advocaat-partner PDH Advocatuur.
Openingsfoto Binnenhof: Jacqueline Knudsen
![Columnist Peter de Haan](https://www.architectuur.nl/wp-content/uploads/2022/02/peter-de-haan-1024x683.jpg)
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.