Meditatiecentrum in een watertoren Delft

Meditatiecentrum in een watertoren Delft

Project
Door: Redactie ArchitectuurNL | 25-04-2008

Projectgegevens

ProjectarchitectenAna Rocha, Michel Tombal, Paul Ketelaars
ProjectteamTjerk Boom, Volker Goldstein, Iwona Wozniakowska, Enrique Otero Neira, Enrique Abad Monllor
OpdrachtgeverAnne-Marie Wegh en Werner Bremer
HoofdaannemerZeelenberg’s Timmerwinkel, Delft
Adviseur constructieSoeters bouwtechniek, Papendrecht
Adviseurs installaties Reno, Delft en Aad Valkenburg, Delft
Start bouw Februari 2007
OpleveringDecember 2007
Bruto vloeroppervlakte 400m²
Bruto inhoud1900 m³ (reservoir 600 m³)
Stalen trapconstructie Las-Metaalbedrijf Bitter, Delft
TekstAnka van Voorthuijsen
Foto’sChristian Richters

Nederland heeft zo’n 175 drinkwatertorens, waarvan minder dan een kwart nog daadwerkelijk in gebruik is. Steeds meer torens verliezen hun oorspronkelijke functie en krijgen een nieuwe bestemming. De watertoren van Delft krijgt een tweede leven als waterwinkel, meditatiecentrum en horecagelegenheid. Deze watertoren is het eerste opgeleverde project van Rocha Tombal en vormt een prachtig visitekaartje.

De watertoren van Delft is met haar 29 meter van flinke afstand al zichtbaar: een romantisch aandoend bouwwerk in neorenaissancestijl, bekroond met kantelen, dat zich te midden van fotogeniek groen aan de rand van het historische stadscentrum bevindt.

De toren werd in 1895 opgeleverd, en is een ontwerp van gemeentearchitect M.A.C. Hartman. Sinds 1996 is de toren niet meer in gebruik. In 2005 verwierven de huidige eigenaars de toren voor het symbolische bedrag van 1 euro, naar aanleiding van hun inzending voor de ontwikkelingsprijsvraag waarin de gemeente Delft een plan vroeg voor een nieuwe functie van de toren.

Tientallen voormalige watertorens elders in Nederland, kregen de laatste jaren al een nieuwe bestemming: ondermeer als woning, kantoor, kinderdagverblijf, museum en restaurant. Bijna altijd is de functiewijziging ergens aan de buitenkant zichtbaar, veelal door nieuw toegevoegde ramen of een extra opbouw. De watertoren van Delft vormt hierop een uitzondering.

Architectenbureau Rocha Tombal liet het baksteen casco schoonmaken en van nieuw voegwerk voorzien, maar liet de buitenkant verder ongemoeid. Binnen deden ze een indrukwekkende, monumentale ingreep die het oorspronkelijke casco volledig in zijn waarde laat en de toren tegelijkertijd interessanter én groter heeft gemaakt.

De ervaringen van andere watertoren-metamorfoses waren voor de architecten van weinig nut. De torens zijn zowel van binnen als van buiten bijna allemaal verschillend, ze hebben een verschillende diameter en vaak ontbreekt het waterreservoir, dat in Delft nog wel aanwezig is. In de Delftse toren was brandveiligheid bovendien een belangrijk item, vanwege de toekomstige publieke functie.

De constructie van deze toren bestaat uit metselwerk en stalen balken. Het water bevond zich vroeger in het uitkragende gedeelte, in een zogeheten Intze-II-reservoir, een geklonken stalen bak (inhoud 600 kubieke meter) met een dubbel gewelfde bodem, die met een ringvormige goot op de toren rust. De taps toelopende toren had oorspronkelijk een smalle steile wenteltrap, en ook rondom het reservoir, in de claustrofobische tussenruimte tussen het reservoir en de buitenmuur, slingerde zich een stalen trappetje, zodat inspecties van het waterreservoir mogelijk waren. In die benauwde tussenruimte kwam overigens wel daglicht, door de ramen die hoog in de bakstenen toren zitten.

Om de toren een openbaar karakter te geven moest er vooral worden gewerkt aan de toegankelijkheid van het gebouw. De bestaande wenteltrappen en houten trappen voldeden absoluut niet.

Wit labyrint
De architecten introduceerden een indrukwekkend object, waarin het trappenhuis werd opgeborgen en dat tevens als brandcompartiment dienst doet, zodat aan het bouwbesluit wordt voldaan. Het nieuwe element is volledig wit en vormt daarmee een sterk contrast met het bestaande bakstenen casco. Architect Ana Rocha spreekt zelf van een labyrint. Bezoekers komen, als ze het witte object binnengaan, in een soort doolhof terecht waarin ze, als ze doorzetten, alle geheimen van de toren kunnen ontsluieren. Een bijna meditatieve ervaring, ook door de uitgekiende belichting en daarmee een fraaie metafoor voor het toekomstige gebruik van de toren als meditatiecentrum. De kleur wit refereert natuurlijk ook aan puur, een welkome associatie bij de waterwinkel die op de begane grond zit.

Daar is de oorspronkelijke functie van het gebouw het meest zichtbaar: door de nog aanwezige ijzeren buizen, de fraaie houten watermeter en hoge ronde muren. Een in 1908 toegevoegde betonnen tussenvloer scheidt dit deel van de tweede zone, waarin zich boven elkaar twee multifunctionele ruimtes bevinden die als meditatieruimte/trouwzaal/cursuslocatie dienst gaan doen. Het bovenste deel van de toren herbergt het waterreservoir, daarin bevindt zich nu een horecagelegenheid, die gehuurd kan worden voor feesten en presentaties.

Het nieuw toegevoegde object herbergt alle nieuw ingebrachte elementen zoals trappen, verlichting, zalen en de − onzichtbaar weggewerkte − installaties. Door de orthogonale vorm en het kleur- en materiaalgebruik ontstaat een sterk contrast met het oorspronkelijke casco. Het nieuwe gladde, glimmende, witte, lichte element gaat de confrontatie aan met het zware bakstenen monument. Het trappenhuis lijkt bijna los te staan van het casco: de verbindingen zijn onzichtbaar en slimme verlichting versterkt de suggestie dat het nieuwe object bijna zweeft in de bakstenen toren.

Het trappenhuis bestaat uit drie zeer verschillende delen, die allen compleet wit zijn: van vloer tot aan traptreden en plafonds. In de onderste zone wordt de scherpe hoekigheid van het nieuwe element benadrukt, maar zorgen drie nieuw geplaatste ramen (‘ogen’) ervoor dat je tijdens het klimmen steeds een goed zicht hebt op de waterwinkel en de bakstenen ronde muren van de toren.

In het tweede deel loop je als het ware door een ronde buis, en passeer je de twee zalen die hun aanwezigheid slechts verraden door een zeer laag geplaatst raam en twee eveneens spierwitte deuren. Eventuele huurders hebben geen visueel contact met bezoekers die de zalen passeren om hoger te komen. Bestaande ramen in de bakstenen buitengevel zijn in de witte buis opengemaakt zodat daglichtinval gewaarborgd is. Een nieuw toegevoegde vloer zorgt voor extra vierkante meters, een begrijpelijke wens van de nieuwe eigenaren.

Stalen waterreservoir
Het eind van het labyrint voert naar de onderkant van het waterreservoir, dat ook helemaal wit is geverfd. Hier bevinden zich de sanitaire ruimtes (met glazen dak, zodat de onderkant van het vat zichtbaar is). Wie nog verder klimt, komt ook daadwerkelijk ín het voormalige reservoir terecht, dat voor een deel gevuld is met beton om een nieuwe vloer te stutten.

In het reservoir is een nieuwe ruimte ontstaan, waarbij de gigantische aan elkaar geklonken stalen wanden van het reservoir de muren vormen. Waar vroeger miljoenen liters water lagen opgeslagen, staan nu tafels en stoelen en een barmeubel. Ter plaatse van de ramen in de buitenste bakstenen schil van de toren, die van binnen nooit zichtbaar waren omdat daar de wanden van het reservoir zaten, zijn uit het staal openingen gesneden, zodat er overvloedig daglicht binnenstroomt. Deze ruimte en het dakterras erboven bieden rondom een fantastisch uitzicht op Delft.

     

Gerelateerd

Tags:

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.