Het voormalige manegegebouw aan het Wilhelminaveld leek de ideale locatie voor het nieuwe poppodium van Bergen op Zoom. Maar op geen enkele manier viel het programma van eisen in het gebouw te passen. Totdat werd besloten de vloer anderhalve meter uit te graven, op dat moment viel alles op zijn plaats.
Bezoekers hebben die ingreep nauwelijks in de gaten, maar dat is niet erg aldus Peter Versseput: ‘De kracht ligt in wát je maakt, niet in hoe je dat doet.’
De voormalige militaire manege is een rijksmonument en ligt op steenworp van het centrum. Gebouw T onderscheidt zich door het optimale gebruik van de monumentale ruimte en het creëren van persoonlijke, intieme sfeer zonder concessies te doen aan de functionele eisen. Architect Versseput heeft secuur en efficiënt moeten omspringen met de vierkante meters. Een lastige bouwkundige ingreep in dit opzicht was het inpassen van twee lagen voor het balkongedeelte in de zaal en de foyerruimten. Hiervoor is inpandig anderhalve meter ontgraven. Het uiteindelijke effect is een zaal waar artiest en publiek uitgenodigd worden tot interactie, zoals in Paradiso in Amsterdam. Het poppodium is een muzikale ontmoetingsplaats die geschikt is voor optredens van regionale, nationale en internationale bands. De zaal is ontworpen voor ruim zeshonderd bezoekers. De foyerruimte op de eerste verdieping is bovendien geschikt gemaakt voor spontane jamsessies.
De architect heeft in een vroeg stadium Event Acoustics bij het ontwerpproces betrokken zodat akoestiek, verlichting en theaterinstallaties volledig geïntegreerd zijn. De zaal voldoet hierdoor aan hoogwaardige normen en is zowel een muzikale sensatie als een ideale leerplek. De opleiding Geluidstechniek van het ROC Zoomvliet, die ook in het pand gevestigd is, heeft opnamestudio’s die in directe verbinding met de zaal staan.
Door de aanwezigheid van het ROC is er veel geïnvesteerd in de techniek en is het volgens de architect eigenlijk een beetje ‘over de top’. Zeker voor een stad als Bergen op Zoom is er hoog ingestoken met de nieuwste, professionele apparatuur.
Spartaans poppodium
Het centrum heeft een Spartaanse en stoere uitstraling. Het interieur is verfijnd, gedetailleerd en uitgewerkt met eerlijke materialen als staal, beton en houten wandbeplating. De blikvanger van het gebouw is de nieuwe luifel die het gebouw een nieuw gezicht geeft. De insnijdingen in de kopgevel onder de uitnodigende luifel bieden zicht op de levendigheid in de daarachter gelegen foyerruimten. Het poppodium manifesteert zich hierdoor tevens overdag naast de bekende activiteiten ’s avonds.
De enige andere ingreep die van buiten zichtbaar is, zijn de ramen in het dak die zorgen voor daglicht op de verdiepingen. Lange smalle insnijdingen die eigenlijk nauwelijks opvallen.
De kassa bij de ingang is volgens de architect maar tijdelijk, hij verwacht dat binnen afzienbare tijd kaartjes alleen nog met mobiele telefoons verkocht zullen worden. De bezoekers gaan vervolgens een trap af naar de foyer. Het gebouw is strak symmetrisch maar de trap wijkt daarvan af, die staat haaks op de zijwand van de zaal die om akoestische redenen schuin is gezet.
De zaal is de bekende doos-in-doos constructie, maar wat opvalt in de zaal is dat het geen black box is, in tegenstelling tot veel andere Nederlandse poppodia. Daardoor is het er licht en ziet het er zelfs een beetje chique uit.
Op de tweede verdieping zijn een achttal kantoren gemaakt, deels voor eigen gebruik, deels voor de verhuur.
Robuust jongerencentrum
De achterkant van het gebouw biedt ruimte aan het nieuwe jongerenontmoetingscentrum. Doelstelling van het JOC is dat jongeren elkaar ontmoeten en samen activiteiten ontwikkelen, de eigen inbreng van de jongeren staat voorop. Het ontwerp moet jongeren uitdagen tot het ontwikkelen van activiteiten. Geen voorgekauwd programma, maar eigen initiatieven staan voorop, Als architect kun je dat natuurlijk niet afdwingen, maar wel stimuleren in het ontwerp.
Het JOC heeft een energieke uitstraling en robuuste, slijtvaste materialen. De architect heeft ook het meubilair ontworpen waardoor de ruimtes een herkenbaar en integer geheel zijn geworden.