Ook een Rijksbouwmeester moet dromen hebben

Ook een Rijksbouwmeester moet dromen hebben

Interview
Door: Peter de Winter | 30-11-2011

Rijksbouwmeester Frits van Dongen vindt dat hij nog te kort in functie is om nu al een mission statement te ventileren over de stand van zaken wat rijksopdrachten en architecten betreft. Ook wil hij nog niet precies uiteenzetten welke doelen hem als Rijksbouwmeester voor ogen staan en hoe hij ze naar middelen gaat vertalen. Het is wat hem betreft nog even aftasten, luisteren en veel gesprekken voeren.

Wat hij afgelopen weken in verband met zijn nieuwe functie al wel gedaan heeft, is de notitieblokjes verzamelen waarin hij de afgelopen jaren zijn gedachten over het vak en haar voortbrengselen noteerde. Vaak losse ideeën en notities over zaken die hij als architect niet in de hand had of kon beïnvloeden.

Nu hij als Rijksbouwmeester de scepter zwaait, hoopt hij althans een deel van die gedachtespinsels in concrete daden en beleid te kunnen omzetten. Komende tijd wil hij in elk geval de notitieblokjes verder doorlezen en de notities ordenen, rangschikken en op waarde schatten.

De juiste man

Van Dongen: “Toen bekend werd dat ik Rijksbouwmeester zou worden, kreeg ik van alle kanten felicitaties en gelukwensen. Ook die heb ik bewaard en op een stapel gelegd. Verrassend was dat de meeste mensen schreven dat ze zich geen beter kandidaat konden voorstellen: de juiste man op het juiste moment; dat is wat we nodig hebben; iemand die weet van woningbouw, stedenbouw en van knokken voor het vak. Proficiat! Ik kreeg slechts één verhaal dat vol scepsis zat. Iemand schreef dat ze geen betere kandidaat hadden kunnen benoemen, maar hij wilde toch het een en ander met me bespreken. Toen volgde ruim anderhalf kantje kritische kanttekeningen. Die heb ik uiteraard zorgvuldig gelezen en waar nodig ter harte genomen.

Van Dongen-doctrine?

De Rijksbouwmeester ambieert beslist geen Van Dongen-doctrine. “Wat ik wel zou willen, is de traditionele rol van Rijksbouwmeester in ere herstellen. Wat ik daarmee bedoel? Ik was vorige week in Enschede en daar is door de oude Gijsbert Friedhoff,  een van de vorige Rijksbouwmeesters [1946-1957], het stadhuis gebouwd. Dat is een prachtig gebouw met de mooiste toren die ik ooit gezien heb in Nederland. Aan dat gebouw zie je de rol die de architect ooit vervulde. Het gebouw, het meubilair, de plinten, de armaturen, alles heeft die man ontworpen. Dat is een werkwijze die ons architecten niet meer gegund is. Toch zou het mooi zijn als elke Rijksbouwmeester om zijn periode te markeren minstens één rijksgebouw kon neerzetten waarvoor hij alles mocht ontwerpen. Per slot van rekening kan je jezelf in eigen werk pas maximaal uitdrukken. Je begrijpt dat ik vind dat je als architect, maar ook als Rijksbouwmeester, dromen moet hebben en koesteren. Ik zal het er toch eens met Donner over hebben.”

De integrale tekst van dit interview staat in ArchitectuurNL #07. Klik hier voor een gratis kennismakingsexemplaar.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.