Zoals iedere studentenstad is er ook in Delft een tekort aan huisvesting. Dat is altijd al wel zo geweest maar met de sterke groei van het aantal studenten is het steeds nijpender geworden. De nieuwe studentenhuisvesting van DeZwarteHond is weliswaar een druppel op de gloeiende plaat, het is wel een fraaie druppel.
Was de Delftse TU vroeger nog een plaats waar alleen gestudeerd werd, nu wonen er steeds meer studenten op het TU-terrein, dat zo langzamerhand een heuse campus begint te worden.
In 2005 won DeZwarteHond een prijsvraag voor dit gebouw op een lastige locatie. De drukke Kruithuisweg ligt vlakbij en er is sprake van strikte stedenbouwkundige voorwaarden liggen ten grondslag aan de oriëntatie, het volume en de markante vorm van de gevel.
Het gebouw staat naast de studententorens van Cees Reijers uit 1997(BOUW 1998/6), maar waar die evenwijdig aan de weg staan, staat dit nieuwe complex er juist dwars op, over het water heen. Grote uitdaging was verder een goede oplossing voor de enorme hoeveelheid fietsen, zowel opdrachtgever als gemeente eisten een goede oplossing. Tussen het water en de straat is daarom gekozen voor een grote verdiepte fietsenstalling die van beide zijden ontsloten wordt.
De opvallende gevel met zaagtandvorm is een direct gevolg van de liggen. De zaagtanden zijn erkers met aan de zuidzijde een dove gevel tegen het verkeerslawaai, aan de noordzijde een gevel die open kan. Bijkomend voordeel is dat de bewoners een rianter uitzicht hebben dan bij een vlakke gevel. Zoals de architect het zegt: ‘De ingenieurs in spe met inzicht hebben nu ook een prachtig uitzicht’.
Sociale contacten
Omdat tegenwoordig vooral zelfstandige woonruimtes de voorkeur hebben, vanwege de huurtoeslag, en dit ook de vraag van de opdrachtgever was, vroeg de architect zich af hoe hij een meerwaarde aan dit grootschalige project kon toevoegen.
Op elke verdieping worden de studentenwoningen door een gezamenlijke ontmoetingszone ontsloten, een flink brede gang. Deze gangen zijn door vides aan de kopgevel en trappen in het midden door het hele gebouw met elkaar verbonden. In deze binnenwereld kan ontmoeting en contact tussen de studenten vanzelf ontstaan. Hiermee is een essentieel kenmerk van studentenhuisvesting, sociale contacten en de uitwisseling van kennis, toch mogelijk gemaakt.
Iedere verdieping bestaat uit een flink aantal eenpersoonskamers, alleen de koppen van het gebouw zijn anders, hier zitten de tweepersoons eenheden en een paar kleinere groepswoningen. Omdat veel studenten tegenwoordig uit het buitenland komen is in de ingangshal een tegelmozaiek van een wereldkaar gemaakt.
De hoogte van het gebouw refereert overigens aan de hoogte van het inmiddels voormalige bouwkundegebouw, dat er tijdens de ontwerpfase nog gewoon stond.