Projectgegevens
Projectarchitect | Ir. A.J. van Stigt |
---|---|
Projectteam | Gerard van Schalkwijk, Sibren Hoekstra, Lucien de Gier |
Opdrachtgever | Stadsherstel Amsterdam NV |
Hoofdaannemer | Bouwbedrijf MJ de Nijs & Zonen, Warmenhuizen |
Adviseur constructie | Van Rossum Raadgevende Ingenieurs, Amsterdam |
Adviseur installaties | Hiensch Engineering, Badhoevedorp |
Adviseur bouwfysica en akoestiek | Peutz, Zoetermeer |
Adviseur bouwmanagement en bouwkosten | Architectenbureau J. van Stigt |
Binnenhuisarchitect | Heren 5 architecten en NL architects |
Start bouw | Maart 2005 |
Oplevering | September 2006 |
Bruto vloeroppervlakte | 6.224 m2, netto 4.730 m2 |
Bruto inhoud | 19.600 m3 |
Programma | kantoren, 1 grote en 2 kleine zalen t.b.v. theater en tv-studio’s, horeca, facilitaire ruimten, kleedkamers, technische werkplaatsen |
Totale stichtingskosten | € 9.600.000 excl. BTW |
Bouwsom | € 7.800.000 incl. installaties (€ 1.550.000), excl. inrichting en BTW |
Tekst | Paul Groenendijk |
Foto’s | Ernest Annyas |
Op 26 september 2006 werd cultureel centrum pakhuis De Zwijger feestelijk geopend. Door de renovatie kreeg de lange lijdensweg voor dit industriële monument uiteindelijk een happy end. Het kloeke koelpakhuis aan de Oostelijke Handelskade uit 1934 is een bouwtechnisch en constructief hoogstandje. De renovatie behelst allereerst het constructief herstel van het gebouw, dat door de aanleg van een weg dwars er doorheen ernstig werd aangetast. De nieuwe culturele functie van het gebouw sluit aan bij de afgelopen periode, waarin het gekraakte gebouw door musici en beeldend kunstenaars werd gebruikt.
Pakhuis De Zwijger is tussen 1933 en 1934 gebouwd in opdracht van de NV Blaauwhoedenveem-Vriesseveem naar ontwerp van architect Jan de Bie Leuveling Tjeenk en constructeur K. Bakker. Het pakhuis werd gebruikt als koelhuis voor bederfelijke producten. Het inwendige van het gebouw van 28 bij 33 meter bestond uit zes verdiepingen met vrij indeelbare ruimte met alleen de karakteristieke paddestoelkolommen. De bovenste verdieping is voorzien van een grote shedkap. Het gebouw kraagt aan de zuid- en de oostzijde vier meter uit. Belangrijkste ingreep van de architect is het terugleggen van de bovenste verdieping zodat het gebouw minder topzwaar oogt. Verder is de buitengevel op verzoek van de opdrachtgever in baksteen uitgevoerd, waarbij het blokverband het niet-dragende karakter moet benadrukken. De baksteen buitenwand vormde de bekisting voor een betonnen gevelwand, die aan de binnenzijde weer met drijfsteen was bekleed. De noordgevel aan de IJ-kant bestaat vooral uit reeksen laaddeuren. In de zuidgevel zijn twee stroken laaddeuren en verder kleine vierkante ramen aangebracht; de oostgevel is geheel gesloten en voorzien van negen zandstenen platen met de namen van plaatsen waar de maatschappij kantoren had.
Tunnel door het gebouw
Het gebouw stond ingeklemd tussen andere pakhuizen en kwam pas door de sloop van de meeste omringende gebouwen goed in het zicht te liggen. Aanvankelijk zou ook dit gebouw worden gesloopt. In het stedenbouwkundige plan voor het Oostelijk Havengebied was hier een brug gepland, de in 2000 gebouwde Jan Schaeferbrug van Venhoeven c.s, waarvan de weg dwars door het gebouw loopt. Door tussenkomst van het Cuypersgenootschap en de activiteiten van Stichting De Zwijger en Stadsherstel Amsterdam NV kreeg het gebouw de status van rijksmonument. Voor de renovatie tot cultureel centrum werd André van Stigt benaderd, die veel ervaring heeft met complexe restauraties van zowel twintigste-eeuwse objecten als pakhuizen.
De aanleg van een tunnel van 13 bij 18 meter door het gebouw betekende een zware aanslag op het constructieve schema. Civiel ingenieur Bakker had een ingenieus evenwicht voor de betonconstructie ontworpen. De uitkragingen worden verzorgd door een combinatie van kolom en console. Door de twee uitkragingen te verbinden door trekbanden in de betonvloer van de tweede verdieping, ontstaat een evenwicht. Dit principe werkt alleen bij gelijkmatige belasting, wat bij een pakhuis zelden het geval is. Daarom is de gevel aan één zijde doorgetrokken naar de kelder en vormen wanden en vloeren een doos die de stabiliteit van het gebouw verzekert.
Oorspronkelijk krachtenspel hersteld
Door de tunnel werd het krachtenspel van het gebouw op de onderste lagen volledig verstoord. Bovenin het gebouw werd een stalen hangconstructie aangebracht, waaraan het boven de weg gelegen gedeelte werd gehangen. Bij de renovatie is deze noodconstructie weer verwijderd en is getracht het oorspronkelijke krachtenspel zoveel mogelijk te herstellen. Door boven de weg een drie verdiepingen hoge zaal te leggen konden zware vloeren en kolommen worden verwijderd en werd de fundering ontlast. Het bleek verder mogelijk met voorspankabels op de vloer boven de weg het oude krachtenspel terug te brengen. Verder zijn er trekstangen aangebracht op de derde verdieping en is boven de weg aan de IJ-zijde een dubbele stalen 15 meter hoge vakwerkligger geplaatst.
Bij al deze constructieve ingrepen valt de architectonische renovatie bijna in het niet. In het interieur zijn de kolossale paddestoelkolommen de meest pregnante elementen gebleven. Soms staan ze vrij in de ruimte en een andere keer zijn ze opgenomen in een tussenwand. Ze zijn altijd voorzien van standaard lampen die de kolomkop beschijnen. Bovenin het gebouw vormt het betonnen sheddak een bijzonder constructief en architectonisch element. Het dak is zichtbaar gebleven in de twee hoogste kantoren. Onder het hoogste deel in het kantoor aan de noordkant is een insteekverdieping aangebracht.
Creatieve broedplaats
In het gebouw zijn diverse culturele functies ondergebracht. De Zwijger, warehouse for media and culture, heeft een grote zaal voor 350 personen, twee kleinere zalen voor respectievelijk 150 en 100 personen met bijbehorende horecafaciliteiten en foyers. Kleedkamers en technische en facilitaire ruimtes zijn geconcentreerd in de smalle zone aan de westkant van de tunnel. Verder bevat het gebouw 5000 vierkante meter kantoor- en studioruimte. In het gebouw zijn verschillende creatieve bedrijven en culturele instellingen gevestigd. 25% van de kantoorruimte heeft een zgn. broedplaats- of ontwikkelfunctie met een gereduceerde huurprijs.
In het gebouw zijn twee aparte verkeerscircuits. De openbare functies liggen aan een ruim trappenhuis met lift, dat tot de vijfde verdieping doorloopt. Een tweede bescheiden trappenhuis met lift bedient de kantoren. Trappenhuizen en binnenwanden zijn afwijkend van de robuuste betonconstructie in hout uitgevoerd. Bij de vloeren is een houten opdekvloer op een stalen constructie geplaatst. De betonnen plafonds zijn met ruw pleisterwerk afgewerkt.
Aan de oostkant van de tunnel is een café-restaurant gekomen. Op de begane grond en eerste verdieping zijn de gevels geopend en royaal van glas voorzien. In de beide hoofdgevels zijn de stroken met laaddeuren ingevuld met glas. De karakteristieke houten deuren zijn als luiken gehandhaafd.