Verbouwing Remonstrantse Kerk Groningen

Verbouwing Remonstrantse Kerk Groningen

Project
Door: Redactie ArchitectuurNL | 03-05-2007

Projectgegevens

OntwerpMoriko Kira
ProjectteamOlivier Langejan, Yasuyo Matsuda, Sven Spierings, Ulrika Wachtmeister
OpdrachtgeverStichting Der Aa-kerk Groningen
ProjectcoördinatieStichting Oude Groninger Kerken
HoofdaannemerJurriëns Noord, Groningen
Adviseur constructieIngenieursbureau Dijkhuis, Groningen
Adviseur installaties, bouwfysica en akoestiek Adviesbureau van der Weele, Groningen
Bouwkundig Adviseur Adviesburo van der Plas, Groningen
TuinarchitectGovert Visser, Schiedam
Kleurhistorisch onderzoekVeltman en Veltman, Groningen
Grafisch ontwerperShin Akiyama (Schtücco), Tokio
Start bouwdecember 2004
Opleveringdecember 2005
Bruto vloeroppervlak 1895 m2
Bruto inhoud6300 m3 (exclusief zolder)

Leveranciers
Pendule verlichtingen Flos, Milaan
Glas St. Gobain, Tiel
Orgel Mense Ruiter orgelmakers, Zuidwolde
Stoffering kosterswoning Ruys interieurs, Zeist
Kantoormeubels Kuipers Groep, Zwolle
Kerkzaalstoelen Oving, Assen
Lift All-in liften, Alphen aan de Rijn
TekstIris Knapen
Foto'sOmke Oudeman

De Stichting Oude Groninger Kerken verwierf in 2004 de Remonstrantse Kerk in Groningen. Aan architect Moriko Kira de taak om er een multifunctioneel gebouw van te maken met handhaving van de oorspronkelijke kerkfunctie. Ze is erin geslaagd op vloeiende wijze drie functies te combineren en heeft met eigentijdse architectuur de tamelijk harde trekken van de vroegere kerk verzacht.

De kerk is gebouwd in 1883 naar een ontwerp in eclectische stijl van architect Raamaker. In 1928 en 1967 werd het interieur ingrijpend verbouwd. Eerst in art deco stijl, later in een strakke modernistische stijl. Anno 2004 voldeed het interieur niet meer. Bovendien moest door het dalende ledental van de Remonstrantse Gemeente naar andere functies worden gezocht, wilde het gebouw in de toekomst haar bestaansrecht behouden.

Gecombineerde functies
Moriko Kira kreeg de opdracht om de kerkfunctie te combineren met een kantoor- en verhuurfunctie. Dit betekende dat de sfeer van de kerk behouden moest blijven. De Stichting Oude Groninger Kerken zou er haar bureau vestigen en daarnaast zouden diverse ruimtes, ook die van de bijbehorende kosterswoning, in de toekomst worden verhuurd. Besloten werd de façade terug te brengen in oorspronkelijke staat. Dit gebeurde onder leiding van bouwkundige Jur Bekooy die het project vanuit de stichting begeleidde. De voorgevel inclusief de originele kleurstelling, de natuurstenen trappen en het hekwerk werden hersteld.

Nieuwbouw
Omdat drie functies moesten worden verenigd, werd aan de rechterzijde van de kerk een nieuwe entree ontworpen. Zo hoefde de oorspronkelijke structuur niet te worden aangetast en ontstond de benodigde extra ruimte. Het trappenhuis, de lift alsmede het sanitair en de ingang voor mindervaliden werden hierin ondergebracht.
Aangezien de kerkfaçade zich kenmerkt door een strenge symmetrie en monumentaliteit, zou een entree die daar ook maar enigszins op zou lijken het geheel alleen maar afzwakken. Daarom koos Moriko Kira voor een contrasterend vorm- en materiaalgebruik. De nieuwe structuur is gebogen en lichtdoorlatend. Hierdoor staan beide gebouwdelen op zichzelf, maar versterken elkaar tegelijkertijd ook. Het schuine dak spiegelt de helling van het oude dak.
Het interieur van het entreegebouw is helder en overzichtelijk. Daglicht stroomt rondom naar binnen. Ogenschijnlijk zwevende vloeren, betonnen trappen, witte wanden en glazen toegangsdeuren dragen bij aan de lichtheid van de structuur. Plafonds zijn afgewerkt met een houten beplating die, samen met de stijlen van de gevel, warmte toevoegt. De plafonds boven de trappen lopen schuin mee, zodat de overgangen ook optisch vloeiend verlopen. Helemaal boven is de ruimte onder het schuine dak een sensatie op zich.

Hybride vorm
Het entreegebouw is opgetrokken uit staal, beton, hout en glas. De eigentijdse vorm en de materialen plaatsen het nadrukkelijk in het hier en nu en symboliseren de veranderende functie van het gebouw. Het kerkgebouw zelf wordt daarmee een hybride overgangsvorm tussen de eigentijdse entree en de kosterswoning, die zo veel mogelijk is teruggebracht in de staat van 1906.
Deze hybride vorm komt voort uit de combinatie van de oude façade en structuur met het nieuwe interieur. Het oude interieur werd volledig gestript. De twee galerijen rondom zijn verbreed, zodat langs de gevels de kantoorruimtes konden worden ondergebracht. Deze zijn van de hoge centrale ruimte afgeschermd door transparante scheidingswanden, waarin het materiaalgebruik van de entree terugkomt: glas en hout. De ritmiek van de houten stijlen draagt sterk bij aan de expressie van de gehele kerkruimte. De routing naar de kantoren verloopt aan de binnenzijde van de galerijen die nadrukkelijk functioneren als open verbindingszones. Dichte balustrades ontnemen vanaf de begane grond het zicht op de bedrijvigheid, terwijl vanuit de kantoren de betrokkenheid met de kerk in stand blijft. De enkele keren dat er diensten tijdens kantooruren plaatsvinden, maakt het personeel gebruik van een tweede doorgangsroute. Deze loopt aan de achterzijde van de ruimtes langs de gevel.
Aan de oude entreezijde zijn aan weerszijden van de toegang in de kerkzaal rechthoekige volumes geplaatst. Tijdens kerkdiensten zijn deze gesloten en vallen zij nauwelijks op door hun neutrale vorm en kleur. In pauzes en bij verhuur van de ruimte kan in de open fleurige volumes eten en drinken worden uitgeserveerd.

Zacht
Bijzonder aan de kerk is dat Moriko Kira er niet alleen in is geslaagd op vloeiende wijze drie functies te combineren, maar dat zij daarnaast met eigentijdse architectuur de tamelijk harde trekken van de vroegere kerk heeft weten te verzachten. Dit valt als eerste op in het exterieur waar het afgeronde, zachte en transparante entreegebouw een fraai tegenwicht vormt voor de gesloten symmetrische oudbouw. Dezelfde combinatie kenmerkt ook het interieur. Het veelvuldig gebruik van pleisterwerk is enerzijds zakelijk maar geeft de ruimte anderzijds sculpturaliteit, terwijl de grondvorm symmetrisch en rechthoekig is. De gesloten gestucte balustrades maken de overgang van open naar gesloten tastbaar en het wit gestucte gekoofde plafond is door middel van eigentijdse kroonluchters optisch verlaagd, zodat de kerkruimte intiemer wordt. De houten stijlen geven de ruimte warmte en expressie. Het meest concreet wordt de ruimte verzacht in de achterwand. Deze is vervaardigd van op frame gespannen stof. De harde vormen van de aandachtssculptuur worden hier afgezwakt door het terugliggend op het doek te bevestigen. De wand lijkt daardoor licht gehold en vormt de zachte afsluiting van de belangrijkste kijkrichting in de kerk.

Bibliotheek
In de bibliotheek komt een aantal historische elementen samen. De gietijzeren zuilen maakten oorspronkelijk deel uit van de zaal maar gingen decennia schuil achter ombouwen. Door ze naar de voorzijde te verplaatsen, vormen ze samen met de originele vensters van de façade en de oorspronkelijke houten trap een ruimte – voorzien van entresol – die het historisch besef doet opborrelen.

Kosterswoning
De kosterswoning is zo veel mogelijk teruggebracht in de oorspronkelijke staat. Elke kamer heeft een andere kleur en in de overgangszones tussen de kerk en de woning is de hand van de architect herkenbaar: strak, licht en eigentijds.

     

Gerelateerd

Tags:

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.