Half verstopt in een terp, met een simpel silhouet, gedempte kleuren, de hoeken strak weggedetailleerd, is het gebouw dat Bierman Henket architecten naast de monumentale Keyserkerk in Middenbeemster ontwierp, een kunststukje in terughoudendheid. Door toevoeging van het gebouw kan de kerk nu voor meer functies worden gebruikt en is de Keyserkerk nieuw leven ingeblazen. Dat de kerk inmiddels weer volop leeft is al gebleken rond kerstmis, toen er niet alleen veel diensten maar ook een groot aantal concerten is gehouden.
Oog voor detail
Eindeloos hebben Hubert Jan Henket en Janneke Bierman gestudeerd op de deur die de oude Keyserkerk (Hendrick de Keyser, 1623) verbindt met de naastgelegen Beemster Keyser, zoals de kerkgemeenschap het door hen ontworpen bijgebouw heeft gedoopt. Want dit is niet zomaar een deur. Dit is de deur die de overgang markeert tussen de monumentale, in renaissancestijl opgetrokken kerk en de nieuwe, moderne uitbreiding. De deur die de wereld van orgelmuziek en glas-in-loodlicht verbindt met de foyer waar koffie en cake wordt geserveerd. En dan moest hij ook nog zestig minuten brandwerend zijn, automatisch gestuurd en voorzien van de benodigde sloten.
Uiteindelijk is gekozen voor een eikenhouten deur, die er noch antiek noch gloednieuw uitziet. Hij oogt op het eerste gezicht net als de oude deuren in de kerk. Pas bij nadere beschouwing zie je dat de planken van vers hout zijn en niet hol en profile zoals de oude, maar plat. Van al de benodigde techniek zie je niets, die is keurig weggewerkt achter het hout. Het bestaande is uiterst subtiel met het nieuwe verenigd.
Ingetogen uitbreiding
Die deur is exemplarisch voor de zorgvuldige manier waarop Bierman Henket architecten te werk is gegaan bij het ontwerpen van dit bijgebouw. Een ‘moderne schuur’ zoals je er tegenwoordig zo veel ziet. Op het eerste gezicht niets opmerkelijks, ware het niet dat hij naast zo’n bijzonder bouwwerk staat. De hervormde kerk in Middenbeemster is namelijk ontworpen door Hendrick de Keyser, maakt deel uit van het UNESCO-werelderfgoed van de Beemster en beschikt bovendien over een fraai orgel en een geweldige akoestiek.
Maar net als bij zoveel andere godshuizen was het gebruik een probleem. Er was geen wc; na de dienst stonden de mensen in rijen voor het schuurtje naast de kerk. Voor een kop koffie was men aangewezen op de keuken in de nabijgelegen kosterij. Met de eisen en wensen van de moderne tijd werd het steeds lastiger om evenementen op poten te zetten, waarvan de inkomsten nodig zijn omdat de restauratie van de kerk handenvol geld kost.
In veel gevallen zie je dat de kerkgemeenschap uiteindelijk kiest om te verkassen naar een nieuw gebouw. De oude kerk verliest dan zijn functie en wordt omgebouwd tot woongebouw, kantoor of zelfs supermarkt. Als er tenminste een geïnteresseerde ontwikkelaar is; er zijn de afgelopen jaren ook heel wat kerken gesloopt omdat er geen bestemming voor gevonden werd.
Gemeenschapshuis in boerenschuur
Met de Keyserkerk zou het zo’n vaart niet zijn gelopen omdat het hier om een Rijksmonument gaat. Maar het is dankzij de nieuwbouw dat het kerkgenootschap ervoor heeft gekozen om te blijven en het gebouw voortaan te gebruiken als een gemeenschapshuis. Naast kerkelijke diensten zullen er voortaan tentoonstellingen, bijeenkomsten en concerten georganiseerd worden en ook de muziekschool gaat gebruik maken van de nieuwe ruimten.
Het bescheiden bijgebouw krijgt daarmee een grote betekenis voor Middenbeemster. Maar de architecten mochten dat niet laten zien; terughoudendheid was gewenst naast zo’n kwetsbaar monument. De Rijksdienst voor Monumenten vereiste verder een modern ontwerp (dus niet neotraditionalistisch) dat duidelijk als uitbreiding herkenbaar is. En ondertussen groeide het programma tot ruim 550 m2. Zo werd de schijnbaar eenvoudige opgave nog knap lastig.
Bierman Henket heeft veel ervaring met het bouwen bij monumenten. Het bureau ontwierp onder anderen de nieuwbouw aan het Teylers museum in Haarlem met zijn markante houten kolommen en de blob op het dak van museum De Fundatie in Zwolle, momenteel in aanbouw. Spannende combinaties tussen oud en nieuw. Zoiets zou voor Middenbeemster teveel zijn geweest. De architecten hebben terecht gekozen voor een ingetogen ontwerp dat zo min mogelijk de aandacht van de kerk afleidt. Om de omvang van het bijgebouw te camoufleren is het deels ingegraven in de terp; zo oogt het veel kleiner dan het is.
Op dit souterrain is, in de sfeer van de Beemsterboerderijen, een ‘schuur’ met zadeldak ontworpen met een basement van natuursteen, een middendeel van glas en staal en een dak van hout en leisteen – net als het kerkdak. Alles in dezelfde donkergrijze kleur. Het ritme van de stalen kolommen volgt dat van de bakstenen penanten in de zijgevel van de kerk. Veel aandacht is ook besteed aan de messcherpe detaillering van dak en gevel. Precies door deze – door de aannemer fraai uitgevoerde – details verkrijgt het geheel de gewenste neutraliteit.
Razend knappe architectuur
Nu het gebouwtje er staat, lijkt het allemaal heel simpel en juist dat maakt het razend knap. Want kijk even verderop en je ziet hoe een dergelijke opgave jammerlijk kan mislukken. Daar bouwde Blanca architecten een seniorencomplex. Ook met zadeldaken, ook met leien en hout, maar samengebracht in een plompe compositie met schreeuwerige gevels.
Niet zo vreemd dus dat de inwoners van Middenbeemster huiverig was voor nieuwbouw naast de geliefde kerk. Sommigen waren tegen nieuwbouw an sich; voor hen was het een principiële kwestie dat er niet naast de kerk gebouwd zou worden. Anderen hadden twijfels over de hoogte en het moderne uiterlijk van het bijgebouw. Achteraf kun je zeggen dat dat ‘much ado about nothing’ was, want gezien vanaf de hoofdweg valt het gebouwtje nauwelijks op.
Ook binnen hebben de architecten een hoge mate van abstractie nagestreefd. De hal, de glazen foyer en de lokalen op de eerste en souterrainverdieping, afgewerkt met wit stucwerk, warm hout en donkere vloeren, stralen dezelfde neutraliteit uit als de gevels van het gebouw. Het zijn eenvoudige ruimten, in de eerste plaats (multi)functioneel van opzet, de levendigheid moet van de mensen komen. Maar door de vernuftige manier waarop zaken als verlichting, beamer en ventilatieroosters in de plafonds, achter het houtwerk en in inbouwkasten zijn weggewerkt, hebben deze ruimten toch een zekere allure. Hierin zie je wederom het oog voor detail van de architect, de belangrijkste kwaliteit van dit project.
Tekst: Kirsten Hannema
Fotografie: René de Wit
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.