Verborgen stadsgezichten

Verborgen stadsgezichten

Door: Redactie ArchitectuurNL | 23-09-2014

Binnen de vesting van Monnickendam staan de bakstenen panden strak in het gelid. Achter de statige gevels van de hoofdstraten liggen de erven met een variëteit aan schuren en houten loodsen. Ze zijn te bereiken via een netwerk van smalle stegen en straatjes. Een tweede, verborgen stadsgezicht. Aan het Weezenland transformeerde de Maatschap voor Architectuur en Projectontwikkeling een bouwvallige meubelmakerij in een complex met gescheiden voor- en achterhuizen die recht doen aan Monnickendams verborgen stadsgezicht.

Wie een ontwerp maakt voor een locatie in een historische binnenstad, stuit op het dilemma van de mate waarin je het ontwerp aanpast aan de bestaande omgeving. Er zijn doorgaans twee oplossingen. Aan de ene kant is er het historiserende bouwen, anderzijds is er de compromisloze architectuur van avantgardistische architecten. Buurtbewoners weten doorgaans wel te kiezen, een nieuw gebouw moet liefst zo min mogelijk opvallen. Dat levert vaak een directe kopie van de omgeving op. Niemand die merkt dat er iets nieuws is gebouwd. Maar ging dat in vroegere tijden ook zo? Toen de Hollandse steden nog bestonden uit houten gotische huizen, kwam er een moment dat de architecten, weer thuis na een reis in Italië met hun schetsboeken vol architectuur, de renaissancestijl introduceerden. Die sloeg aan en het latere Hollandse classicisme werd de norm. En hoe zou de reactie van buurtbewoners geweest zijn op het negentiende-eeuwse naaiatelier van architect Hamer aan de Keizersgracht in Amsterdam? Met als vernieuwend element het staal in de gevel, waardoor de ramen groot uitgevoerd konden worden voor het benodigde daglicht. Het pand week sterk af van de classicistische gevels van de grachten, maar we vinden het thans één van de mooiste van allemaal.

Kritisch regionalisme

Begin jaren ’80 constateerden Alexander Tzonis en Liane Lefaivre, beiden hoogleraar in de architectuur aan de TU Delft, een tendens in de architectuur die zij kritisch regionalisme noemden. Met deze naam doelen zij op een architectuurstroming die zich tegen de wereldwijd uniforme beeldentaal van het modernisme richt, door elementen uit de lokale architectuur toe te passen. Hiermee wordt gestreefd naar een progressieve, regiogebonden architectuur, waarmee bevolkingsgroepen hun culturele identiteit behouden. Het kritisch regionalisme heeft geen vaststaande stijlkenmerken. Algemeen kenmerk van de stroming is dat zij progressieve aspecten van moderne architectuur wil toepassen en tegelijkertijd zoekt naar een binding met de context. In tegenstelling tot het traditionalisme, dat bouwstijlen uit het verleden kopieert, worden bij het kritisch regionalisme lokale bouwtradities op vernieuwende wijze toegepast in een hedendaags vormgegeven architectuur. Regiogebonden elementen als klimaat, flora en fauna, materialen, kleuren en licht worden hierbij gebruikt. Het kritisch regionalisme betreft een eigentijdse, plaatsgebonden architectuur die opgaat in de omgeving.

Referenties naar het verleden

Architecten Hugo Schuurman en Dolf Sluiters van bureau MAP, de Maatschap voor Architectuur en Projectontwikkeling, kozen voor het project aan het Weezenland in Monnickendam voor deze traditioneel-moderne stijl. Het verticale karakter van de voorgevels sluit aan bij de oude gevels in de omgeving. De stalen balken in de gevels refereren aan vergelijkbare negentiende-eeuwse panden. De houten achterpanden zijn deels voorzien van uit elkaar geplaatste stijlen van Red Cedar, waarachter glas is geplaatst. Zo is er veel licht in het interieur, maar zien de achterhuizen er van buiten enigszins gesloten uit, zoals de oude schuren en loodsen. De volumes zijn alle in een andere tint gebeitst, om de diversiteit te benadrukken. De achterhuizen hebben insteekverdiepingen over ongeveer de helft van het oppervlak, zodat een grote vide zicht biedt op de sporenkap van Douglas. De voor en achterhuizen zijn verbonden door glazen corridors.

Variatie

Elk pand bestaat uit drie woonlagen met veel verschillende volumes en verschillende vloer- en plafondhoogtes. De hoge voorhuizen hebben ieder een eigen karakter. De achterhuizen refereren aan de oude schuren en loodsen in de omgeving. Ze zijn verschoven gepositioneerd zodat interessante buitenruimtes ontstaan. De keukens zijn onder de glazen corridors geplaatst en verbinden letterlijk het traditionele met het moderne. Het moderne project voegt zich op een subtiele manier in het oude stedelijk weefsel van Monnickendam. De bouwvolumes en materialen sluiten aan bij de omgeving. Tevens voegt het moderniteit toe en daarmee de vitaliteit die van vernieuwing en modernisering uitgaat en zo belangrijk is voor een stad. Een gezonde stad ontwikkelt zich volgens een bepaalde traditie en omarmt tevens vernieuwing. De panden aan het Weezenland zijn in die zin een aanwinst voor de Monnickendamse binnenstad: ze voegen zich, maar onderscheiden zich eveneens.

Gerelateerd

Tags: , , , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.