Veel grote steden kampen met een tekort aan plekken in de buitenschoolse opvang. Scholen zijn verplicht ouders zo’n voorziening aan te bieden, maar kinderopvangorganisaties hebben geen fysieke plek om de kinderen onder te brengen. STOOM architectuur uit Delft ontwikkelde de Schoolschakelaar, een concept dat dubbel ruimtegebruik mogelijk maakt. Een klaslokaal wordt in tien minuten tijd ‘omgeklapt’ tot ruimte voor buitenschoolse opvang.
In Utrecht staan meer dan 800 kinderen op de wachtlijsten, vooral in nieuwbouwwijk Leidsche Rijn, waar relatief veel gezinnen wonen en vaak beide ouders werken. Om de BSO-wachtlijsten te verkorten is de gemeente nu met twee pilots gestart om extra plaatsen te creëeren binnen bestaande scholen.
Bassischolen worden vooral tussen 08.00 en 15.00 uur gebruikt. Na de bel zijn er nog wat leerkrachten dingen aan het voorbereiden, opruimen of nabespreken, maar de meeste lokalen staan gewoon leeg. Bovendien hebben bijna alle scholen een goede buitenruimte. Ideaal dus om die vierkante meters ook te gebruiken voor de buitenschoolse opvang. Hoewel: er zijn natuurlijk wat haken en ogen. Het klaslokaal is bij uitstek de werkplek en het domein van de leerkracht. Als zij die ruimte moeten delen betekent dat verlies van autonomie, maar het heeft ook praktische consequenties: het lesmateriaal en het werk van de leerlingen moet veilig kunnen worden opgeborgen. Vaak staan er dingen op het bord die een dag later ook nog nodig zijn. En wat de leerlingen betreft: die moeten op de buitenschoolse opvang na schooltijd natuurlijk niet het idee hebben dat zij nog steeds in hun klas zitten, in de schoolse sfeer.
Schoolschakelaar
STOOM heeft – na uitgebreid vooronderzoek in de vorm van ontwerpateliers en gesprekken met zowel leerkrachten als medewerkers uit de kinderopvang – de Schoolschakelaar bedacht. Een systeem van wanden en kasten waarmee twee lokalen en een gang, veranderd kunnen worden in één grote ruimte voor buitenschoolse opvang. Door slim trekken, klappen en duwen verandert een lokaal met wanden en kastjes in twee tinten groen, in een grote ruimte met oranje en rode panelen en kasten. In de praktijk ongeveer tien minuten werk: een brede wand tussen gang en klas wordt opengezet, waardoor een grote ruimte met keukenblok ontstaat.
Bij de achterwand van de klas (bij het schoolbord) kunnen panelen worden omgeklapt zodat een andere kleur, en een kastje áchter het paneel zichtbaar wordt. De panelen schermen dan juist de kastjes weer af die in de schoolsituatie worden gebruikt. Door het wegschuiven van een wand tussen twee lokalen komt er ruimte om podiumblokken uit te schuiven, waar berglades onder zitten. En bij het uitschuiven en omklappen van het podiumverschiet dat ook weer van de schoolkleur (groen) naar oranje (BSO). Tafels zijn voorzien van wieltjes en snel in een speelsere opstelling te rijden. De leerkracht heeft een trolley: daar kunnen de eigen spullen in, plus alle laatjes die onder de tafels van de kinderen hangen. De trolley gaat naar een andere ruimte, waar de leerkracht na schooltijd een eigen plek heeft. Last but not least, wordt ook de sfeer omgeschakeld: de tl-balken gaan uit, de meer sfeervolle lampenkapjes gaan aan.
Het systeem vraagt wel medewerking van de leerkracht: die moet het lokaal na schooltijd in BSO-stand ‘omklappen’. In de praktijk – op basisschool De Klimroos draait een pilot – blijkt dat leerlingen het leuk vinden om daarbij te helpen. De BSO zorgt er eind van de dag voor dat alles weer terug wordt geklapt in schoolstand, zodat de kinderen de volgende ochtend weer in een ‘gewoon’ klaslokaal aan kunnen schuiven. Om deze Schoolschakelaar in een bestaande school in te bouwen is natuurlijk relatief duur: er moesten hier twee wanden worden doorgebroken. Bij nieuwbouw wordt dit natuurlijk makkelijker en goedkoper.
Voor kinderopvangorganisaties is dit natuurlijk een interessante optie: ze hoeven geen eigen ruimtes te zoeken, en er hoeft ook minder met kinderen ‘gesleept’ te worden. Voor scholen is het enigszins een inbreuk op hun core business: het lesgeven. Maar als bijvoorbeeld blijkt dat de huuropbrengsten van de BSO ten goede gaan komen aan de school, wordt het misschien wel interessanter. Dat er uiteindelijk meer sprake is van dubbel ruimtegebruik, of bij nieuwbouw van het in elkaar schuiven van programma’s, dat biedt onmiskenbaar veel toekomst. Voorwaarde is wel dat er voor de leerkracht een goede werkplek is op tijden dat hij/zij het lokaal af moet staan aan de BSO.