Tom Frencken: Vertrouwd en cartoonesk design

Inspiratie

Tom Frencken: Vertrouwd en cartoonesk design

Door: Viveka van de Vliet | 23-12-2014

Ze zijn nog steeds aanstormend en veelbelovend, maar draaien al een tijd mee in de creatieve wereld. De talentvolle dertigers zijn nog net geen gevestigde namen, maar dat zit eraan te komen. Ze tonen energie, gedrevenheid, ambitie, durf en een geloof in de toekomst. Deel 8 van een serie: ontwerper Tom Frencken (1983) en zijn nauwkeurig bepaalde schots en scheve meubelcollecties.

 

Boven de deuren hangt het bordje: JOBTOM. Sinds anderhalf jaar werkt Tom Frencken in een van de sloop gered monumentaal gebouw uit 1899, op het voormalige gasfabriekterrein in Eindhoven. Omringd door een jazzclub, caférestaurant, theatergroep en stadsbrouwerij, deelt de ontwerper met Job Martens een hoge werkplaats. We herkennen het ossenbloedrood gespoten ‘Red cabinet’ en treffen het nieuwe dressoir dat in oktober gereed moet zijn als ze in de werkplaats exposeren tijdens de Dutch Design Week. Hier gebeurt het. Van de schets tot het ontstaan van de handgemaakte unieke scheppingen. Meubels die kwalitatief mooi en helder van vorm zijn, degelijk en simpel van constructie, zonder verdoezelde verbindingen, in een materiaalsoort die het best past bij het ontwerp. Maar altijd is er een verrassende, soms poëtische of grappige twist, een subtiel detail. Zo lijkt de FURNITURE-collectie volledig willekeurig en lukraak in elkaar gezet te zijn. Niets is minder waar: elke scheve plank en elke verhouding is nauwkeurig bepaald. Zelfs de houten knoppen op de deuren zijn bewust zo misplaatst mogelijk. Het is meteen duidelijk dat Frencken niet wordt belemmerd door de grenzen van slechts één discipline: zijn zeer diverse interesse uit zich in zijn werk. Hij maakt meubels, sieraden en tekeningen, en werkt daarnaast op het snijvlak van interieurarchitectuur en architectuur. In de keuze van een academie kwam dat al tot uiting. Na 2D en 3D design aan het Sint Lucas in Boxtel, volgde hij de KHM in Mechelen, België waar hij concreet en breed werd opgeleid, van meubilair tot interieurarchitectuur.

Vervreemding

Zelfs zijn inspiratie kent geen grenzen. Dat is namelijk alles. ‘Ik zie iets in mijn dagelijkse omgeving, zoals een verhouding, een vorm, of een combinatie van materialen. Alles wat me opvalt, kan in principe worden vertaald in een ontwerp of object.’ En zo creëert hij zijn eigen opvallende wereld. Een haast cartooneske wereld die tegelijk herkenbaar en vertrouwd is: een Hollands iconisch vogelhuisje is uit zijn context gerukt om in poppenhuisformaat als eikenhouten sieraad op te vallen. Een archetypische kabinetkast roept herinneringen op aan vroeger. Echter, door de onverwachte ossenbloedrode lak, de schots en scheve details en het formaat, krijgt de herkenbaarheid een spannende, ietwat vervreemdende tegenhanger. Zonder ook maar een ogenblik schreeuwerig of aanstellerig te worden. Hetzelfde geldt voor STRIEP. Een collectie dressoirkasten uit MDF die hij samen met zijn vriendin Klaartje Daamen heeft ontworpen en die tijdens de komende DDW samen met zijn bestaande collectie te zien zullen zijn. Twee schuifdeuren zorgen ervoor dat het strepenpatroon ononderbroken doorloopt. Zo krijgt een helder en strak gevormde kast brede liggende strepen in onverwachte kleurencombinaties. Sinds zijn afstuderen in 2007 doet Frencken in feite hetzelfde wat hij als kind al deed: tekenen, bouwen, knutselen. Maar dan op grotere schaal en professioneel. Daarbij deelt hij inmiddels een gemeenschappelijke visie met de ontwerpers bij wie hij een tijd werkte of stage liep. Maarten Baas, Kiki van Eijk en Joost van Bleiswijk, en Piet Hein Eek. ‘De eerste ontwerpers vanwege hun manier van een bedrijf leiden en hun ‘kunstige’ vormentaal. Eek om de eenvoud, met Rietvelds simpele vormen en vlakverdeling als inspiratie, zijn slimme gebruik van materiaal, en vooral zijn maakbare denken’, vertelt Frencken. ‘Medestudenten tekenden dingen op papier die vaak niet te maken waren, waardoor je uiteindelijk tot een product komt dat buiten jezelf ligt. Ik ontwerp wat ik kan maken.’ Daarbij bezit hij de gave om in zijn hoofd perfect een ontwerp te visualiseren. ‘Soms teken ik niet eens omdat mijn voorstellingsvermogen zo groot is dat ik weet hoe iets eruit gaat zien, wat de verhoudingen zijn, hoe het in een ruimte past. De scheidslijn tussen 2D en 3D is er nauwelijks. Het plaatje in mijn hoofd voer ik vaak een op een uit zonder tijdens het maakproces iets te veranderen.’ Bij de FURNITURE-collectie was dit zelfs grotendeels het concept. Zonder schets zijn alle stukken automatisch unica; hij kan ze nooit exact reproduceren.

Carte blanche

Naast het vervaardigen van deze collecties, krijgt Frencken vaak carte blanche van zijn opdrachtgevers. Hij ontwierp totaalconcepten voor onder andere een parfumwinkel, een patisserie en de voormalige expositieruimte annex winkel De Krabbedans in Eindhoven, die hij ‘de beste showroom die een ontwerper zich maar kan wensen’ noemt. Toch zou hij graag een balans vinden tussen wat hij al doet en een nieuwe uitdaging zoals het bouwen van een huis of het ontwerpen van een auto. Maar het liefst wil hij seriematig ontwerpen in opdracht van een producent of fabrikant. ‘Met onze gebundelde kennis kunnen we een oplossing bedenken voor een vraagstuk. En dan tot een collectie komen waarvan elk stuk oogt als een bijzonder en karaktervol unicum, maar een grotere oplage en bereik heeft, landelijk èn wereldwijd.’

Tekst Viveka van de Vliet i.s.m. Stichting Zetel.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , , , , , , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.