Duinhuis

Duinhuis

Door: Kirsten Hannema | 03-02-2015

Op vakantie zoeken we naar bijzondere ervaringen, maar de meeste mensen belanden uiteindelijk in een banale bungalow. Architect Marc Koehler besloot de bestaande typologieën en conventies te laten voor wat ze zijn, en ontwierp een ultiem vakantiehuis, gebaseerd op de unieke topografie van het eiland Terschelling.  

Zeg je vakantie, dan denken de meeste mensen aan een vlucht uit het dagelijks bestaan, nieuwe ervaringen opdoen, in een andere omgeving. Maar bekijk je vakantiehuizen, dan valt vooral op hoe banaal de architectuur doorgaans is. De gemiddelde toeristische bestemming is een verzameling van dertien-in-een-dozijn bungalows en fantasieloze chalets. Vrijstaand, dat wel, maar verder vergelijkbaar met een rijtjeshuis: een standaard kamerindeling, een bakstenen gevel en een zadeldak. Het zijn, kortom, gebouwen waarin ruimtelijk het ‘gewone’ leven wordt voortgezet.

Op Terschelling, dat vol staat met zulke recreatiewoningen, word je je extra bewust van deze paradox; het eiland met zijn prachtige natuur (UNESCO-Werelderfgoed) geldt immers als een van de meer bijzondere bestemmingen in Nederland. De huisjes zijn grotendeels gebouwd tijdens de opkomst van het toerisme in de jaren vijftig en zestig, met bescheiden budgetten en dito materialen – sommigen zijn simpelweg uit een catalogus geplukt. Desondanks worden ze gezien als ‘typisch Terschellings’, zodat er in de loop der tijd vooral meer van hetzelfde is gebouwd.

Beleving van de omgeving

Maar nu is daar, pal aan de kust, een andersoortige architectuur: een sculpturaal bouwwerk, strak van silhouet, en van top tot teen bekleed met hout. Afhankelijk van waar je staat, herken je er een traditioneel Terschellinger huis met schilddak in, oogt het breed en robuust of juist als een ranke piramide. Het is een beeld dat blijft boeien. Dit is het duinhuis dat architect Marc Koehler bouwde in opdracht van twee broers en hun gezinnen. Ze houden van hun drukke leven in de stad, maar willen daar ook wel eens aan ontsnappen. Binnenstappen in dit huis voelt als die ontsnapping, om te beginnen vanwege het feit dat het – buiten de slaapkamers in het souterrain – geen muren kent. Koehler besloot de bestaande gebouwtypologieën en woonconventies te laten voor wat ze zijn en zich te richten op waar een verblijf op deze plek uiteindelijk om draait: de beleving van het unieke landschap.

 Promenade architecturale

Het duinhuis is geïnspireerd op een wandeling door de omgeving, waar je afwisselend over heuveltoppen en door de besloten ruimte van een duinpan loopt, langs waterkeringen en uitgestrekte zandvlaktes. Dit is vertaald naar een tiental vloeren, met ruimte voor drie slaapkamers, de entree, zitkamer, eetkamer, keuken, speelruimte, werkplek en lounge. De vloeren zijn – in deze volgorde – als splitlevels, aan elkaar geschakeld tot een spiraalvormige plattegrond rond de centrale open haard: een promenade architecturale, een vakantiereis( je) op zichzelf. Tegelijk ontstaan door deze opzet verschillende domeinen – elk met een eigen sfeer – voor zowel de twee gezinnen als de volwassenen en kinderen. Net zoals tijdens een klim door de duinen, heb je vanuit de verschillende ruimtes steeds een ander uitzicht. In het souterrain met de slaapen badruimten, valt licht binnen door hoge ramen, waardoor je zicht hebt op het zand dat tegen het glas stuift. De verdiepingshoge puien aan de voorzijde bieden een vrije blik op de duinen, terwijl het dakoverstek zorgt voor de gewenste privacy. Op andere plekken kun je, als een vogelaar, liggend op je buik, door de horizontale vensters – voorzien van brises-soleil – naar buiten gluren. Blikvanger is het enorme panoramavenster in de schuine westgevel, dat precies zo gepositioneerd is dat je geen buren ziet (en buren jou niet zien), maar wel uitkijkt over de laatste duinenrij, tot aan de zee, en waardoor je ’s nachts de sterrenhemel ziet.

Natuurlijk kleurenpalet

De kleuren en materialen voor het interieur destilleerde Koehler uit het landschap. De ruwe, antracietkleurige kelderwanden van in het werk gestort beton ademen de sfeer van de basalten dijklichamen. Voor de leefruimten liet de architect, bij wijze van experiment, zandkleurig pigment aan het beton toevoegen, dat het materiaal warmer maakt en de relatie tussen binnen en buiten versterkt. In de afwerking en stoffering van wanden en meubels kom je zowel het grijs en wit van de zee tegen als het geelgroen van het gras en het bruin van de struiken en heesters. De houtconstructie, onafgewerkt in het zicht gelaten, en de gewalste staalplaten waarmee het rookkanaal van de haard bekleed is, geven het huis iets ruigs. Voor de gevels koos Koehler western red cedar, een houtsoort die door oxidatie vergrijst, bij vochtig weer bijna zwart oogt en in de zon juist goud kleurt – net als het helmgras rond het huis.

Ecologische vingerafdruk

Het bouwen op deze locatie, midden in de beschermde natuur, was een dilemma voor de opdrachtgevers. Ze willen genieten van de prachtige omgeving, maar beseffen dat bouwprojecten ook een aanslag op de natuur vormen. Het is mede om die reden dat ze Koehler, die al eerder duurzame woningen ontwierp, als architect kozen. Met een aantal  slimme oplossingen heeft hij de ecologische voetafdruk tot een ‘vingerafdruk’ weten terug te brengen. Door het huis deels onder de grond te bouwen, is niet alleen het zichtbare volume beperkt, maar ook de basis gelegd voor de goede isolatie. Op het betonnen fundament na, is het huis in hout opgetrokken. Voor de hand liggende voordelen als biologische afbreekbaarheid en een hoge isolatiewaarde speelden mee in de keuze voor dit materiaal. Maar het bood Koehler ook de mogelijkheid om de sculpturale vorm secuur uit te voeren, terwijl door het relatief lage gewicht de benodigde energie voor transport beperkt is. Transport was een belangrijke factor, vanwege de beperkte bereikbaarheid van de locatie. Door te werken met een prefab systeem, dat op het vasteland voorgezaagd is, kon het huis als ‘bouwpakket’ met de boot naar het eiland vervoerd worden. Daarnaast bood dit systeem de mogelijkheid om in korte tijd – bouwen mag op Terschelling alleen buiten het broedseizoen van de duinvogels – de constructie op te bouwen. Door het dikke isolatiepakket en de centrale open haard is er nauwelijks energie voor verwarming nodig; als back-up voor strenge winters is er een kleine cv-ketel. Zonnepanelen, verstopt achter het huis, leveren (een deel van) de benodigde elektriciteit. Koehler heeft met het oog op het gebruik gekozen voor installaties die een beperkte investering vergen en eenvoudig te onderhouden zijn. De ventilatie wordt geregeld met behulp van roosters en te openen ramen.

Compact en ruimtelijk

De grote verrassing is de ontdekking dat dit alles binnen 138 vierkante meter plaats vindt. Koehler heeft het toegestane bouwvolume – de bouwregels op Terschelling zijn streng – ten volle weten te benutten; het duinhuis biedt een overvloed aan ruimtelijke ervaringen. Om te beginnen is er de openheid van de ruimte en de fraaie enscenering van de verschillende functies, maar de rijkdom zit hem vooral ook in de details. Zoals bij luxe zeiljachten, is elke vierkante centimeter ingezet om het gebruik te optimaliseren. Hoeken en koven zijn benut als bergruimte, installaties en toiletaccessoires zijn op hun beurt weggewerkt in de notenhouten kasten. De mooiste dubbelrol is weggelegd voor de gevel met de lichte helling, die vormt als vanzelf de loungebank op het terras. Met je rug tegen het warme hout, het gezicht in de zon en het geruis van de zee op de achtergrond, beleef je hier het ultieme vakantiegevoel.

Projectgegevens

LocatieTerschelling
OpdrachtgeverGebroeders Jort en Maarten kelder
ArchitectMarc Koehler
OntwerpteamCarlos Moreira, Thomas Wellink, Jakub Zoha, Miriam Tocino, Kasia Heijerman, Anna Szucreck
Adviseur constructiePieters Bouwtechniek
Technische uitwerkingAchterboschZantman architecten
AannemerP.A. Wiersma Aannemingsmaatschappij BV
InterieurbouwerKoen Vleugel
Bruto vloeroppervlakte138 m2
Opleveringseptember 2014
Stylist fotoshootFriday Next
TekstKirsten Hannema
FotografieFilip Dujardin

Tekst: Kirsten Hannema
Fotografie: Filip Dujardin

Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 1 van 2015.

Gerelateerd

Tags: , , , , , , , ,