‘In vakinhoudelijk opzicht bestaat er geen crisis in de bouwpraktijk. Met tomeloze energie treden architecten de nieuwe realiteit tegemoet. Dat ligt anders voor de architectuurkritiek.’ Dat constateerde Tom Avermaete, die afgelopen woensdag namens de redactie de presentatie van het Jaarboek Architectuur in Nederland 2014-2015 inleidde. Avermaete gaf een samenvatting van het openingsartikel van het Jaarboek, ‘Naar een kritiek van een veranderend systeem’ en zijn eigen essay ‘Sleutelen aan de laat-moderne architectuur’.
Erick van Egeraat, architect van het Erasmus University College in Rotterdam, gastheer van de presentatie, volgde met een betoog over bouwen in de stad Rotterdam. Na een zeer summiere discussie over de waarde van de architect binnen nieuwe ontwikkelingen in de bouwpraktijk werd de cover van het nieuwe Jaarboek onthuld – and the winner is – met deze keer voor het eerst twee projecten.
Vernieuwing architectuurkritiek
Avermaete blikte terug op de architectuurkritiek in de afgelopen decennia. Het is een vergelijkende kritiek, waarbij vernieuwing van projecten en ontwerpen ten opzichte van eerdere ontwerpen wordt gewaardeerd. Deze vorm van architectuurkritiek, waarbij het ‘lijstje’ of de top 30 die in het Jaarboek Architectuur in Nederland de ultieme manifestatie is, past niet meer bij de huidige architectuurpraktijk, waarin de rollen en taken van architecten en andere partijen in de bouwpraktijk, aan grondige herdefiniëring onderhevig zijn. Hoewel je je, met de redactie van het Jaarboek, kunt afvragen of een Jaarboek met de 30 beste architectuurprojecten dan überhaupt nog een geschikte vorm is, maakt de redactie een voorzichtige eerste stap naar vernieuwing door meer essays toe te voegen, waarin dieper op de projecten en trends wordt ingegaan, vanuit diverse invalshoeken. Daarin komen ook meer projecten aan bod dan die 30.
Plagiaat
De 30 geselecteerde projecten worden als vanouds keurig in beeld gebracht met een korte zakelijke omschrijving. Grotendeels zijn die projecten al breeduit gepubliceerd in architectenbladen en websites, waaronder ArchitectuurNL. De vakgemeenschap heeft er al lang kennis van genomen, dat is inherent aan een boek met de traagheid van een jaarlijkse frequentie. Voor vakbroeders en andere architectuurprofessionals zijn vooral de essays interessant, die aanzetten tot duiding en nieuwe inzichten. Edwin Oostmeijer laat een forse steek vallen in zijn essay ‘Vrijbuiters en pioniers’ door letterlijk passages te kopiëren van een artikel dat Kirsten Hannema in ArchitectuurNL #06/2014 publiceerde, zonder bronvermelding. Geen nieuwe duiding, wel plagiaat!
Acculturatie van laat-moderne architectuur
Avermaete weet wel te verrassen met zijn beschouwing over het nieuwe sleutelen aan de laat-moderne architectuur (ca 1960-80). Hij signaleert de ‘acculturatie van de laat-moderne architectuur’, een trend waarbij architecten laat-moderne architectuur grondig aanpakken zonder compositie, typologie en materialiteit helemaal te vernieuwen, maar ook zonder die geheel te behouden of restaureren, zoals bij moderne architectuur uit het voorgaande tijdperk wel gebeurt. Acculturatie verwijst naar een proces waarbij twee culturen karakteristieken van elkaar overnemen, zonder daarbij hun eigenheid geheel te verliezen. Geslaagde voorbeelden hiervan in dit Jaarboek zijn de renovatie van het gemeentehuis in Borsele door Atelier Kempe Thill, de vernieuwing van portiekflats aan de U.J. Klarenstraat in Amsterdam door Vanschagen architecten, en het Stadkwartier in Nieuwegein van Dok architecten. Stuk voor stuk gebouwen die aangepast worden aan de waarden, wensen en normen van nu, zonder daarbij de oude identiteit helemaal op te geven.
Erick en Rotterdam
Over dat sleutelen aan de stad sprak ook Erick van Egeraat, ontwerper van de transformatie van de oude gemeentebibliotheek in het Erasmus University College, waar de presentatie plaatsvond, en dat ook in het Jaarboek is opgenomen. Vanaf het project Kruiskade Rotterdam, toen hij nog bij Mecanoo hoorde, schetste hij hoe hij in de loop der jaren aan Rotterdam heeft gesleuteld. Hij hield een pleidooi voor verbetering van de bestaande stad en het vernieuwen van functies in de stad. Iconische nieuwbouw als De Rotterdam gaat zelfs Van Egeraat te ver, hoewel hij grif toegeeft dat hij zelf ook iconen heeft gecreëerd. “Het enige voordeel van De Rotterdam is dat de ambtenaren nu niet meer op het Marconiplein zitten en er meer leven op het Noordereiland is”. Tijdens de transformatie van het Erasmus University College voelt Van Egeraat zich niet de ontwerper, maar veeleer herontdekker van de kwaliteiten, schoonheid en mogelijkheden van dit gebouw; die waren door verbouwingen ten behoeve van het Onderwijsmuseum danig verhuld. Met zijn nieuwste project in Rotterdam, zijn initiatief voor de Expo Rotterdam 2025, wil hij een nieuwe impuls geven aan de stad en nieuwe functies toevoegen op braakliggende gebieden langs de Maas.
Markthal en De Ceuvel
Daarmee schaart Erick van Egeraat zich tussen een nieuwe generatie van architecten die aftasten wat de grenzen zijn van wat een architect kan betekenen, die nieuwe initiatieven nemen, zelf projecten ontwikkelen, CPO projecten opzetten en adviseren, die samenwerkingen zoeken met allerlei andere partijen. Die nieuwe rollen en kwaliteiten van architecten waren ook onderwerp van de helaas zeer korte discussie die volgde op het betoog van Van Egeraat. Sascha Glasl van Space&Matter, een van de initiatiefnemers van De Ceuvel in Amsterdam vertelde over zijn ervaringen in dit project en werd even later uitgeroepen tot een van de twee ‘winnaars’ van het coverbeeld van het Jaarboek. Voorop prijkt de kleurrijke Markthal van MVRDV – bij de keuze hiervoor zal ook de wereldwijde bekendheid van dit project meegespeeld hebben, die het boek aantrekkelijker maakt voor een internationaal architectuur minnend publiek – en achterop broedplaats de Ceuvel, een project dat veel representatiever is voor de huidige situatie, maar minder sexy oogt. Uitgever en redactie, die misschien ook wel begrepen dat alleen de Markthal op de cover wel een heel scheef beeld zou geven van de stand van de architectuur in Nederland anno 2015, hebben deze keer voor het eerst ook de achterzijde van het boek voorzien van een project, de Ceuvel.
Tekst en fotografie: Jacqueline Knudsen
Architectuur in Nederland, Jaarboek 2014-2015
Redactie: Tom Avermaete, Hans van der Heijden, Edwin Oostmeijer, Linda Vlassenrood.
Design: Joseph Plateau
Uitgever: nai010.com
€ 39,50
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.