Goddelijke meubels van Hans van der Laan

Architect, Design

Goddelijke meubels van Hans van der Laan

Door: Jeroen Junte | 30-09-2013

Meer dan een halve eeuw wijdde architect en monnik Dom Hans van der Laan aan de creatie van architectuur die zichzelf wegcijfert om het innerlijke gevoelsleven alle ruimte te geven. Bekend werd hij uiteindelijk niet om zijn gebouwen maar zijn ‘plastisch getal’. Het oeuvre van deze theoreticus wordt nu toegankelijk met de productie van zijn meubels door de gebroeders Gorisse. ‘We vragen ons voortdurend af: is dit niet te commercieel?’

Het is een bescheiden oeuvre van zeven gebouwen dat de architect Dom Hans van der Laan (1904-1991) heeft achtergelaten. Een paar kloosters, een kapel en een kerkelijke bibliotheek. Het enige wereldse gebouw van zijn hand is het woonhuis Naalden in Best uit 1981. Kortom, geen gebouwen die een groot publiek aanspreken. Daarbij leefde Dom Hans van der Laan een teruggetrokken leven als Benedictijner monnik (het Dom voor zijn voornaam is afgeleid van dominicus, Latijn voor Heer). Hij was meer theoreticus dan architect. Niet verwonderlijk dus dat dit grote publiek de naam Hans van der Laan niet kent. Daar willen de broers Ad en Hans Gorisse verandering in brengen. Deze Brabantse familie van timmermeesters maakt al generaties lang de meubels die deze opmerkelijke architect ontwierp voor zijn kerkelijke gebouwen. ‘Mijn opa timmerde al op het klooster hier in Oosterhout’, zegt Ad Gorisse.

In hun houtatelier in Brabant produceren de gebroeders Gorisse als sinds de jaren tachtig meubels van Dom Hans van der Laan. Eind jaren tachtig kregen ze daarvoor na ettelijke bezoeken aan het klooster toestemming. ‘Niet van Dom Hans van der Laan zelf overigens maar van de prior van het klooster. Over zulke wereldse zaken moet de Orde beslissen.’ De handmatige productie van de meubelcollectie van Van der Laan was altijd een nevenactiviteit op de timmerfabriek van de gebroeders Gorisse. Maar sinds vorig jaar geven ze een push aan de collectie. ‘Opeens beseften we dat zijn meubels worden vergeten als wij ermee zouden stoppen. Een uniek religieus én cultureel erfgoed zou verloren gaan.’

Goddelijke schepping

Dom Hans van der Laan wijdde zijn leven aan God en de bouwkunst. Hoewel Van der Laan een spiritueel mens was, beschouwde hij de katholieke geloofsleer en de architectuur als gescheiden werelden. Er bestond volgens hem zelfs niet zoiets als ‘Roomse bouwkunst’. Zijn vader en zijn drie broers waren ook architect. Zijn definitieve architectonisch vorming kreeg hij tijdens zijn studie aan de wereldse TU Delft van 1923 tot 1926, die hij overigens niet zou afronden. In 1927 trad hij toe tot de kloosterorde van de Benedictijnen. Meer dan een halve eeuw boog hij zich in de stilte en afzondering van het kloosterleven over een volstrekt eigenzinnige architectuuropvatting. De monnikenarbeid van Van der Laan zat hem niet in het maken van ontelbare schetsen en maquettes maar in het formuleren van een theorie die het diepste wezen van architectonische schoonheid moest doorgronden. Architectuur is een aanvulling op de ‘door God geschapen wereld’, zoals Van der Laan het verwoordde. Architectuur is daarmee bij uitstek een menselijke handeling. Het is het menselijk antwoord op de volmaakte, goddelijke schepping. Alleen in de gewijde stilte van het klooster kan zo’n architectuurtheorie vorm krijgen.

Het plastisch getal

In praktische zin resulteerde dit in architectuur die zichzelf wegcijfert om het innerlijke gevoelsleven alle ruimte te geven. De gebouwen van Dom Hans van der Laan hebben geen rondingen of bogen en al helemaal geen uitbundige sierlijsten of andere ornamenten. Er valt uitsluitend natuurlijk daglicht naar binnen. Alles draait om symmetrie, ritme en evenwicht. Zijn oeuvre laat zich het beste omschrijven als een zoektocht naar de ideale maatvoering, wat uiteindelijke culmineerde in de definitie van ‘het plastisch getal’. Net als Fibonacci-reeks, de Gulden Snede of de symmetrieleer is de basis van dit ontwerpprincipe een wiskundige formule. Een ontwerp kon maximaal zeven verschillende afmetingen tellen die met elkaar in verband staan; worden het er meer, dan verliest het menselijk oog de capaciteit om een verband te vinden, aldus de monnikarchitect. Daarbij moeten deze afmetingen zich tot elkaar verhouden met de factor 1,324718. Door een consequente toepassing van dit plastische getal kan een gebouw in logische en esthetische opbouw krijgen. Samen met zijn broer Nico gaf hij van 1945 tot 1973 een cursus ‘Kerkelijke architectuur’, waarmee ze de maatstaven en grondslagen van der echte architectuur probeerden te herontdekken. Deze opleiding en de architectuur waarin deze theorie werd toegepast zouden uiteindelijk bekend worden als de Bossche school.

Sobere levensstijl

Zijn invloed mag dan groot zijn geweest, het oeuvre van Hans van der Laan bleef klein. Zijn magnus opus is het klooster Sint-Benedictusberg bij Vaals, waar hij vanaf 1956 diverse bouwwerken realiseerde. Daarnaast ontwierp en bouwde hij de abdij van Roosenberg in Waasmunster (België 1975). De bibliotheek van het klooster Sint-Benedictusberg (1986) werd in 1989 bekroond met de Architectuurprijs Limburg. Naast gebouwen ontwierp Van der Laan voor het klooster bij Vaals ook de liturgische objecten, schriften en uniformen. En dus ook meubels. Al is ook dat een klein oeuvre. Gorisse: ‘Alle meubels zijn gebaseerd op het principe van het plastische getal. Van de afmetingen van de rugleuning tot de dikte van de poten, telkens weer is er de perfecte verhouding tussen lengte, breedte en hoogte.’ Maar wat vooral opvalt aan de meubelcollectie is de rechte en hoekige vormentaal, met veel repetitie en met een afgewogen evenwichtigheid. De kleuren zijn weliswaar levendig maar zonder franje. Elk meubel is uitgevoerd in één kleur. De meubels zijn eigenlijk zoals het kloosterleven zelf – kaal en Spartaans. ‘Wat hem zo bijzonder maakte, was dat Dom van der Laan een eenvoudig man was met een sobere levensstijl’, vertelt Gorisse, die eind jaren tachtig diverse ontmoetingen met de kloosterling had. ‘Maar zijn geestesleven was rijk en zijn ideeën waren complex.’

Meubelcollectie

De collectie bestaat uit negen meubels: een open en een dichte tafel, een stoel, een open en een dichte bank, een open en dichte kast en een bureau en een ligbed. Dom Hans van der Laan ontwierp de meubels voor het interieur van de kerken en abdijen die hij ontwierp. Of deze eigenzinnige meubels ook in een eigentijds interieur tot hun recht komen, daarover maakt Gorisse zich geen zorgen. ‘De uitgebalanceerde verhoudingen van de meubels geven ze een universele schoonheid die overal in tact blijft. Door hun ingetogen uitstraling laten zich ze daarbij goed combineren.’ De gebroeders Gorisse hebben niettemin enkele concessies gedaan aan de strenge eisen van de moderne consument. ‘Van der Laan liet zijn meubels altijd maken van eenvoudig vuren- of grenenhout. Dat zit vol knoesten en gaat onder invloed van kou en vocht krimpen en uitzetten, wat kieren en barsten geeft. Onze collectie is ook leverbaar in het kwalitatief hoogstaande yellow poplar [tulpenhout]. Ook gebruiken we red cedar, een Amerikaanse hardhout dat geschikt is voor buitenmeubilair. We maken zelfs een strakke editie van multiplex.’ De zeven standaardkleuren zijn door Dom van der Laan geselecteerd met een kleurspecialist van de schildersopleiding in Boxtel. ‘Leuk detail: onze schilder is ook nog opgeleid op deze school.’ Maar desgewenst zijn de meubels leverbaar in elke gewenste kleur. Een collectie die is beschilderd door beeldend kunstenaar Piet van Riel is dit najaar te zien op een expositie in Slot Zeist. ‘Eigenlijk zijn de meubels helemaal custom made. Behalve de afmetingen natuurlijk. Die worden bepaald door het plastisch getal.’

Collectors item

Vooral architectuurliefhebbers en mensen met een katholieke achtergrond worden vooralsnog aangetrokken worden door de ontwerpen van Dom Hans van der Laan, beaamt Gorisse. ‘De meubels hebben niet de vrolijke uitstraling van een Ikea-lampje. De collectie bevindt zit in een grijs gebied tussen een collectors item en gebruiksvoorwerp.’ Maar Gorisse ziet mogelijkheden tot groei. ‘De meubels zijn ambachtelijk vervaardigd van duurzaam hout en de eenvoudige uitstraling is tijdloos.’ Een bankje wordt als bouwpakket geleverd van onbehandeld hout tegen een zeer aantrekkelijke prijs. ‘De consument kan het vervolgens zelf in elke gewenste kleur aflakken.’ Een eigentijdse campagne moet de meubels van Dom van der Laan onder de aandacht brengen van een nieuw – lees: breed – publiek. Een pr-bureau heeft de meubels laten fotograferen in een postindustrieel decor met een spijkerbroek achteloos over een stoelleuning gedrapeerd.

Milaan

Dit voorjaar maakten de meubels zelfs een internationaal debuut met een presentatie op de Salone del Mobile in Milaan dit jaar. Het zijn veelal extraverte ontwerpen die hier domineren. Om op te vallen pakken de fabrikanten uit met flitsende beursstands waar de nieuwe meubels soms letterlijk op een sokkel staan. Te midden van deze hectiek stonden daar de Spartaanse banken en stoelen van Dom van der Laan. ‘Maar’, zo zegt Gorisse, ‘we vragen ons voortdurend af: is dit niet te commercieel? Het is tenslotte geen gewone collectie. Maar vooralsnog maken we de meubels niet té mooi. We hoeven niet iedereen te behagen.’ Dus werden de meubels in Milaan getoond zonder verleidelijke verkoopdames of de onvermijdelijke glazen prosecco. Maar of Dom van der Laan zich er thuis zou hebben gevoeld, is de vraag.

Dit artikel is verschenen in ArchitectuurNL 6-2013.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , , , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.