Schwung op het spoor

Schwung op het spoor

Door: Anka van Voorthuijsen | 03-11-2015

Bij het drukste spoorwegknooppunt in Utrecht staat de nieuwe verkeersleidingspost van ProRail. Om ontregeling van treinverkeer te voorkomen was scheiding van mens en techniek een belangrijk aandachtspunt bij het ontwerp van De Jong Gortemaker Algra. Hart van het gebouw is een ruim vijf meter hoge seinzaal, een 1000 m² kolomvrije ruimte met rondom glas. Cortenstalen lamellen, ronde hoeken en een overstek van 23 meter bepalen het robuuste exterieur.

Het is een enorm strategische locatie, vlakbij het drukste spoorwegknooppunt van Nederland. ‘Als het hier goed gaat, gaat het overal goed’. Maar vijf jaar geleden ging het door een brand mis in de verkeersleidingspost Utrecht. Het treinverkeer in heel Nederland was twee dagen volslagen ontregeld en de kritiek op ProRail en de NS was gigantisch.

Scheiding van mens en techniek

Wat dus misschien wel het belangrijkste onderdeel van deze verkeersleidingspost is, staat onopvallend aan de rand van de kavel: twee identieke zwarte metalen ‘briketten’ die alleen verschillen door de belettering, A en B. Ze herbergen de energievoorziening voor deze post en de back-up. De nieuwe post staat verder van station Utrecht Centraal af dan zijn voorganger, zodat bij een eventuele ontruiming van het station de verkeersleiders gewoon door kunnen werken. De computers van die verkeersleiders (zij bedienen alle wissels en seinen) staan niet op de werkvloer, maar op een aparte verdieping onder de centrale seinzaal. Altijd bereikbaar voor onderhoud en reparaties zonder het werkproces te storen. Het zorgt voor minder opwarming van de seinzaal (dus ook minder koeling nodig) en voor visuele rust in die belangrijke werkruimte: nergens kabels en kastjes, alleen beeldschermen. Scheiding van mens en techniek was een belangrijk aandachtspunt bij het ontwerp.

Blikvanger

Wat wel nadrukkelijk zichtbaar is, is de post zelf. Die staat midden tussen de drukst bereden rails van Nederland, waar de treinen uit de richting van Woerden en Amsterdam samenkomen. ProRail wilde van dit gebouw graag een blikvanger maken, die net zoals de nieuwe NS-stations voor positieve publiciteit zorgt. De vorige post was een onopvallend kantoorgebouwtje vlakbij Utrecht CS. De belangrijkste ruimte in deze nieuwe post is de ruim vijf meter hoge seinzaal op de eerste verdieping. In deze kolomvrije ruimte van 1000 m2 met rondom glas werken ruim veertig verkeersleiders. Het ontbreken van kolommen zorgt nu natuurlijk voor maximale indelingsvrijheid en garandeert ook toekomstige flexibiliteit. Waar de verkeersleiders ook uit het raam kijken, overal zien ze het spoor. Door de plaatsing van cortenstalen lamellen rondom aan de buitenkant van het gebouw, wordt hun blik bovendien naar die rails beneden gedwóngen. Vooral de enorme uitkraging (23 meter!) en de lamellen geven het gebouw van de Jong Gortemaker Algra (dJGA) ‘schwung’. De cortenstalen lamellen zijn voor de treinreiziger een soort ‘luchtrails’. Het zijn bijna alleen treinreizigers die het pand zullen zien: de locatie bevindt zich aan de Bielsstraat, bij de Locomotiefstraat, de Perronlaan en de Koploperstraat: een vrij ‘leeg’ industrieterrein in de zogeheten Cartesiusdriehoek waar vooral NS-ers komen. Een rauwe en industriële omgeving waar geen ‘slick’ gebouwtje bij hoort, vonden de architecten.

24/7

De post is 24/7 bezet, alle dagen van het jaar. Dat betekent dat er naast de seinzaal ook een flinke huiskamer is met planten, oven, koelkast, spelletjes, boekenkasten en lekkere banken. Wie geen dienst heeft maar wel stand-by moet zijn kan hier relaxen en er is ook een slaapkamer. Rondom het gebouw is een soort parkje aangelegd met hergebruikt spoormateriaal: bielzen, plantjes tussen van die typische grijze kiezels die tussen de rails liggen, en de betonnen wandelpaden zijn ingelegd met oude spoorrails. Het gebouw is behoorlijk duurzaam: er is gewerkt met drievoudige beglazing, vloerkoeling, verwarming en er is een energiedak met 1000 m² zonnepanelen en sedum. De cortenstalen lamellen zijn aan de zuidzijde schuiner geplaatst om de zomerzon (en dus opwarming) tegen te houden, aan de noordkant staan ze horizontaler om ’s winters zoveel mogelijk daglicht binnen te krijgen. Een deel van het meubilair is gemaakt van gerecyclede petflessen en sowieso is het hele interieur en de vloerbedekking geschikt voor hergebruik. Plantenbakken met groen krulmos (dat direct doet denken aan de vroegere struikjes bij de Fleischmann modeltrein thuis) hebben een positief effect op de akoestiek en de vochthuishouding.

Geklopt staal

De begane grond van de post heeft weinig programma: er zijn wat technische ruimtes en vooral een ruime entree met een prachtige robuuste rode balie van gewalste en genagelde staalplaten die in ‘ProRail-rood’ zijn uitgevoerd. Op de seinzaal staan bloembakken van datzelfde materiaal. De doorleefde ambachtelijke uitstraling van die objecten komt omdat de stalen platen ouderwets zijn ‘geklopt’ en genageld door een carrosseriebouwer die veel met oldtimers werkt. ‘We wilden iets dat aan die oude rode treinen deed denken’ aldus de architect. Missie geslaagd.

Projectgegevens

Fotografie:Christian Richters

Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 6 van 2015.

 

Gerelateerd

Tags: , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.