Kaptein Roodnat: binnenstebuitenkeringen

Design, Interieur

Kaptein Roodnat: binnenstebuitenkeringen

Door: Viveka van de Vliet | 10-11-2015

Ze draaien al een tijd mee in de creatieve wereld, zijn gedreven, talentvol en ambitieus. Ze kiezen een eigen weg, experimenteren en zoeken nieuwe samenwerkingen. In deel 16 van een serie artikelen over designers: Marleen Kaptein (1977) en Stijn Roodnat (1974), samen Kapitein Roodnat. ‘Er zitten veel dubbelfuncties en binnenstebuitenkeringen in ons werk.’

Ze zijn niet goed te plaatsen. Dat wordt nog altijd als ingewikkeld ervaren. Maar de vrijheid om in het midden te laten wat je bent, vinden Marleen Kaptein en Stijn Roodnat wel prettig. Het bureau kiest voor een andere weg langs een nieuw en breder terrein. Ze delen een brede interesse: de ontwerpers maken producten voor het interieur, producten die tegen kunst aanschuren en producten die dicht tegen de architectuur aanleunen. Een klimmeubel voor in een kinderkliniek, een binnenstebuiten gekostumeerde stoel, een multifunctionele ‘speelsliert’ op een schoolplein, het zijn bijzondere ontwerpen met sterke kenmerken. De contouren, restvormen, doorsneden hebben bij Kaptein Roodnat vaak een functie. Er is meer te zien en te doen dan op het eerste gezicht lijkt; er zitten veel dubbelfuncties of ‘binnenstebuitenkeringen’ in het werk. ‘We kijken vanuit een ander perspectief en niet alleen vanuit de vorm. Een goed voorbeeld is de Costume Chair, waarbij de stof van het maatpak de mal is waar het kunststof voor het frame in wordt gegoten. Frame en bekleding worden zodoende een geheel.

Vliegende start

Veel ontwerpers hebben de ambitie om de grenzen over te steken, met New York als het grootste walhalla aan de horizon. Roodnat en Kaptein hebben hun loopbaan niet uitgestippeld. Geluk speelde een rol, zeggen ze. ‘We kwamen elkaar tegen op de verwarming van de Design Academy Eindhoven’, zegt Kaptein. Roodnat kreeg na zijn afstuderen een opdracht van NL Architects voor de inrichting van de flagship store van de Italiaanse modewinkel Mandarina Duck in Parijs. Marleen werd direct gevraagd voor het interieur van de moderne kunstgalerie Martinez Gallery in New York. De twee ontwerpers bemoeiden zich met elkaars werk, kregen een relatie en begonnen samen te werken aan hun eerste opdrachten. ‘We delen een brede interesse in zowel materialen als de manier waarop je die inzet, en de durf om risico’s te nemen. Een bijkomstigheid: onze namen werken ook goed samen.’

Oranje in New York

Privé-inrichtingen gaan teveel over persoonlijke smaak, menen ze. Kaptein Roodnat vindt grote, duurzame, projecten voor een groter publiek vaak interessanter. ‘Hoe een expressief ontwerp zich verhoudt tot de omgeving, de sociale functie, dat vinden wij heel leuk om over na te denken’, zegt Roodnat. Zulke vaak pittige projecten deden ze in New York. De galeriehouder van Martinez Gallery en een tweetal artsen investeerden in pediatrische klinieken in achtergestelde buurten, waar het moeilijk is de juiste mensen te bereiken. Kaptein Roodnat realiseerde de meest recente praktijk op Broadway, de eerste was in de Bronx, de tweede in Harlem, in 2004. Hoe schreeuw je in schreeuwerige straten vol uithangborden er bovenuit als klein, zeven meter hoog en diep pand, vroegen de ontwerpers zich toentertijd af. ‘Het is interessant om je anders te positioneren in deze markt; we zochten naar een nieuwe uitstraling’, vertelt Roodnat. Ze bedachten een soort oranje muizentrap als speelelement voor kinderen. Vanaf de straat word je aandacht getrokken door een gevelruit met daarachter klimmende kinderen, en ook vanuit de wachtkamer zie je ze spelen. Kaptein: ‘De kinderen vormen zelf het uithangbord.

Label/Breed

Ook het vorig jaar op de meubelbeurs van Milaan gelanceerde nieuwe Label/Breed dat Roodnat samen met Toon Stilma opzette kreeg de nodige aandacht. Het idee waar meer ontwerpers mee rond- en tegenaan lopen: fabrikanten, ontwerpers en producenten op een directe en zuivere 7 manier bij elkaar brengen, maken zij tot een succes. ‘We maken het ontwerpers makkelijker de weg naar bedrijven te vinden die bijzondere innovatieve technologieën ontwikkelen waarmee zij tot nieuwe producten kunnen komen. En bedrijven ontdekken dat ze samen met die ontwerpers hun kennis op een nieuwere manier toe kunnen passen dan ze al honderd jaar doen’, legt hij uit. Onder andere Christien Meindertsma, Demakersvan en ook Marleen Kaptein werden ‘gekoppeld’ aan een typische mannenwereld: het Nederlandse Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR). ‘Het is een echte James Bond-afdeling waar we elkaar inspireerden bij het realiseren van een ‘meisjesproduct’. Een robot legde een platte stoel in 64 secure lijnen van koolstofvezels in maar liefst 26 uur tijd. Deze is daarna gevormd. Het architecturale resultaat heeft iets weg van het stalen patroon van de Eiffeltoren, de poten lijken op zwartgeverfd kunststof rotan en wat betreft de structuur en kleur kan het materiaal ook best zeewier zijn. Het ontwerp is echter gebaseerd op de vleugel van een libelle – een knipoog naar wat er sinds jaar en dag in het laboratorium wordt gemaakt. De koolstofstoel van Marleen Kaptein is eind 2015 verkoopbaar. En de toekomst? ‘We zouden vooral onze uitvindingen op het gebied van technieken en materialen verder willen uitdiepen om tot ontwerpen te komen met een heel andere uitstraling’, zeggen ze.

www.kapteinroodnat.nl

Dit artikel verscheen in ArchitectuurNL 07 2015

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , , , , , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.