De Stadsschouwburg Utrecht viert dit jaar het 75-jarig bestaan. Het gebouw – opgeleverd in 1941 – heeft nog vrijwel de oorspronkelijke contouren. De locatie, in een bocht van de singel pal aan het Zocherplantsoen, was perfect, oordeelde architect Willem Dudok toen hij in 1937 deze plek uitkoos. Onlangs onderging het interieur voor de vijfde keer sinds de oplevering een ingrijpende renovatie.
Bij de vorige verbouwing (2002) kreeg de schouwburg een behoorlijk ‘flitsend’ interieur. Architectenbureau Monk ging destijds helemaal mee met de heersende tijdgeest (hoogconjunctuur) en gaf de Utrechtse schouwburg feestelijke glamour: een goudkleurige betegelde ontvangstbalie, pauwblauw tapijt met een felgekleurd blokkenpatroon aan de rand en knalrode toiletten. Het ooit roemruchte restaurant Esplanade werd in ere hersteld met de opening van het trendy Zindering. De ‘crematoriumsfeer’ die Machiel Hopman van Monk-architecten destijds naar eigen zeggen aantrof, werd met veel elan en grootse gebaren verwijderd.
Glamour maakt plaats voor rust
En wat deed Ronnie Kuiper van Van Hoogevest Architecten, die de verbouwing van afgelopen jaar ontwierp? Kuiper maakte de vorige ingreep weer zo goed als ongedaan. De pauwblauwe vloerbedekking is verdwenen. De glimmende goudkleurige balie is vervangen door een neutraler object met vriendelijke, afgeronde vormen. Prachtig Carrara marmer en donker parket sieren de vloeren. Beige gecapitonneerde wanden zijn teruggebracht in de Zocher-foyer. De ticketbalie is terugverhuisd naar de plek waar Dudok ’m ooit had bedacht, net zoals de garderobe. De heftige blauwe en rode aankleding van de grote zaal is vervangen door zwarte vloerbedekking. ‘We hebben gekozen voor rustiger kleurgebruik. De bezoekers brengen al zoveel kleur binnen.’ Dat leidt ertoe dat de aandacht vanzelf weer wordt getrokken naar de prachtige kroonluchters en staande lampen van Copier, de enorme raampartijen met uitzicht op singel en park en de mooie lichtinval in de foyers. Koven met indirecte verlichting (die in het oorspronkelijk ontwerp zaten) zijn weer terug. Het hele gebouw ademt een grote vriendelijkheid, rust en vanzelfsprekendheid. Kuiper heeft zich terughoudend opgesteld in zijn aanpak, zegt hij. ‘Deze schouwburg is uniek, zo elegant en een beetje chic. Op zo’n gebouw moet je geen stempel willen zetten.’
Oorspronkelijk ontwerp
‘We hebben steeds gekeken naar het oorspronkelijke ontwerp van Dudok’, licht Kuiper de gekozen aanpak toe. Door de ingrepen nu, is op diverse plekken in het gebouw meer zicht op de buitenwereld en omgekeerd kunnen passanten op meer plekken naar binnen kijken bij de schouwburg. Het tekent het tijdsbeeld en het bijbehorende verschil van inzicht over de plek van een culturele instelling ten opzichte van de buitenwereld, zegt Kuiper. Destijds ging je een andere wereld in als je de schouwburg betrad. Nu zijn ‘drempels’ uit den boze en laat een culturele instelling graag aan iedereen zien dat men welkom is. Het architectenbureau had de beschikking over enorm veel schetsen, foto’s en tekeningen. Ook van de latere verbouwingen. Het bureau renoveerde al vaker een ontwerp van deze bouwmeester, onder meer het raadhuis van Hilversum. ‘Ik analyseer het gebouw en vraag me af waarom Dudok het zo ontworpen heeft. Maar ik kruip ook in de huid van de gebruiker. Het moet een goede match zijn.’
Beenruimte en zichtlijnen
Die gebruiker kan tevreden zijn. De capaciteit van de grote (Douwe Egberts)zaal ging van 960 naar 850 stoelen: de nieuwe exemplaren zitten comfortabeler, bieden meer beenruimte en hebben zelfs een in de leuning weggewerkte bekerhouder. Drankjes mogen anno 2016 mee de zaal in. De zichtlijnen zijn verbeterd, technische voorzieningen die opvallend aan de wanden hingen, zijn nu fraai weggewerkt achter ‘plooien’ in de zijmuren. De akoestiek van de zalen werd verbeterd en ook die in de trappenhuizen, die van marmer en glas zijn. Dat waren enorme galmbakken. Nu zijn prettige ‘droge’ ruimtes. De Hekmanfoyer is beter verhuurbaar gemaakt door een enorm barmeubel te verwijderen. Bovendien is daar een extra entree naar de DE-zaal gekomen.
Escher foyer
De Blauwe Zaal onderging een metamorfose. De constructieve pilaren die daar altijd voor een deel van het publiek goed zicht op het podium ontnamen, zijn weg. Daar was wel een enorme ingreep voor nodig. Het dak van de zaal ging er tijdelijk af om een nieuwe constructie te maken. Die zelfde Blauwe Zaal kreeg ook een nieuwe, ruimere foyer, de Escher-foyer. Hier hangt nu de Escher muurschildering met vissen, die voorheen in Zindering te zien was. De tribune van de Blauwe Zaal had een vaste tribune die in een halfronde vorm om de speelvloer heen liep. Nu is het een rechte, goed oplopende tribune, die bovendien helemaal kan worden weggeschoven, wat de functionaliteit en de verhuurbaarheid vergroot. Daarmee heeft Utrecht er een prachtige zaal bij, met een enorme glazen wand en een weergaloos uitzicht op de Dom én de ondergaande zon.
Zindering en Mevr. Dudok
Restaurant Zindering kreeg – ook niet onbelangrijk voor het verdienmodel – een ‘private dining’ zaal. In het restaurant zelf houdt het personeel bij reserveringen en de tafelindeling er rekening mee of gasten naar een voorstelling gaan of niet. In het verleden hadden restaurantgasten die alleen kwamen dineren last van de drukte in de pauze, en stonden er ineens veel tafels ongezellig leeg, als er een voorstelling begon. De inrichting van Zindering was ditmaal in handen van Concrete. De schouwburg kreeg er een tweede horecavoorziening bij, Mevr. Dudok, die zich op de begane grond direct na de entree bevindt. Een mooie plek die uitkijkt op het park en de bekende fontein (De Drie Muzen, Joop Hekman) voor de schouwburg. Mevr. Dudok moet overdag een druk stadscafé worden, is de gedachte.
Grote open kantoorruimte in souterrain
De medewerkers waren tot nog toe her en der in het gebouw gehuisvest. Die versnippering van werkplekken is met deze verbouwing verdwenen. In het souterrain verdwenen de meeste tussenwanden en daarvoor in de plaats kwam één grote open kantoorruimte. Door het verlengen van de ramen en extra beloopbare glazen panelen op de begane grond, komt er nu flink wat daglicht naar binnen. Het souterrain werd door Heyligers Design vormgegeven. Ook backstage zijn ruimtes anders ingedeeld: de artiestenfoyer is vergroot en de kleedkamers staan nu rechtstreeks in verbinding met toiletten en douches, zodat artiesten zich niet ‘in een handdoekje’ over de gang langs de artiestenfoyer hoeven te haasten. Gezelschappen mogen de keuken zelf gebruiken als ze dat willen. De artiestenfoyer optredens ‘onder elkaar.’
Open en transparant
Voor het hele interieur geldt eigenlijk dat Van Hoogevest heeft ‘opgeruimd en schoon gemaakt’, zegt Kuiper. ‘Het moest open en transparant zijn: een gebouw voor iedereen.’ Volgebouwde ruimtes werden vrij gemaakt, opberghokken verdwenen, functies werden geclusterd. De logistiek werd goed geanalyseerd. Het gebouw en alle foyers zijn dankzij een nieuwe lift in de oksel van het gebouw, nu helemaal rolstoeltoegankelijk. Publiek voor de Blauwe Zaal en de Douwe Egbertszaal delen nu entree, garderobe en kaartcontrole, voorheen waren die functies voor beide zalen apart geregeld. Een voormalige regieruimte die eigenlijk niet meer werd gebruikt en als opslaghok diende, is nu de foyer van de Blauwe Zaal. Leveranciers hoeven niet meer via de hoofdentree maar kunnen zich melden aan de zijkant, bij de garage. Die is zo aangepast dat een vrachtwagen met materiaal daar nu helemaal in kan rijden en er droog inen uitgeladen kan worden.
Duurzaam
Er werd een nieuwe zij-entree gemaakt bij de Lucasbrug met een luifel die een look-a-like is van het fraaie – en iets elegantere – exemplaar bij de hoofdingang. Een wat bouwvallige steiger aan de singelkant wordt nog vernieuwd zodat er ook via die kant een fraaie entree komt. Kuiper en consorten hielden zelf kantoor in de schouwburg tijdens de werkzaamheden ‘dan leer je het gebouw goed kennen, dat is belangrijk.’ Last but not least: het gebouw is veel duurzamer geworden, het ging van een F- naar een A-label. Kuiper: ‘En dat voor een rijksmonument’. Klaar nu? ‘We hebben nog wel een verlanglijstje. Aan de buitenkant zit bijvoorbeeld nog wel wat opknapwerk bij de betonranden en andere delen van de gevels die nodig gerenoveerd moeten worden.’ F- naar een A-label. Kuiper: ‘En dat voor een rijksmonument’. Klaar nu? ‘We hebben nog wel een verlanglijstje. Aan de buitenkant zit bijvoorbeeld nog wel wat opknapwerk bij de betonranden en andere delen van de gevels die nodig gerenoveerd moeten worden.’
1939: start bouw naar ontwerp van Willem Dudok
1941: oplevering
1976: Bureau Wouda doet grote verbouwing.Restaurant Esplanade sluit, feestzaal wordt Blauwe Zaal
1995: Bureau Wouda (Erik Knippers) verzorgt verhoogde en verbrede glazen toneeltoren
2002: Monk Architecten heropent restaurant en geeft schouwburg een meer ‘uitbundig’interieur
2016: Van Hoogevest architecten renoveert (bijna) complete interieur en grijpt weer terugop sfeer van Dudok.