Nieuwbouw of renovatie van een bestaand kantoorpand? Vaak komt er dan een tuin op het dak. Een eenvoudig sedumdak is als kijkgroen al interessanter dan zwart bitumen, maar een dak met ‘gebruiks- en verblijfskwaliteit’ voegt zeker waarde toe aan een bedrijfsgebouw en vergroot de verhuurbaarheid. (Landschaps-)architecten en opdrachtgevers delen hun ervaringen met recente daktuinprojecten.
Bij Copijn Tuin- en Landschapsarchitecten in Utrecht merken ze de populariteit van daktuinen al zeker een jaar of tien, vijftien, zegt projectleider Roland Verheul. ‘Het past in de trend van intensief ruimtegebruik in stedelijke gebieden en verticaal bouwen: een parkeergarage, kantoorlagen en groen op het dak. Kan het personeel daar tijdens de lunch een boterhammetje eten en relaxen.’ Bovendien: dichtbij de werkplek dus qua tijdsbeslag vaak interessant. Rudolph Eilander, directeur-architect bij V8- architects in Rotterdam, tekende een grote dak/ binnentuin voor het Sijthoffpand aan de Grote Marktstraat in Den Haag, toen dat een paar jaar geleden ingrijpend werd gerenoveerd. Er was al een kleine binnentuin, maar die zat een verdieping lager. In de nieuwe situatie is er winkelruimte in de plint van het gebouw. ‘We hebben er 2000 vierkante meter beton uit gesloopt, zodat daar winkelruimte met een dubbele hoogte kon ontstaan.’ De derde verdieping is nu de eerste kantoorverdieping, en daar bevindt zich de nieuwe grote binnentuin, op een nieuwe vloerconstructie. ‘De diepte van het pand is ruim 60 meter, en via die binnentuin kun je een short cut maken naar het andere deel van de kantoorverdieping.’ Dat stukje afsnijden kan bovendien droog, want er zit een spankap boven het houtenvlonderpad dat van de éne naar de andere kant van de verdieping voert. Middenin de binnenstad ‘kan een fijne binnentuin natuurlijk sowieso geen kwaad’, zegt Eilander. ‘Maar de tuin wordt echt veel gebruikt, hoor ik. Het is een leuke plek voor een borrel en vier kantoorverdiepingen kijken er op uit, die zien het groen en genieten daarvan. Dit is echt wat anders dan een bitumen dak waar je niets mee kunt. Dat heeft zeker meerwaarde en dat zie je natuurlijk terug in de huurprijs.’
Deelgebruik
Maurik Gommers, partner bij DTZ Zadelhoff, ziet dat daktuinen vooral opduiken als er sprake is van één gebruiker bij een kantoorpand. ‘Deelgebruik van een daktuin is lastig. De ene huurder wil er lunchen, terwijl de ander die lunch juist wil gebruiken voor decentraal maar wel vertrouwelijk overleg. En als je zo’n daktuin alleen gebruikt voor borrels, dan is het wel een dure aangelegenheid. Juist als een daktuin meerdere functies heeft is het sneller rendabel.’ Het is natuurlijk duidelijk een pre, zegt Gommers. ‘Als je als huurder nu een daktuin hebt en je gaat op zoek naar een ander pand en je bekijkt vier verschillende locaties, dan is die tuin waarschijnlijk wel een subjectieve factor die de doorslag kan geven.’ De daktuin wordt nooit gespecificeerd in de huurprijs, zegt Gommers. ‘Maar zit er natuurlijk wel in verwerkt. Een serieuze daktuin kost serieus geld.’
Locatie specifiek
De tuin van het Sijthoffpand in Den Haag is ingericht als duinlandschap. Eilander: ‘We proberen natuurlijk altijd specifiek voor een klant en een locatie te werken en dit is typisch Haags. Dat geldt voor de buitenkant: het is een licht, gebouw met veel ornamenten en mooi gedetailleerd. En het geldt ook voor de tuin.’ Het zand is uiteindelijk geen fijn duinzand geworden, zoals wel op de artist impressions was voorzien: ‘De klant was bang dat het alle kanten op zou waaien, Het is nu iets tussen grof zand en grind in geworden. Het is wel echt helmgras, dat heeft qua onderhoud maar heel weinig nodig.’ De bomen, meerstammige pinussen, staan in potten. Eilander: ‘Die potten wil je liever niet zien, dus die hebben we verstopt in zandduinen.’ Gecombineerd met de spankap is het een mooie strandtent op een halve minuut van je werkplek.
Intensief of extensief?
Er zijn drie soort daktuinen, vertelt Roland Verheul van Copijn Tuin- en Landschapsarchitecten. Extensief, matig intensief en intensief. Wat de extensieve daktuin betreft: denk aan een sedumdak. Belast de constructie het minst en heeft nauwelijks onderhoud nodig. Het grond- of substraatpakket hoeft niet meer dan 10 centimeter dik te zijn. Verheul: ‘Een kuub natte grond weegt 1600/1700 kilo. Dus dan spreek je over een maximale belasting van 170 kilo per m². Substraat, waar klei- en hydrokorrels doorheen zijn gemengd, is nog wat lichter. Dat kan elk dak wel dragen, daarvoor hoef je een constructie over het algemeen niet te verstevigen.’ Ander groot voordeel: er is geen (kostbare) beregeningsinstallatie nodig. De vetplantjes slaan water in hun bladeren op en in droge periodes gebruiken ze dat. Dan verkleuren de planten weliswaar, maar ze gaan niet dood. Verheul: ‘Twee keer per jaar bemesten en onkruid wieden. Voor minder dan 50 euro per vierkante meter kan je een sedumdaktuin aanleggen.’ Wie méér wil, gaat naar een grondlaag van minstens 20 centimeter, een matig intensieve tuin. ‘Daar kun je nog steeds geen boom of struik opzetten, maar wel planten als geraniums, lavendel en kruiden. Dat ziet er gevarieerder uit dan alleen sedum.’
Grond en water
Het echte werk begint bij een grondpakket van 30 centimeter, en daar hoort dan ook een beregeningssysteem bij. ‘Dan heb je dus echt wel een stevige constructie nodig.’ Daarop kun je bomen gaan planten. ‘Kleine bomen als sierappel en kers in 60 cm en grotere soorten als berk en plataan in ca. 100 cm.’ Die hebben water en grond nodig om te kunnen groeien op een dak, en dan nog worden ze nooit zo groot als hun soortgenoten op straatniveau. Verheul: ‘Je bent ze natuurlijk toch een beetje aan het pesten, ze hebben minder plek voor hun wortels. In de volle grond heeft een boom al gauw 30 tot 50 m³ tot zijn beschikking. Dat is dus een pakket van 7 bij 7 bij 1 meter aarde, iets dat op een dak niet snel wordt bereikt.’ Daarnaast is een automatische watergeefinstallatie een must ‘want er is geen grondwater en een dak droogt enorm snel uit.’ Door sensoren in de tuin te plaatsen die de vochtspanning meten en doorgeven aan een computersysteem, kan bewatering op afstand door een hovenier worden aangestuurd. ‘En het is natuurlijk handig om een buffertank te hebben met regenwater.’
Boerin op het dak
Een trend die al een tijd duurt, omschrijft Verheul als: de boerin op het dak. ‘Urban farming, dat houdt al een tijd aan. Bij hotels, restaurants en kantoren. Geen sierappel maar een echte appel. Vergeten groentes zijn ook populair. En ook al kweek je bij lange na niet genoeg paprika’s, het gaat om het idee, de uitstraling en het imago. Het is toch leuk als een personeelslid met een paar zelf geoogste paprika’s door het restaurant loopt op een moment dat het lekker druk is.’
Constructie gebouw leidend
Een echte daktuin is altijd een enorm technische tuin, zegt Verheul. ‘Als je door je oogharen heen kijkt, kun je eigenlijk de constructie van het gebouw eronder zien.’ De daktuin van het European Patent Office (EPO) in Rijswijk is ongeveer 5 voetbalvelden groot en bijna 20 jaar oud. Inmiddels prachtig doorgegroeid, vindt Verheul. ‘Het ziet er uit als een park. Het is echt een ecologisch gebiedje met bijvoorbeeld nestelende meerkoeten en zwanen.’ Als buitenstaander valt het je waarschijnlijk niet op, maar het is op en top een technisch ontwerp, zegt Verheul. ‘De bomen zijn geplant op de kolommen van de parkeergarage eronder. Daar is zwaardere belasting mogelijk. Op de liggers tussen die pilaren hebben we dijkjes van grond gemaakt, daar staan planten en heesters. En op de platen daar tussen ligt gras. Het ontwerp van de tuin is helemaal gebaseerd op de onderliggende constructie.’
Compacter bouwen
De daktuin die Jeanne Dekkers ontwierp voor het Kellebeekcollege in Roosendaal, zat nog niet in het eerste ontwerp dat ze ooit maakte, vertelt de architect. ‘Op een gegeven moment is besloten om compacter te bouwen. Vanuit energieverbruik gezien ook beter natuurlijk. Omdat het schoolplein ook kleiner werd, ontstond de gedachte: kunnen we het dak dan niet gaan gebruiken? Dat leverde meteen de mogelijkheid om een waterbuffer te maken.’ De tuin kreeg dit jaar de tweede prijs bij de verkiezing voor ‘het dak van het jaar’ (uitgeschreven door vakblad Roofs, het dak van Arnhem CS won). Iedereen is enthousiast, hoort Dekkers van de gebruikers. Onderhoud van de tuin zit in het lesprogramma verwerkt, er liggen houten vlonders, er zijn zitelementen en veel planten en kruiden. Onder de vlonders ligt een mengsel van schelpen en zand, dat is de waterbuffer. Daktuinen zijn een grote trend, constateert Dekkers, en zelf is ze een fan. ‘Als je van bovenaf een stad bekijkt, zie je al veel groene daken maar er kan nog zoveel meer. De bewustwording neemt natuurlijk ook toe. Dat je van alles met die daken kunt: moestuinen aanleggen, maar ook op het gebied van energiebesparing. Opdrachtgevers scoren tegenwoordig ook liever punten met een energiearm pand dan met een dikke BMW.’ Gebouwen worden blijer van een daktuin, vindt Dekkers. ‘Het ziet er zo veel leuker uit. Vroeger tekende je al fantaserend een boom op een dak, maar als je nu goed kijkt, zie je dat het ook echt zo is. Die droom is realiteit geworden.’
Waterbuffering
De aanleg van daktuinen wordt natuurlijk gestimuleerd door bijvoorbeeld een stad als Amsterdam, die ontwikkelaars verplicht om waterbuffering te regelen op een dak. Projectontwikkelaar Provast, gaat op de Zuidas de ‘Twin Towers’ herontwikkelen in opdracht van eigenaar Commerz Real. ‘Daar komen een hotel, kantoren en een parkeergarage. Op het dak van de garage laten we een corporate garden van een paar duizend vierkante meter aanleggen. Voor de verplichte opvang van regenwater, maar het wordt ook een groen park waar iedereen overdag van kan genieten.’ Na 19.00 uur is de tuin alleen toegankelijk voor hotelgasten. Er komt een koffiebar op de begane grond, dat betekent dat er na 17.00 uur nog steeds reuring is. ‘Daarmee onderscheid je je op de Zuidas en voeg je waarde toe aan die plek.’ Hoeveel euro’s dat per vierkante meter dan concreet waard is, dat ‘valt in deze markt niet te kwantificeren’, zegt de woordvoerder van Provast. ‘Bedrijven besteden steeds meer aandacht aan de gezondheid van hun medewerkers, duurzaamheid telt serieus mee in de keuze voor een kantoorpand. Ik ben ervan overtuigd dat zo’n kantoor met een grote tuin daarom beter verhuurbaar is en dús ook aantrekkelijker voor beleggers.’
Dit artikel werd gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 4 van 2016