Architectenbureau Benthem Crouwel werkt samen met productontwerper Jólan van der Wiel aan het project Forces of Architecture. ‘We onderzoeken welke rol natuurlijke processen kunnen spelen in een nieuwe vorm van interactieve architectuur’, vat architect Mels Crouwel het project samen. De resultaten van hun experimenten met materialen en installaties kunnen vertaald worden in gevels die reageren op wind, water, licht, temperatuur en trillingen.
Op een tafel staat een soort aquarium van een halve meter hoog en lang en ongeveer 10 cm dik. De glazen bak die is opgebouwd uit verschillende lagen, elk van verschillende afmeting en gevuld met een afwijkende hoeveelheid gekleurde vloeistof. De glasbak staat op een metalen plaat die heen en weer beweegt, waardoor de vloeistof in schokkerige golven voortrolt. Een stuk of tien van deze installaties staan in een aparte werkruimte op de Amsterdamse burelen van Benthem Crouwel Architects. Zo staat naast het aquarium een honingraat-constructie van ongeveer een meter hoog en vijftig centimeter breed. Het raster staat in een verwarmde metalen box en loopt in kleur van onder boven van lichtgeel over in donkerpaars. Daar weer naast hangt een net dat zachtjes heen en weer wiegt door een ventilator. Bij contact tussen het net en de muur lichten ledjes op.
Project Forces of Architecture
Met architectuur lijken deze experimentele bouwwerken in eerste instantie weinig van doen te hebben. De opstelling lijkt nog het meest op een wetenschappelijk laboratorium. Er staan maatbekers gevuld met vage vloeistoffen, petrischaaltjes met onduidelijke korrels, trilplaten, een lasbrander en talloze materiaalproefjes. De afgelopen negen maanden werkte het Amsterdamse architectenbureau samen met productontwerper Jólan van der Wiel in dit laboratorium aan het project Forces of Architecture. ‘We onderzoeken welke rol natuurlijke processen kunnen spelen in een nieuwe vorm van interactieve architectuur’, vat architect Mels Crouwel het project samen.
Gelegenheidscoalitie
Het is een opmerkelijke samenwerking. Jólan van der Wiel is bekend om Gravity, een experimentele productcollectie vervaardigd van siliconen vermengd met ijzervijlsel. Deze ijzervloeistof trekt hij vervolgens met sterke magneten uit een mal omhoog. Als de siliconen na twintig minuten zijn gestold, hebben zich op deze manier grillige tafels en stoelen gevormd. ‘Ik zag zijn werk op een expositie en wist meteen: met deze jongen wil samenwerken’, aldus Crouwel. Inderdaad vormden zijn grote architectenbureau en de individuele ontwerper korte tijd later een opmerkelijke gelegenheidscoalitie. Ook zijn twee vaste krachten aangetrokken en het team is aangevuld met een klein groepje architecten van Benthem Crouwel. ‘We zijn gewoon begonnen met het doen van hands-on materiaalproefjes. Het effect van de zeewind op een strandhuis simuleren met een zandstraler bijvoorbeeld’, aldus Van der Wiel. Al snel werd een focus gevonden door het onderzoek te beperken tot vijf natuurelementen: water, wind, temperatuur, licht en (seismische) trillingen. Vervolgens werd ook besloten om te zoeken naar toepassingen van deze krachten in gevelconstructies. Van der Wiel: ‘Een gebouw moet beschermen tegen de elementen daarom beperkten we ons tot de huid van een gebouw.
Gebouw als wind- en thermometer
Het project hoeft geen concrete resultaten op te leveren, benadrukt Crouwel. ‘Het moest juist een vrijplaats zijn voor experiment. Inspiratie opdoen was het doel.’ Toch heeft Forces for Architecture diverse ideeën opgeleverd die het waard zijn om toe te passen. ‘Dit materiaal verandert van kleur onder invloed van temperatuur’, zegt Van der Wiel, wijzend op de honingraatconstructie Color Changing, die van een donkerpaarse bovenkant langzaam overloopt in de roze onderkant die wordt verwarmd door een hitteplaat. ‘Het gebouw fungeert daardoor als een thermometer.’ Een onderzoek naar de invloed van wind resulteerde in een grof weefsel van textiel dat losjes langs een muur hangt. Het net staat onder zwakstroom; waar het tegen de achterwand botst, wordt het net geaard en gaat op die specifieke plek een ledlampje branden. ‘Deze Lightwall wordt verder uitgewerkt tot een veertig meter installatie die te zien zal zijn op het Amsterdam Light Festival in november en december. Maar het zou ook heel goed kunnen fungeren als een façade van een gebouw. Het gebouw visualiseert dan hoe hard het waait’, aldus Crouwel. Volgens hetzelfde principe zou een gebouw ook net als een houtskool feller kunnen oplichten als het harder waait. Dit wordt onderzocht met Charcoal, een wand vol kleine windmolentjes die ledlampjes laten branden. Hoe harder de molens draaien, hoe feller de leds branden.
Zelfstandig laboratorium
Voor de opstart werd Forces of Architecture negen maanden ondersteund vanuit het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie. Nu moet het lab op eigen benen staan. ‘Vanuit het bureau willen we hier budget voor vrij maken. Architecten lopen nu al naar beneden om inspiratie op te doen bij het werken aan een prijsvraag.’ Maar belangrijk is wel dat het lab zelfstandig is. ‘Als het alleen maar op bestelling proefjes doet, dan blijft echte vernieuwing uit.’ Wellicht dat Benthem Crouwel ook nog andere partijen bij het onderzoek betrekt, zoals ingenieursbureaus als Deltaris en Arup, die nu ook al waren betrokken. ‘Ook moet er ruimte zijn voor onderzoek in opdracht van externe partijen, bijvoorbeeld industriële en commerciële partners of juist met universiteiten.’ Naast het generen van ideeën heeft Forces of Architecture ook positieve neveneffecten. De twee externe werknemers hebben inmiddels een contract bij Benthem Crouwel aangeboden gekregen. Een van die twee was een kunstenaar. ‘Een onverwachte maar zeer waardevolle aanvulling op ons team, die we anders misschien niet zo snel hadden gevonden.’ Ook draagt het lab bij aan de profilering van het kantoor, aldus Crouwel. ‘We hebben al een naam met innovatieve gevelontwerpen, bijvoorbeeld door het Stedelijk Museum en het Sandberg Instituut van de Rietveld Academie. Zo’n vrijplaats voor experiment en inspiratie is van onschatbare waarde voor de innovatieve uitstraling van een bureau.’
Zeven installaties
De onderzoeksresultaten van de afgelopen negen maanden zijn samengevat in zeven installaties die zijn gedocumenteerd op de website www.forcesofarchitecture.com. Naast Color Changing, Lightwall en Charcoal is dat Tectonics, de bak met gekleurde vloeistoffen die golven op een trilplaat. ‘Een onderzoek met urgentie, gezien de toenemende aardbevingen in Groningen’, zegt Crouwel. ‘Maar met aardbevingen worden de toepassingen al snel heel technisch, met ook nog eens het risico dat het al eens gedaan is. Daarbij wordt de zoektocht dan zo oplossingsgericht. We willen nou juist vrij blijven.’ Water is ook een urgent thema maar biedt wel volop aanknopingspunten voor vervolg. ‘Meandering is een onderzoek naar hoe regenwater zichtbaar kan worden gemaakt.’ In een glasplaat zit een patroon dat lijkt op de grillige structuur van kloven in uitgedroogde aarde. Water sijpelt langzaam door het patroon naar beneden. ‘Dit idee gaan we verder uitwerken voor een opdrachtgever in Australië, waar door watergebrek elke regendruppel moet worden opgevangen.’ Meer gericht op Nederland is Waterexpanding, een onderzoek naar materialen die zich juist uitzetten bij contact met water. ‘Daarmee zou je bijvoorbeeld een ademende gevel kunnen maken die zich bij regen vanzelf sluit.’
Inspirerend interdisciplinair
Inspirerend was de wisselwerking tussen twee disciplines. ‘Een ontwerper is meer hands-on’, zegt Van der Wiel. ‘Een materiaalvondst kan ik vrij eenvoudig uitwerken tot een meubel. Bij architectuur zijn er meer randvoorwaarden. De krachten zijn groter, de constructie is complexer en ook kosten spelen een grotere rol. Maar dat is juist leerzaam.’ Bovendien hebben beide disciplines zich de afgelopen periode enorm verbreed, gaat Crouwel verder – de twee voelen elkaar inmiddels moeiteloos aan. ‘Architectuur is meer dan alleen gebouwen.’ Van der Wiel werkte eerder ook al samen met de jonge modeontwerpster Iris van Herpen, voor wie hij een jurk vervaardigde van siliconen die door magneten in een grillige vorm werden getrokken. Van der Wiel en Crouwel behoren tot verschillende generaties. Benthem Crouwel bestaat sinds 1979; Van der Wiel studeerde in 2011 af aan de Rietveld Academie. ‘Maar’, verzekert Crouwel, ‘dat speelde geen enkele rol. De nieuwsgierigheid was daarvoor te groot. En is dat nog steeds. We gaan hoe dan ook door met Forces for Architecture.’
Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 4 van 2016
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.