Het Regulateurshuis maakt deel uit van het complex van de voormalige gemeentelijke gasfabriek in Groningen en is herbestemd tot horecavoorziening. MAD Architekten ontwierp de uitbreiding in een sterk contrasterende stijl.
Op het terrein van het Gemeentelijke Energiebedrijf aan de Bloemsingel is in 1892 het Regulateurshuis gebouwd Chalet-stijl naar ontwerp van de Groninger architect K.H. Holthuis. Vanaf 1922 fungeerde het gebouw als portiersloge van het op hetzelfde terrein gevestigde elektriciteitsbedrijf.
Monument
Met twee bedrijfshallen (de Loods) vormt het Regulateurshuis het enig overgebleven restant van de gasfabriek. In opdracht van het Groninger Monumenten Fonds heeft MAD architekten de renovatie gedaan van het Regulateurshuis en het ontwerp voor de uitbreiding gemaakt om in de behoefte aan facilitaire functies ten behoeve van de realisatie van een café-achtige brasserie te voorzien. In de nieuwe kiosk zitten toiletten en een keuken met uitgifte, want binnen het monument waren deze voorzieningen niet toegestaan.
Nieuwbouw als contrast
“Historiseren kommt nicht in Frage.” Voor architect Johannes Moehrlein was het al snel duidelijk dat de uitbreiding iets totaal nieuws moest worden. Tegenstellingen zijn de basis voor vernieuwing middels herinterpretatie: oud versus nieuw.
Het bestaande monument uit 1892 kent een symmetrische, bijna richtingloze plattegrond met symmetrische gevelindelingen. Het volume van de uitbreiding is als een soort contradictie met het bestaande gebouw asymmetrisch en polygoon vormgegeven en kent een duidelijke richting, parallel aan het fietspad, looppad voor voetgangers en de busbaan.
Het bestaande monument heeft een van de gevels duidelijk gescheiden chaletachtig dak met concave kniklijnen en grote dakoverstekken. Het dak van de uitbreiding vormt samen met de verticale gevels een geheel met convexe kniklijnen en zo oogt de nieuwbouw als een monoliet.
De symmetrische raamindelingen in het bestaande huis muteerde de architect tot een strooigoed van glazen openingen op strategische posities in de uitbreiding. En het donkerbruine metselwerk in halfsteensverband in het monument contrasteert met de witte glanzende natuursteencomposiet in wild verband.
Witte composiet
De gevels zijn bekleed met een steenachtig materiaal, gebroken natuursteen in een polyester-composiet, in stroken (wild verband) gesneden en vervolgens gepolijst.Door de detaillering heeft de architect naar een soort verfijning gezocht.
De kleur ‘wit’ moet op symbolische wijze herinneren aan de enorme bodemsanering die vooraf ging aan de ontwikkeling van het gebied van het voormalige gasfabriekterrein. Wit als de kleur voor reinheid. Het hele gebied is nu voor de Groningers leefbaar en weer bruikbaar geworden.
CiBoGa en Open Ebbinge Lab
Voor het Circus-, Boden- en Gasfabriekterrein, kortweg CiBoGaterrein, heeft de Gemeente Groningen i.s.m. het bureau Alsop Störmer Hamburg een stedenbouwkundig ontwerp gemaakt met woningbouwclusters.Voorafgaand aan realisatie van dit plan is het sterk vervuilde gebied gesaneerd. Tijdens de crisis is dit plan verlaten en ingevuld met tijdelijke gebouwen, het ‘Open Lab Ebbinge’. Door de bodemsanering van het gebied zijn maar enkele gebouwen behouden gebleven; een dubbele bedrijfshal en het Regulateurshuis van de Gasfabriek.
Tekst Jacqueline Knudsen