Afstudeerontwerp Shoah Museum Maarten van Kesteren

Master among masters

Afstudeerontwerp Shoah Museum Maarten van Kesteren

Door: Redactie ArchitectuurNL | 01-05-2017

De Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam was tijdens de Tweede Wereldoorlog het centrum van waaruit de Joodse bevolking van Amsterdam werd gedeporteerd naar Duitsland. Het Joods Historisch Museum wil de plaats nieuwe betekenis geven, als herdenkingsruimte annex Shoah Museum. Maarten van Kesteren maakte als afstudeeropdracht een ontwerp voor de transformatie tot een ontroerende en sfeervolle plek die ruimte biedt aan herinnering en verstilling. Hij studeerde hiermee summa cum laude af aan de TU Delft.

Sommige momenten kaderen gebeurtenissen zo in dat er ontroerende momenten kunnen ontstaan. Op zo’n moment vindt een gebeurtenis plaats, waarbij de plaats de gebeurtenis kracht bij zet. Dat fascineert mij. Zelfs dagelijkse rituelen, zoals dineren in avondlicht of het lezen van een boek in een vensterbank, kunnen momenten van verwondering worden binnen een goed fysiek kader.

In mijn studio start ik mijn werk met het inbeelden van dergelijke momenten. Het zijn gebruiksscenario’s binnen omgevingen van geluid, textuur, temperatuur, licht, herinnering en mythe. Deze momenten probeer ik te beschrijven in korte teksten. De teksten dienen als uitgangspunt, en deels ook als hypothese en presentatiemiddel van het architectonisch ontwerp. Door het intuïtief beschrijven en vervolgens het rationaliseren, bespreken, visualiseren en herschrijven van de verbeelde momenten is het mogelijk om aan de atmosfeer van een plek te werken, zonder gebonden te zijn aan vooringenomen standpunten over vorm. Het is een holistisch alternatief voor de formalistische benadering die de architectuurpraktijk lijkt te overheersen.

Hollandsche Schouwburg

Dit artikel gaat dieper in op een ontwerp waarin deze fascinatie en werkwijze naar voren komen: een voorstel voor een herdenkingsplek en Holocaust museum in Mokum. Als toenmalig architectuurstudent aan de TU Delft werd ik door mijn docent Hielkje Zijlstra benaderd met de vraag van het Joods Historisch Museum naar een student die een vrijblijvend ontwerp zou willen maken voor de vernieuwing van de Hollandsche Schouwburg.

De Hollandsche Schouwburg was een theater aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam dat tijdens de Duitse bezetting het centrum werd van de deportatie van de omvangrijke Joodse bevolking van Amsterdam en omstreken. Later verscheen er een herdenkingsplek en vervolgens een klein museum. Het Joodse Historisch Museum heeft plannen om de plaats een nieuwe invulling te geven als Nationaal Holocaust Museum en herdenkingsplek.

Kop van Medusa 

‘There is no point in exaggerating that, which is already horrific’, zegt de auteur W.G. Sebald ‘perhaps in order to get the full measure of the horrific, one needs to remind the reader of beatific moments of life.’ De verschrikking van de Holocaust kan als het hoofd van Medusa werken: men versteent bij een directe confrontatie. In plaats van het choqueren van bezoekers met spectaculaire vormen, is het doel om een waardige sfeer van contemplatie te creëren. Het plan gaat over leven, het persoonlijke aspect van herinnering en de plek zelf.

Het door het Joods Historisch Museum opgegeven programma van eisen is te groot om in de Hollandsche Schouwburg te passen. Er kan ruimte worden gecreëerd door onbenutte ruimten te benutten en enkele elementen te slopen na een grondige analyse. Daarnaast stel ik, in samenspraak met het Joods Historisch Museum, het gebruik van een tweede locatie voor, waarbij de Hervormde Kweekschool de meest voor de hand liggende optie blijkt. Tijdens de Duitse bezetting stond tegenover de Hollandsche Schouwburg een crèche waar joodse kinderen deportatie moesten afwachtten. Honderden van hen ontsnapten via de naburige Hervormde Kweekschool.

De crèche bestaat niet meer, maar de Kweekschool was ten tijde van mijn ontwerp leeg en is voorgesteld als onderdeel van het museum. In 2016, twee jaar na mijn afstuderen, opende hier (los van mijn plannen) daadwerkelijk een tijdelijk Holocaust Museum als eerste stap in de richting van het nog te bouwen permanente museum. Vanaf de tramhalte op de Plantage Middenlaan, tussen de Hervormde Kweekschool en de Hollandsche Schouwburg in, vonden tijdens de Duitse bezetting deportaties plaats. Deze halte heb ik in mijn voorstel mee-ontworpen als openbare expositie en verbindend element van de twee gebouwen. Vanuit dit startpunt heb ik een ontwerp gemaakt. Ik toon het u graag aan de hand van zes momenten.

Mokum  

De naam Mokum komt van het Hebreeuwse woord makom, wat ‘plek’ betekent. Amsterdam was vóór de Holocaust dé plek voor joden, een veilige haven. Het is een fundamenteel a-monumentale stad. Om een relatie te creëren met de stad en te voorkomen dat herinneringen verstijven in monumentale vormen die de bezoeker kleineren, stel ik a-monumentale, intieme ruimten voor.

– Ik sta op de Plantage Middenlaan. Het gelaagde matte glas in de gevels van de Hollandsche Schouwburg en Hervormde Kweekschool schittert. Achter de open deuren vervolgt de schijnbaar zwevende houten vloer zich.

Eilanden en enclaves  

Zoals de andere plekken die herinneren aan het ooit bloeiende joodse leven in de buurt, zijn de expositie- en herdenkingsruimten verbonden met elkaar door een binnenbuitenritme. Tussen de ruimten bevinden zich sculptuur- en bloementuinen, als regeneratieve achtergrond. Men kan dwalen door deze herinneringsomgeving, er is geen vaste volgorde van ervaringen. Binnen zijn er momenten van concentratie, buiten van reflectie. Het leven in de omgeving is altijd aanwezig, het verhaal niet geïsoleerd. Een membraan, dat geluid en licht doorlaat, markeert de plek door de historische kavelgrenzen te volgen.

– Bleek licht valt door het gespannen membraan dat wiegt in de wind. Het geluid van voetstappen op de essenhouten vloer terwijl ik loop. Het dreunen van de tram in de verte.

Herinnering

De middelen waarmee joden herinneringen overdragen zijn die van een volk dat eeuwenlang heeft gedwaald. Het vertellen van verhalen en uitvoeren van rituelen leidt tot een identificatie met het verleden. Deze middelen kunnen worden gebruikt om de herinnering aan de Holocaust levendig te houden. De expositiezalen bevatten geoliede massief larikshouten ruimten gevuld met zonlicht uit het zuiden. Zwart gepigmenteerd cement wordt gemixt met verbrijzeld basalt van het bestaande monument en gebruikt om 1,5 meter hoge gepolijste voetstukken te maken, die in een staccatoritme langs de verbindende route worden geplaatst. Het massieve hout en de betonnen voetstukken zijn de enige elementen binnen de nieuwe architectuur die zwaar zijn. Ze dragen niet alleen verhalen in de vorm van persoonlijke voorwerpen, maar ook de last van de gebouwen.

– Een kind benadert het kleine object op het zware voetstuk en kan begrijpen: dit was van iemand.

Een plaats van reflectie

Een meerderheid van mensen heeft een beeld van de Holocaust dat gevormd is door spectaculaire films. In het U.S. Holocaust Memorial Museum worden geuren, zoals die van leer, in ruimten gespoten om de bezoeker te herinneren aan achtergelaten schoenen in Auschwitz. Ik distantieer mijzelf van deze ‘Disneyficatie’ en het spectaculaire. In plaats en het creëren van een waardige sfeer van contemplatie. De historische structuur van de gebouwen wordt gestript. Dit is een museum om je jas aan te laten in de winter. Ruimten zijn alleen verhit waar en wanneer nodig.

Het zonlicht verandert op de oude bakstenen, de geur van aarde.

Resonantie

Herinnering gaat het hele lichaam aan. De door mij voorgestelde architectuur is eenvoudig van vorm, maar wordt verrijkt door texturen, overgangen, geur, geluid en het veranderende zonlicht. De gekozen materialen absorberen nieuwe sporen van leven zoals verwering, krasjes of voetstappen duidelijk maar elegant; nieuwe lagen van herinnering worden toegevoegd. Het larikshout wordt behandeld met glanzende olie, het thermisch gemodificeerde essenhout met matte olie. Langzaam oxiderend koper bedekt de daken en beschermt het hout voor regen. De gekozen inheemse beplanting wortelt het ontwerp verder in de plek. Onder de groeiende iepen en platanen zijn er grassen, jakobsladder en salie.

– Een subtiele drempel markeert het binnengaan van een kabinet. De geur van larikshars; zelfs wanneer ik mijn ogen sluit is het gebouw waarneembaar. Geluiden verstommen op de massief houten wanden.

Licht

Het cyclisch verstrijken van tijd speelt een centrale rol in de joodse traditie. Tuinen, langzaam veranderende materialen, de temperatuur van ruimten, maar bovenal het veranderende zonlicht, markeren de plaats, maar ook het cyclisch afwisselen van uren en seizoenen. Op de plek van de voormalige toneeltoren stel ik de ‘chapelle ardente’ voor. Hier kan men, net als de zon, de ovale namenwand volgen. 1.040 roestvrijstalen draden, honderd recyclede glazen kralen aan elke draad, één naam op elke kraal. Ieder persoon van de 104.000 joodse slachtoffers in Nederland heeft hier zijn of haar eigen waardevolle object.

– Ik draai de kraal om een naam te kunnen lezen. De zon projecteert een zachte groene gloed op mij terwijl het licht eindeloos door het glas schijnt.

Mijn afstudeerdocenten waren Hielkje Zijlstra (hoofdmentor/architectuur), Engbert van der Zaag (bouwtechniek) en Patrick Healy (onderzoek). Het onderzoek werd gesponsord door Ties van Dijk van Vola.

Tekst en beeld: Maarten van Kesteren


Beoordeling door Hielkje Zijlstra TU Delft, Heritage & Architecture, afstudeerbegeleider Architectuur (hoofdmentor):

Ontroering, betekenis en harmonie

Ik wil hier een toelichting geven op het afstudeerproject van Maarten van Kesteren, de wijze waarop hij gewerkt heeft en hoe ik hem daarin heb mogen begeleiden. Naast mij waren nog twee begeleiders betrokken. Patrick Healy vormde vanuit de onderzoekskant een onuitputtelijke bron van kennis en is zeer goed in staat de abstractie van betekenis vanuit de historische gelaagdheid van de plek en opdracht aan de orde te stellen. Engbert van der Zaag stimuleerde Maarten de materiële expressie van het project te optimaliseren. Afstuderen is dus teamwork. Bijzonder daarbij is dat Maarten op een heel zelfstandige wijze aan een uiterst complexe opdracht heeft gewerkt. Door zijn vermogen om zich geheel in te leven in de plek en opgave is het eindresultaat ontstaan dat tot in alle vezels ontroering, betekenis en harmonie uitstraalt. Vanuit een eerdere samenwerking met Ties van Dijk van Vola rees de vraag om de opgave voor het Shoah museum te Amsterdam in de voormalige Hollandsche Schouwbrug te agenderen als afstudeeropdracht. In een reguliere afstudeerstudio met 12 studenten komt een dergelijke opdracht niet tot zijn recht. Daarom heb ik voorgesteld dit in het Explorelab, op individuele basis door één student te laten oppakken. Dat werd Maarten die ik kende vanuit een eerder project.

Maarten heeft de Hollandsche Schouwburg samen met de tegenoverliggende kweekschool en de tramhalte ontworpen tot een centrum van herinnering, verstilling en betekenis. Door diepgaand onderzoek te doen naar Mokum, de joodse geschiedenis en de betekenis van deze locatie voor de stad is hij tot de ziel van de opgave doorgedrongen. Dit onderzoek vormde de drager voor het ontwerp op alle niveaus. Hierdoor was Maarten in staat de locatie en het reële programma in zijn ontwerp te synthetiseren. Door de bestudering van veel literatuur, ervaringen vanuit excursies, gedachtewisselingen met de huidige museumdirecteur en met overlevenden van de Shoah, heeft hij de opdracht om een plaats van herinnering en informatie te creëren in zijn ontwerp weten te vangen. Het ontwerp is op alle schaalniveaus doorgedacht, verbeeld en in staat om te ontroeren. Wat ik als bijzonder heb ervaren in het proces met Maarten is dat ieder document van logboek tot en met de eindpresentatie een niveau van perfectie uitstraalde die bij een opdracht als deze essentieel zijn. Hij bereidde iedere afspraak zorgvuldig voor, zodat we de zaken die er toe deden goed konden bespreken. Mede dankzij het reisbudget van Vola en de medewerking vanuit het Joods Historisch Museum is er een project ontstaan dat een grote mate van realiteit in zich bergt. De meeste moeite heeft het Maarten gekost om de mate van gevoeligheid die in het ontwerp zitten tot uiting te brengen in zijn tekeningen. Een ontwerp als dit zou gerealiseerd moeten worden om de kracht er van echt te kunnen ervaren. Het was voor mij een voorrecht om Maarten in dit project te kunnen begeleiden, waarbij ook ik veel geleerd heb. Dat is de kracht van meester onder meesters.

Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 2 van 2017

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.