De oude conservenfabriek Tieleman & Dros in Leiden werd door GAAGA getransformeerd tot een wooncomplex met 16 woningen. Het fabriekscomplex stond op het punt te worden gesloopt. Door het gebouw met een bouwgroep te ontwikkelen kon het pand behouden blijven. Het project is een samenwerking met OntwerpJeWoning en Vink Bouw Nieuwkoop.
“De bestaande gebouwen doen het werk”, dat is uitgangspunt geweest in de visie van GAAGA. Het karakter van de voormalige fabriek zagen we als een grote kwaliteit en wilden we bij de transformatie naar een woonbestemming zoveel als mogelijk gebruiken en inzetten. Het complex bestond onder meer uit grote, hoge hallen met veel volume en kapconstructies van hout en staal maar met weinig daglicht. Eén van de bouwdelen, een weinig karakteristieke hal op het binnengebied, is gesloopt. Hiervoor in plaats is een binnenhofje gerealiseerd. In het meeste donkere en voor woningen minst geschikte gedeelte van het complex is een inpandige straat gemaakt die de fietsenbergingen en woningen ontsluit. Buitenruimtes zijn in alle soorten en maten toegevoegd; balkons, dakterrassen, collectieve en privé tuinen. Door een nieuw ontsluitingssysteem zijn alle bouwdelen binnendoor of buitenom met elkaar verbonden en is er een echte eenheid en wooncollectief ontstaan. Ook de nieuwbouw hoort nadrukkelijk bij het ensemble; met hun voordeuren aan het binnenhofje zijn ze onlosmakelijk verbonden met het oude complex.
Bouwgroep
Het project is een goed voorbeeld van het ontwikkelen van een gebouwcomplex samen met een groep van toekomstige, gelijkgestemde bewoners. Toekomstige bewoners waren betrokken bij het ontwerpproces, waardoor er veel ruimte was voor persoonlijke woonwensen.
Hofjes
Leiden heeft veel binnenhofjes. Door een van de minder karakteristieke hallen te slopen en op aansluitend braakliggend terrein nieuwbouw te realiseren, ontstond ruimte voor een nieuw Leids hofje met gemeenschappelijke binnentuin en aangrenzend privéterrassen. Vanwege het collectieve hofje verdween ook de noodzaak om iedere woning van een grote buitenruimte te voorzien, waardoor er aanmerkelijk meer vrijheid ontstond om ze vorm te geven. Een doorgang in de bestaande bouw maakte het mogelijk om het hofje direct van straat te zien en te bereiken. De doorgang is afgeschermd met een opengewerkte stalen poort.
Daglicht
De sloop van een oude, minder karakteristieke fabriekshal en de creatie van het hofje zorgde ook dat de woningen aan het hofje een extra gevel kregen. Dit loste voor deze woningen het probleem van het daglichttekort op. Een andere woning werd voorzien van een patio door een groot gat uit het dak te zagen.
Industriële uitstraling
De industriële uitstraling aan de binnenkant van het complex wilden we zoveel als mogelijk bewaren. Bestaande vloer- en dakconstructies zijn zoveel als mogelijk intact gehouden en in zicht gehouden. Aan de binnenzijden van de buitenmuren brachten we isolerende gasbetonblokjes aan die de scheve contouren van de muur nauwkeurig volgen. Je ziet niet eens dat de muur geïsoleerd is. Een van de hallen beschikt over een houten kapconstructie. Waar de balken de muur ingaan, lopen de gasbetonblokjes schuin af om condensvorming tegen te gaan. De schuine kantjes accentueren zo de balken, waardoor de eigenheid verder versterkt werd.
Gevel
Tussen de conservenfabriek en een doorlopende weg bevond zich een braakliggend terrein. Hier hebben we een aantal ‘rijtjeshuizen’ geplaatst, maar dan achterstevoren, dus met de voordeur aan het hofje. Aan de straatzijde wordt de gevel gekenmerkt door een aantal in het oog springende raamvlakken, verwijzend naar het industriële karakter en passend bij de stoere uitstraling van het gebouw. Naast deze eigenzinnige interpretatie van het bekende Hollandse rijtjeshuis bevat het nieuwbouwgedeelte een bijzondere bovenwoning met opvallende erkers op de hoek.