Het havenpaviljoen en de Willem II passage in Tilburg zijn voorbeelden van publieke architectuur van architectenbureau Civic. En de transformatie van een voormalige locomotiefloods tot stadsforum, dat begin 2019 haar deuren opent, is bij uitstek een gebouw dat ontmoeting en uitwisseling stimuleert. Maar ook woningbouw kan volgens Civic publieke architectuur zijn, mits er een bredere relevante opgave in wordt geadresseerd. ‘We zijn het in Nederland ietwat vergeten maar dit is een heel klassieke opvatting van architectuur.’
De druk op steden neemt toe, tegelijkertijd verdwijnt er steeds meer openbare ruimte. De overheid en corporaties treden terug en de private sector wordt dominant. Dat resulteer een paradox. Mensen trekken naar de stad vanwege de belofte van diversiteit; daar ontmoet je elkaar sneller en beter. Tegelijkertijd zijn er steeds minder plekken waar die ontmoetingen kunnen plaatsvinden. Maar een debat over de rol die de rijksoverheid en de gemeente moeten spelen in het behoud van de openbare ruimte wordt nauwelijks gevoerd. Wij houden ons daarom bezig met publieke architectuur: welke gebouwen en ruimtes van algemeen nut hebben we nodig en hoe zien die eruit?’ Dit is de beknopte versie van de ontwerpvisie van het Amsterdamse architectenbureau Civic, bestaande uit vier de partners Rick ten Doeschate, Gert Kwekkeboom, Ingrid van der Heijden en Jan Lebbink.
Cloud Collective
De vier kennen elkaar uit het Cloud Collective, een netwerk van twaalf architecten, stedenbouwers en grafisch ontwerpers dat al tijdens de studie aan de TU Eindoven werd opgericht. ‘Het was een goede leerschool. We sparren nog steeds en werken soms ook samen. Maar om te kunnen werken aan grote publieke projecten bleek de structuur van een coöperatie minder geschikt. Bovendien wilden wij ons specialiseren in het ontwerp van publieke architectuur. Daarom zijn we in 2015 Civic gestart’, zegt Kwekkeboom, die met Ten Doeschate in dit gesprek Civic vertegenwoordigt.
Pantheon
Misschien wel het krachtigste voorbeeld van deze Civic-benadering is LocHal in Tilburg. Een voormalige locomotiefloods in de spoorzone naast het Centraal Station wordt getransformeerd tot openbare bibliotheek, een muziekzaal, flexwerkplekken, conferentiezalen, ruimtes voor kunstenonderwijs en een grote stadshal voor publieke evenementen, exposities en debatten. ‘De aanvankelijke vraag was een openbare bibliotheek, aparte ruimtes voor diverse kunstinstellingen en co-work spaces. Wij hebben vervolgens voorgesteld om dit imposante gebouw tot een prominente publieke ontmoetingsplek te maken. De spoorwegen speelden een belangrijke rol in de historie van Tilburg, ze waren een belangrijke werkgever. Daarom hebben wij een plan ontworpen met een grootse publieke stadshal; een ontmoetingsplek op schaal van de stad, zoals bijvoorbeeld stadhuizen en kerken dat ook waren, of het oervoorbeeld van het Pantheon.’
Locomotiefloods
Om de publieke uitstraling van het gebouw te waarborgen is voortgebouwd op de karakteristieke elementen van de locomotiefloods, met name de monumentale ruimtelijke structuur die doet denken aan een hangar. ‘De hoge voorgevel is uitnodigend en transparant, en biedt voorbijgangers een blik in het interieur. Vanaf de straat kun je zien wat er gebeurt.’ De achterliggende binnenhal is intact gehouden als plek waar iedereen samenkomt. De kleur- en materiaalkeuze versterkt de kwaliteit van het industriële monument.
LocHal
Centrale plek in LocHal is de enorme bibliotheekzaal in de binnenhal. Een brede trap met terrassen voert naar de co-werk verdieping; de trap is ook een plek om te lezen, te werken of te discussiëren. De grote leestafels in de binnenhal kunnen ook worden weggereden; grote verschuifbare doeken maken het mogelijk grote en kleine werkruimtes te isoleren of de trappartijen te transformeren tot theater- of lezingenruimte. ‘Deze doeken zijn ontwikkeld door Inside Outside van Petra Blaisse met het lokale Textiel Museum.’ Boven de glazen voorgevel hangt een vier meter diepe uitkraging: het Stadsbalkon. ‘Dit is een extra multifunctionele ruimte met uitzicht op de binnenhal én de stad.’
Geometrische patronen
In de visie van Civic staat een gebouw nooit op zichzelf maar staat het in verbinding met zijn omgeving. In Tilburg kreeg Civic de mogelijkheid om twee elementen te verbinden met de herinrichting van de Willem II-passage voor fietsers en voetgangers in hetzelfde spoorgebied. In plaats van een donkere tochtige tunnel, zoals je die vaak ziet, is met een spannend ontwerp van glas, licht en geometrische patronen een blikvanger gecreëerd die stadsbewoners als het ware naar de spoorwegzone leidt, waar ook LocHal ligt.
Willem II-passage
Aan de stadskant loopt de passage uit op een prominente winkelstraat met karakteristieke bakstenen huizen. ‘Daar hebben we naar gerefereerd met glazen bouwelementen in de vorm van bakstenen.’ Daarnaast zijn aspecten als veiligheid en bereikbaarheid belangrijk. ‘We hebben een lichtwand ontworpen die mensen intuïtief begeleidt door de tunnel. Achter de glaselementen zitten leds die het glas oplichten in wisselende patronen. Heel subtiel, want het moet geen kermis worden.’
Ruime definitie van publieke architectuur
Civic hanteert een ruime definitie van wat publieke architectuur is. Kwekkeboom: ‘Dat kan ook woningbouw zijn, mits er een bredere relevante opgave in wordt geadresseerd. We zijn het in Nederland ietwat vergeten maar dit is een heel klassieke opvatting van architectuur.’ Deze opgave kan de energietransitie zijn maar ook hoe de skyline van Amsterdam wordt gedefinieerd. Een woongebouw staat nu eenmaal in verbinding met zijn omgeving. ‘Welke impact heeft een verdicht wooncomplex met gestapelde appartementen op de stadsomgeving? Die vraag maakt zo’n opdracht voor ons interessant.’
Publiek belang
In het brede domein van de publieke architectuur heeft Civic een vijftal focuspunten onderscheiden: naast cultuur zijn dat publiek, landschap, kennis en wonen. Op tafel ligt een stevig boekwerk waarin de vier architecten de vijf visies uiteen uiteenzetten. Het drukwerk is tot in de puntjes verzorgd en de renderings zijn soms nauwelijks te onderscheiden van echt fotomateriaal. Door deze professionele aanpak heeft Civic snel naam gemaakt. Zo kreeg het bureau de BNA-Next Step Award, die bestaat uit 10 duizend euro en een bouwopdracht van ontwikkelaar Synchroon op een kavel in het Amsterdamse Buiksloterham. Daarnaast kreeg Kwekkeboom een individuele onderscheiding met Arc Talent Award 2017. ‘Wij zien dat als een gezamenlijke prijs’, aldus de laureaat. ‘Mensen zien nu eenmaal graag één gezicht in een magazine of op een podium, een beetje een ouderwetse opvating.’
De landschappelijke interesse van Civic blijkt uit een schetsontwerp voor een bezoekerscentrum op de nieuwe eilanden in de Markerwaard. ‘Hoe kunnen we natuur beleven in een drukbevolkt land als Nederland, dat publieke vraagstuk maakt landschap interessant voor ons. We werken dan samen met landschapsarchitecten, want zij hebben die specifieke kennis in huis.’
Ook interesse voor woningbouw is gestuurd door een publiek belang. Wat volgens Kwekkeboom ‘alles van geluidsoverlast tot luchtkwaliteit kan zijn’ oftewel ‘dat wat in de gemeenteraad besproken wordt’. De kennis hiervoor ontwikkeld Civic door onderzoek. ‘Thema’s als de energietransitie, voedsel of smart mobility worden vaak op een abstract niveau onderzocht. Wij stellen vervolgens ook concrete architectonische toepassingen van dat onderzoek voor. Dáár ligt onze interesse in woningbouw.’
IABR: Energie en architectuur
Voor de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR) onderzocht Civic hoe energiebesparing kan leiden tot een nieuwe woontypologie. ‘Hiervoor zijn we eerst teruggegaan naar de elementaire principes, zoals bij het huis dat is georganiseerd rondom een haardvuur of de boerderij waarbij het woonhuis de warmte van de dieren in de stal gebruikt. Hoe kunnen we hiermee een eigentijdse woning ontwerpen?’, zegt Ten Doeschate. In het lijvige boekwerk Lexicon Energie & Architectuur (op aanvraag gratis te downloaden) heeft Civic 45 uitgangpunten verzamelt voor een duurzame relatie tussen architectuur en energie. ‘Een ondiep volume georiënteerd op het zuiden kan energie oogsten. Een klein overstek is genoeg om de hoogstaande zon in de zomer tegen te houden, terwijl de lichtinval in de winter optimaal blijft.’
Collectief woongebouw
Op de IABR 2018 werden deze uitgangspunten geconcretiseerd in ontwerpen, zoals een collectief woongebouw. Als alle woningen 10 procent ruimte afstaan voor een collectief gebruik, dan worden ze ook vele procenten energiezuiniger. De collectieve ruimtes kun je goed zoneren op basis van hun energieprofiel. De restwarmte van een gezamenlijke sauna bijvoorbeeld, kan worden gebruikt voor de omliggende woningen. ‘Dat deze woonvorm ook de sociale cohesie bevordert spreekt voor zich’, aldus Kwekkeboom. Soms liggen de oplossingen voor de hand, zoals vermenging van kantoren en woningen in één gebouw. ‘Een kantoor heeft koeling nodig en een woning juist verwarming en veel zon. Waarom zou je deze energiestromen niet uitwisselen. Wij zoeken altijd naar een architectonische dimensie in maatschappelijke opgaves, of het nu om een museum of een woongebouw gaat.’
Questionnaire
Favoriet historisch gebouw? Het Pantheon, het publieke gebouw bij uitstek. Het is een indrukwekkende ervaring daar binnen te treden – de presentie van het gebouw aan het Piazza Della Rotonda, de portico als transitie tussen binnen en buiten, je ogen die moeten wennen aan het donker en dan de monumentaliteit van de ruimte, het dramatische licht dat binnenvalt door de oculus (die er ook voor zorgt dat de koepel beter bestand is tegen aardbevingen) en de combinatie van de rijk gematerialiseerde plint en de bijna abstracte koepelcassettes die ook weer een constructieve functie hebben.
Favoriet hedendaags gebouw? Het Scandinavische paviljoen in de Giardini in Venetië van Sverre Fehn. Fantastisch, een ingenieus gebaar creëert een rijke en atmosferische ruimte. Het dak balanceert door de driedubbele haaks op elkaar geplaatste betonliggerconstructie tussen zwaarte en lichtheid, het definieert de ruimte, filtert het licht en integreert de bestaande natuur.
Favoriet Nederlands gebouw? Wat Wouter van Stiphout ooit over de Kunsthal schreef geldt zeker voor het Groot Handelsgebouw: ‘een genadeloos portret van de stad, alsook haar manifest, en het voelt aan alsof het speciaal voor jou gemaakt is.’
Favoriete architect? We kunnen niet kiezen: Carlo Scarpa, Adolf Loos, Mies van der Rohe, Gio Ponti, the list goes on. De manier waarop ze innoveren op basis van het klassieke metier, zich er niet door laat remmen maar het juist als inspiratiebron gebruiken en bezoekers en gebruikers een rijke ervaring weten te bieden.
Favoriete hedendaagse architect? We hebben veel bewondering voor architecten als RCR, Smiljan Radic en Barozzi Veiga maar ook Steven Holl: ze weten allemaal op verschillende wijzen te variëren op conventies – sommige doorbreken ze zelfs – en super zintuigelijke architectuur te creëren die spreekt tot architecten en niet-architecten.
Favoriete Nederlandse architect? Het lijkt wel alsof onze generatie het tot een sport maakt zich af te zetten tegen Rem Koolhaas. Maar wat een inspiratiebron: relevant, kritisch, theoretisch en in het ontwerp. OMA is een voorbeeld voor ons, onder andere door de wijze waarop ze pragmatiek met het sublieme verbinden.
Wanneer niet in Nederland, vanuit welk land zouden jullie dan willen werken? We kunnen ook vanuit hier in landen werken waar de opgaven urgenter zijn, en de rol van de architectuur anders.
Wat zou je nooit ontwerpen? De talloze voorbeelden die ontworpen zijn voor het (moreel) goede maar gebruikt worden voor het slechte, en vice versa tonen hoe moeilijk deze vraag te beantwoorden is op hypothetisch niveau.
Wat irriteert je het meest in het vak? Hoe te veel discussies binnen het vakgebied gaan over wat andere architecten verkeerd doen, in plaats van over wat we zelf belangrijk vinden en kunnen verbeteren. Op die manier gaat het ons nooit lukken onze zeggenschap over de gebouwde omgeving weer te vergroten.
Wat is je droomopdracht? Het onderzoeken, ontwerpen en bouwen van publieke gebouwen
Belangrijkste inspiratiebron buiten architectuur? Dat is voor ons alle vier anders: film, pop-cultuur, beeldende kunst, literatuur maar ook reizen en praten met mensen van buiten de architectuur.
Meest waardevolle advies ooit? Fuck dogma’s, blijf nieuwsgierig.
Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL 6 2018
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.