Vier masterstudenten van de TU Delft initieerden een eigen ontwerp- en onderzoekstudio voor hun afstuderen, Atelier for Resilient Environmental Architecture (AREA), waarin ze een Framework for Human Resilience hebben ontwikkeld dat professionals in de bouwwereld helpt op een holistische manier duurzaamheid te integreren in hun projecten en op die manier bij te dragen aan de weg naar een bewoonbare planeet. Het gezamenlijk afstudeeronderzoek is beoordeeld met een 10.
Met de verwachte mondiale bevolkingsgroei en gelijktijdig een enorme stijging van het Bruto Binnenlands product (BBP/GDP) zal de vraag naar grondstoffen, die nodig zijn om te beantwoorden aan het Westerse consumptiepatroon, flink stijgen. Daartegenover wordt de noodzaak de planetaire overbelasting te reduceren almaar dringender. Een excursie in het voorjaar van 2017 naar de Kulluvallei in het Himalayagebied van India brengt de ambivalentie van de wereldproblematiek voor AREA helder naar voren. Dit gebied laat een sociaal-maatschappelijke ontwikkeling zien gedreven door Westerse aspiraties ten koste van het milieu, met als directe gevolg uitputting van lokale grondstoffen en klimaatsverandering, zoals overstromingen en lucht- en watervervuiling. Tijdens het ontwerpen voor deze locatie, valt het op dat elke keuze een mogelijke uitkomst heeft die haaks staat op één van de andere ontwerpdoelen. Hoe kunnen ontwerpers aansluiten op wat mensen willen, maar tegelijkertijd duurzame keuzes maken die hun toekomst en die van hun leefomgeving niet verstoren? Hoe hanteren we een duurzaamheid in onze projecten, die daadwerkelijk aan alle aspecten van duurzaamheid raakt? Hoe kunnen we alle drie de aspecten van duurzaamheid – de sociale, economische en milieutechnische – met zekerheid incorporeren, en verzekeren dat we niet voorbij gaan mogelijke bijkomende sociale, economische of milieutechnische effecten? Hoe kunnen we de groeiende wereldpopulatie in hun basisbehoeften voorzien, maar tegelijkertijd de toenemende druk op het milieu verminderen? Deze vragen vormden bij de leden van het AREA de kern van het afstudeeronderzoek.
Impact bouwwereld op welzijn planeet
Om aan dit grootschalige vraagstuk te kunnen relateren, ontwikkelde AREA een Framework. De eerste stap was om een nauwkeurig en overzichtelijk beeld te krijgen van welke ontwikkelingen het globale landschap domineren. Uit dit onderzoek kwam sterk naar voren dat de bouwindustrie een aanzienlijke impact heeft op het welzijn van de planeet.
De beknopte weergave van deze cijfers laat echter nog weinig zien van de ingewikkelde onderlinge verbanden die eraan ten grondslag liggen. Zo komen de effecten van het hedonistische consumptiegedrag van de hogere inkomensgroepen voornamelijk tot uiting in gebieden waarmee zij het minst geconfronteerd worden. Om te kunnen voorzien in onze consumptiebehoeften, worden landsgrenzen overschreden en lokale bronnen uitgeput. Bovendien worden grondstoffen in veel gevallen gewonnen onder erbarmelijke arbeidsomstandigheden en is het industriële proces verantwoordelijk voor vervuiling van de natuurlijke (leef)omgeving en instabiliteit van het ecosysteem. Tegelijkertijd is de uitstoot van broeikasgassen, die het gevolg is van deze consumptiestandaard, verantwoordelijk voor vervuiling en opwarming van de aarde, hetgeen op haar beurt de oorzaak is voor natuurrampen in kwetsbare gebieden. Tenslotte bevinden de lokale gemeenschappen zich in een uiterst kwetsbare positie door hun geringe vermogen te kunnen herstellen van natuur- en sociale rampen. Dikwijls ligt de oorzaak bij een onderontwikkeld overheidsbeleid op het gebied van responsstrategieën, een infrastructuur die er niet op berekend is, een economie die de klap niet aan kan.
Human Resilience
Het vermogen van de mensheid zich te herstellen en te leren van ontwrichtingen om zo het voortbestaan van de mensheid te kunnen verzekeren, definieert AREA als Human Resilience en is tevens het uitgangspunt van het Framework. Belangrijk is te begrijpen dat Human Resilience ondergeschikt is aan een goede balans tussen sociale, economische en milieutechnische duurzaamheid.
Het doel van dit Framework for Human Resilience is professionals in de bouwindustrie te kunnen ondersteunen bij de analyse en validatie van zowel de context waarvoor ontworpen wordt, als het eigen project ten opzichte van Human Resilience.
Bestaande frameworks
Wereldwijd is er consensus dat de oplossing voor de spanning tussen enerzijds de menselijke behoeften en anderzijds behoud van onze planeet, geborgen ligt in duurzame ontwikkeling. Om een goede basis te leggen voor het Framework heeft AREA de geschiedenis ten opzichte van duurzame ontwikkeling en de definities die daarbinnen ontwikkeld zijn als uitgangspunt genomen en vandaaruit vertaald naar voor de bebouwde omgeving.
Brundtland
De definitie voor duurzame ontwikkeling van de Brundtland Commissie uit 1987 wordt sindsdien wereldwijd als uitgangspunt genomen: ‘Ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen’.
Ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden is de kern van duurzame ontwikkeling en impliceert de importantie van een sterke sociale basis die het welzijn van de wereldpopulatie verzekerd. Hieraan is, onder leiding van de VN, hard gewerkt sinds 1948, door het definiëren van mensenrechtennormen en het invoeren van velerlei ontwikkelingsprogramma’s die de voorziening van primaire levensbehoeften bevorderen.
Hoe deze sociale basis te verzekeren, zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen, vraagt om een milieutechnisch kader dat de huidige en toekomstige voorziening van natuurlijke bronnen verzekert, evenals een stabiele natuurlijke omgeving om in te leven.
UN Framework
Het eerste Framework is geformaliseerd door de VN in 1992, met daaropvolgend de Millenniumdoelen in 2000. Slechts één van de acht Milleniumdoelen focust op een duurzaam milieu, de andere hebben een humanitaire focus.
Een rapport dat een belangrijke rol speelt in de totstandkoming van de daaropvolgende set van doelstellingen van de VN, de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (UN SDG’s), was Planetary Boundaries: Exploring the Safe-operating Space for Humanity (Johan Rockström et al. 2009). Dit rapport schetst de conditie van negen processen in verschillende milieusystemen die vitaal zijn voor het overleven van de mensheid. Dit rapport is erg belangrijk voor de wereldwijde beeldvorming van de urgentie van de huidige situatie en van de grenzen die aangeven tot welk limiet elk proces staat is het leven op aarde te onderhouden.
Donuteconomie
Een grote inspiratie voor de totstandkoming van het Framework for Human Resilience is de donut van Kate Raworth. Met haar Doughnut Economics (2017) stelt zij een theorie voor die de sociale basis, als gedefinieerd door de VN, inkapselt in een kader van de door Rockström et al. gedefinieerde planetaire grenzen. Het resultaat is een donutvormig diagram bestaande uit drie lagen. In het hart van het diagram ligt de sociale basis, gevuld met componenten voor sociale en economische duurzaamheid. De donut geeft een symbolische grens weer, een minimum waarbij de mensheid kan gedijen. De periferie toont de planetaire grenzen, met daarbuiten het gebied met de kritieke situatie van de negen milieuprocessen, na overschrijding van de planetaire grenzen, de Threats for Human Resilience. Daartussen ligt de Safe Space For Humanity.
Sustainable Development Goals
De donuttheorie is van groot belang geweest bij de ontwikkeling van de duurzame ontwikkelingsdoelen. Hoewel deze SDG’s als complete set inclusief zijn, raken ze vertroebeld in de vertaling naar de praktijk. De manier waarop de doelen gepresenteerd worden en waarop het beleid per doel is opgesteld, permitteert een onafhankelijke benadering per doel. Dit maakt het mogelijk voor een overheid of organisatie zich één van de doelen toe te eigenen en deze af te checken, zonder daarbij de effecten op de andere doelen in acht te nemen. Doorgaans zijn er onafhankelijke organisaties opgezet vanuit de VN die zich expliciet toespitsen op één doel.
Het AREA Framework
Het Framework for Human Resilience is ontwikkeld als hulpmiddel om zowel sociale, economische en milieutechnische duurzaamheid op een harmonische wijze te integreren in een project. De door AREA ontwikkelde collectie van doelen en targets zijn ingebed in Raworth’s Safe Space for Humanity in relatie tot de bebouwde omgeving. Volgens het Framework is deze Space een bebouwde omgeving die waardevol, haalbaar, efficiënt en veilig is, dit zijn de vier kernwaarden.
Het Framework bestaat uit acht onderling afhankelijke doelen die behaald moeten worden door het vervullen van per doel vijf specifieke targets. De hier getoonde weergave van het Framework laat een voorbeeld zien van de vijf targets onder het doel: Network of Infrastructure. Op deze manier zijn er voor elk doel vijf targets gedefinieerd. Deze doelen en targets zijn ontwikkeld door best practices in sociale, economische en milieutechnische duurzaamheid in de bebouwde omgeving te bestuderen. Om elk van deze drie componenten te integreren, is het belangrijk om deze te formuleren als competenties in plaats van functionaliteiten. De focus ligt bij het scheppen van het vermogen om de doelen na te streven in plaats van het stellen van strikte reglementen van wat er bereikt moet worden. Dit biedt de vrijheid om een van de doelen na te streven tot in de mate waarin het optimaal is voor de betreffende context, zonder het risico te lopen een ander doel te ondermijnen. Daarnaast is het op deze manier mogelijk om het Framework in te zetten voor een project van elke mogelijke schaal.
Als visuele tool helpt het Framework de Threats for Human Resilience te vermijden, door vijf stappen over acht doelen te zetten richting de vier kernwaarden. Wanneer elk van deze vijf targets bewust is meegenomen in het ontwerpproces, wordt er een doel bereikt. Het bereiken van alle doelen resulteert in een project dat voldoet aan Human Resilience, enkel wanneer sociale, economische en milieutechnische aspecten gelijkwaardig benaderd zijn.
Het Framework for Human Resilience kan worden toegepast door iedere actor in de bebouwde omgeving; van ontwerpers en architecten tot ontwikkelaars en planners, maar ook door lokale gemeenschappen in de eigen bebouwde omgeving. Het biedt een holistisch, liquide model waarin duurzaamheid en veerkracht van de bebouwde omgeving kunnen worden gevalideerd. Dit kan op meerdere schalen door consequent de onderlinge afhankelijkheid van sociale, economische en milieutechnische duurzaamheid in acht te nemen. Het Framework kan gebruikt worden voor het plannen van nieuwe projecten, maar ook om het succes van een voltooid project te analyseren. De toepassing van het Framework op een nieuw project kan ter ondersteuning van:
1) het begrijpen van de specifieke context waarvoor ontworpen wordt,
2) het analyseren van de bestaande conditie t.o.v. Human Resilience uitgaande van de Framework targets,
3) het ontwerpen van innovatieve oplossingen om het Framework te vervullen.
In het AREA Research book is de ondersteunende informatie verzameld en wordt uitgebreid toegelicht per doel wat de inhoudelijke betekenis is en hoe dit na te streven in praktijk.
Kulluvallei India
Om na te gaan of het Framework in staat is te leiden tot het geambieerde inclusieve resultaat, heeft het AREA-team een ontwikkelingsplan gemaakt voor de Kulluvallei in India, het gebied dat in eerste instantie inspireerde tot de ontwikkeling van het Framework. Door het gelaagde karakter van het gebied met betrekking tot lokale aspiraties van bewoners en de conditie van het milieu waarin zij leven, vormde het gebied een uitdagende casus. Dit ontwikkelingsplan is te vinden in het AREA Project book.
Framework als ontwerptool
Op dit moment is AREA hard aan het werk als collectief met de voorbereidingen van workshops die zich focussen op het gebruik van het Framework in het ontwerp- of planproces. Door het Framework te gebruiken als tool, ontstaat er een project dat voldoet aan Human Resilience. Met het delen van het Framework hoopt AREA een eenvoudige, plezierige manier van bewust ontwerpen en plannen te faciliteren en daarmee een transitie te bewerkstelligen naar het bouwen aan een leefbare wereld voor de gehele mensheid.
Interesse in het Framework of de workshops? info.area@gmail.com
Onderzoek, tekst en beeld: Charlotte Uiterwaal, Isabella van der Griendt, Karolina Bäckman, Ryan McGaffney (AREA team)
Complementaire samenwerking met 10 als eindcijfer
Met voldoening kijk ik terug op de begeleiding van de vier afstudeerders Isabella van der Griendt, Karolina Bäckman, Charlotte Uiterwaal en Ryan McGaffney, die samen AREA vormen. Zij gingen een grote uitdaging aan toen ze een framework wilden ontwikkelen dat alle facetten van duurzaamheid integreert in een bouwproject, met als casestudy de Kullu Vallei in Noord India.
Consciëntieus zijn ze te werk gegaan om tot een gezamenlijk plan en vier individuele, maar met elkaar in verband staande, ontwerpen te komen die zowel de wensen van lokale inwoners en economie behartigen, als ingrijpen in de wereldwijde milieuproblematiek. Het was ontzettend leuk om deze groep studenten zo voorspoedig en complementair te zien samenwerken. Mede dankzij deze collectieve inzet (die ook na het afstuderen nog altijd plezierig en productief is) hebben ze een extensieve studie kunnen doen en hiervoor een welverdiende, zeldzame 10 als eindcijfer gekregen.
Als hun tutor Bouw Technologie in Ontwerp, was het ontzettend inspirerend en ook leerzaam om deze vier hardwerkende studenten te begeleiden en gezamenlijk tot vier ontwerpen te komen die inspelen op de lokale behoeften, de bedreigde lokale industrieën en natuurlijke hulpbronnen in acht nemen, maar ook zo zijn ontworpen dat ze de verschillende natuurrampen in het gebied kunnen overleven.
Hubert van der Meel, afstudeerbegeleider van de TU Delft, namens de andere begeleiders, Henri van Bennekom, Andy van den Dobbelsteen en Nelson Mota
Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 1 van 2019
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.