Theo Mathijssen en Erik Pennings werken sinds kort samen binnen het bureau reSET Architecture in Den Bosch. Ze richten zich voornamelijk op projecten die gebruik maken bestaande structuren. Dat kan stadsvernieuwing zijn of hergebruik, soms in combinatie met nieuwbouw. Ze resetten als het ware de huidige situatie en hebben daarbij ook oog voor de sociale waarde van bestaande architectuur.
Nieuwe rol architect
De architecten Theo Mathijssen (1975) en Erik Pennings (1976) van reSET Architecture nemen de architect van vroeger als voorbeeld. En dan niet uit de gouden jaren van vlak voor de huidige crisis. Nee, het is de tijd van grote bouwmeesters als Berlage en Cuypers waarin ze geïnteresseerd zijn. De architecten van ruim een eeuw geleden dus. ‘Destijds was de architect heel nauw betrokken bij het bouwproces’, legt Mathijssen uit. ‘Er was voortdurend overleg met de bouwers. Daar willen wij naar terug.’
Sterker nog, valt zijn partner Pennings bij, de architect die uitsluitend als een soort creatieve adviseur aan de zijde van de opdrachtgever staat, is uitstervende. ‘Te lang was de architect een soort kunstenaar die zich uitsluitend boog over een conceptueel ontwerp. De architect die in z’n eentje bepaalt wat er gebouwd wordt, dat kan niet meer.’ Zelfs de traditionele aanbesteding, waarbij een architect een ontwerp maakt waarop bouwbedrijven kunnen intekenen, zal verdwijnen. ‘Daarvoor in de plaats komt een samenwerking van een bouwer, ontwerpers en in sommige gevallen een ontwikkelaar die een integraal plan aanbieden.’
Architect als aanjager
De oplossing zit volgens het duo van reSET in een nauwere samenwerking met bouwers en initiatiefnemers. ‘Zij hebben de praktische bouwkennis. Wij, de architecten, kunnen vervolgens de esthetiek en inventieve oplossingen aandragen.’ Al spreekt het voor zich dat de architect in deze gelegenheidsformaties ook de rol inneemt van inspirator, coördinator, mediator en organisator, in één woord: de aanjager. ‘Daarvoor moet de architect opnieuw een allrounder worden die van het hele bouwproces op de hoogte is.’
Dat klinkt zowel ouderwets als hypermodern en daardoor logisch. Maar de raison d’être van de architect is toch het ontwerpen van aantrekkelijke ruimtes. Veel architecten hebben wellicht de behoefte niet om zich te verdiepen in alle aspecten van het bouwtraject. ‘Wij willen dat wel’, meent Mathijssen. ‘Daarom onderzoeken we per project aan welke expertise behoefte is, en daar zoeken we dan de juiste mensen bij om mee samen te werken. Architectenbureaus zullen kleiner en flexibeler moeten worden. Wij hebben daarom niet de ambitie om uit te groeien tot een groot bureau met tientallen werknemers.’
Het bestaande resetten
De acquisitie voor reSET voltrekt zich niettemin voor een deel binnen de traditionele patronen van nieuwsbrieven uitsturen, borrels aflopen en werkbezoeken afleggen bij ontwikkelaars en gemeenten. Maar reSET architecture gelooft ook in een bottom-up benadering. Mathijssen is actief in het lokale architectuurcentrum BAI en Pennings bij Transition Towns. Een herbezinning op de architectonische praktijk – ‘een reset zeg maar’ – is niet de voornaamste reden waarom ze opereren onder deze naam. ‘We richten ons voornamelijk op projecten die gebruik maken bestaande structuren. Dat kan stadsvernieuwing zijn of hergebruik van bestaande bebouwing. We resetten als het ware de bestaande situatie.’
Geheel in stijl is reSET gehuisvest in het laboratorium van een voormalige munitiefabriek onder de rook van ’s-Hertogenbosch. ‘De bestaande context is altijd het uitgangspunt voor ons ontwerp. Een reset is voor ons geen ‘terug naar af’, maar een gestuurd proces dat het bestaande in een nieuwe organisatie opneemt en daarmee nieuwe toekomstwaarde geeft.’ Met die visie startte Mathijssen in 2009 reSET Architecture. Twee jaar later voegde Pennings zich bij het bedrijf. De vriendschap tussen de twee is ouder dan hun professionele raakvlaken. ‘We hebben nog samen in een bandje gespeeld.’ Al was er uiteraard ook een grote verwantschap in architectonische inzichten. Pennings’ afstudeerproject aan de TU Eindhoven was een herbestemmingplan voor het Groot Ziekengasthuis in Den Bosch. Mathijssen studeerde eveneens af in Eindhoven met een stedenbouwkundige oplossing voor een afgedankt treinstation in het Britse Manchester. ‘De interesse in ‘re’-opgaven hebben we al vanaf het begin van onze loopbaan.’
De beperking tot actuele thema’s van hergebruik en contextuele architectuur is dus geenszins opportunistisch. ‘Wij denken niet zo van: daar is vraag naar in deze barre tijden dus dat gaan we doen’, zegt Mathijssen, ‘Als architect wil je bijdragen aan het oplossen van urgente vraagstukken als woninggebrek, leegstand en duurzaamheid. In die zin spelen we wel in op de actualiteit.’ Pennings vult aan: ‘Platwalsen, ophogen, bouwen – die manier van bouwen is een gepasseerd station. Er is weinig geld. Er is leegstand, die in sommige gevallen zelfs gepaard gaat aan krimp. Dat vraagt om een andere architectuur. Een architectuur die moet uitgaan van de kracht van het bestaande.’ Om daar bijna schoorvoetend aan toe te voegen: ‘En dan is er natuurlijk ook nog noodzaak om duurzaam te bouwen. Maar dat spreekt inmiddels toch voor zich.’
Sociale waarde
Dat hergebruik niet altijd de meest duurzame oplossing is, dat weten de twee architecten ook. ‘Toch is ons vertrekpunt is altijd de situatie zoals we die aantreffen. Als dat niet de beste oplossing oplevert, dan maken we een andere keuze.’ Maar wat blijkt: ‘In de meeste gevallen is sloop helemaal overbodig.’ Daarbij, een aspect van hergebruik dat onderbelicht blijft is de sociale waarde van een gebouw. Pennings: ‘Neem het Groot Ziekengasthuis in Den Bosch waarvoor ik een afstudeerontwerp maakte, daar hebben mensen de geboorte van hun kinderen meegemaakt en misschien ook wel afscheid van dierbaren moeten nemen. Hoewel het gebouw een hard betonnen skelet is, voelen mensen een emotionele band met zo’n gebouw. Met die gevoelswaarde moet zorgvuldig worden omgegaan.’
De leegstand in Nederland is inmiddels gegroeid tot meer dan 8 miljoen vierkante meter, en dat zijn alleen nog maar de kantoren. Erg voortvarend is de aanpak van het probleem dus nog niet. Mathijssen: ‘De stedenbouwkundige plancultuur heeft geresulteerd in gefragmenteerde steden. Leegstaande kantoorparken transformeer je niet zomaar naar een levendige mix van activiteiten die ontstaat in oudere stadsstructuren zoals de grachtengordel.’ Daarbij zal de overheid de regelgeving moeten versoepelen’, meent Pennings. ‘Het grote struikelblok is de regelgeving. De overheid moet terugtreden en meer ruimte geven aan bottom-up initiatieven, gericht op stedelijke evolutie in plaats van grootschalige transformatie.’
Achterkant wordt voorkant
Een project dat exemplarisch is voor de werkwijze van reSET is de renovatie van het Woonhuis Acht5, een woonboerderij met een kleine appelgaard in de Betuwe. Achter de gerenoveerde woonboerderij ligt een eigentijdse aanbouw. ‘Het is geen brave renovatie. Het bestaande huis is compleet gereset. De achterkant is de voorkant geworden. Tegelijkertijd is de kwaliteit van de bestaande architectuur benadrukt. De authentieke ronde raampjes zijn nu een blikvanger in de nieuwe voorgevel.’
Omdat de klant meer ruimte wilde, is aan de gesloten achtergevel een grotendeels glazen aanbouw geplaatst die maximaal zicht biedt op de landelijke omgeving. ‘Doordat de achterwand is geknikt, is er zelfs vanuit alle hoeken uitzicht.’ De uitstraling van de aanbouw is modern en strak – een rural loft¸ zeg maar. De aanbouw is ook los van de bestaande architectuur geplaatst; toegang tot dit woondeel met zithoek en keuken biedt een glazen sluis. ‘Dit harde contrast versterkt de authentieke uitstraling van de woonboerderij.’
Nieuw centrum voor Klaksvík
Als inzending voor een internationale prijsvraag ontwierp duo een nieuwe stedenbouwkundige indeling voor Klaksvík op de Faeröer Eilanden. Het stadje met vijfduizend inwoners ligt verdeeld over twee kanten van een baai. Aan het einde van de baai moet een nieuw stadshart verrijzen, dat beide stadsdelen verbind. Pennings: ‘Uitgangspunt in het ontwerp zijn bestaande steden in Europa die zich organisch hebben gevormd op basis bestaande structuren als een markt of een rivier. In Klaksvík zijn dat de bergen en een venijnig klimaat – de winters zijn koud en winderig, de zomers nat en koel. Daarom hebben we gekozen voor een dichte bebouwing die beschutting biedt. Op knooppunten van dit gesloten weefsel ontstaan vanzelfsprekende pleinen die fungeren als intieme ontmoetingspunten. Om het individualistische karakter van deze eilandbewoners te verbeelden is voor een woontypologie gekozen met verschillende gevels, geïnspireerd op de Oostelijke haveneilanden in Amsterdam.’
Herstructurering recreatiepark
Een project waar reSET momenteel aan werkt is een nieuwe structuurvisie voor groepsaccommodatie Zonnewende in Sint-Michelsgestel. Dit park bestaat grotendeels uit gebouwen die niet meer voldoen aan de huidige eisen. ‘Deze oude gebouwen met enkele muren en beglazing kun je wel oplappen. Maar eigenlijk is dat een zinloze weg. Alleen is voor volledige nieuwbouw geen geld’, zegt Mathijssen. Dit dilemma is opgelost door te kiezen voor een gefaseerde renovatie en herstructurering van het park, waarbij nieuwbouw wordt gecombineerd met het opknappen van een enkel bestaand gebouw. ‘Voordeel van deze aanpak is dat het park geleidelijk transformeert en zijn oorspronkelijke, idealistische uitstraling behoudt.’ Hergebruik mag dan het uitgangspunt van reSET zijn, Pennings is verguld met deze gecombineerde strategie van renovatie en nieuwbouw. ‘We gaan weer bouwen! En dat blijft natuurlijk leuk.’
Tekst: Jeroen Junte Fotografie: Huub Smits
Gepubliceerd in ArchitectuurNL 06 2012
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.