Ze draaien al een tijd mee in de creatieve wereld, de veelbelovende dertigers. Deel 17 van een serie: David Derksen (1983) en zijn fascinatie voor de schoonheid van materialen en hun gedragingen.
Wanneer David Derksen zijn atelier in het voormalig weeshuis aan de Voorhaven in Rotterdam binnenkomt, bekijkt hij eerst met een nieuwe blik de ontwerpen waaraan hij werkt. Telkens weer, iedere morgen, tot het moment waarop het goed is. ‘Dat is nodig om enigszins objectief, met afstand kritisch naar mijn eigen werk te kijken’, zegt de ontwerper. In de stellingkasten staan naast dat werk in wording ook tal van reeds gerealiseerde producten. Voor iemand die pas vijf jaar bezig is, heeft de ontwerper al een bewonderenswaardig en consistent portfolio opgebouwd met een eigen signatuur.
TU en Design Academy
Voordat hij David Derksen Design begon en gastdocent Product Design werd op de Willem de Kooning Academie, studeerde hij twee keer af. Hij maakte daarvoor een gek rondje: van Industrial Design aan de TU Delft naar de Design Academy Eindhoven (DAE) en daarna alsnog een master aan de TU Delft. ‘Ik was zoekende’, zegt hij nu. ‘Aan de TU leerde ik productietechnieken, samenwerken en vanuit een probleem een oplossing vinden. Op de DAE ontwierp ik vanuit mijn eigen interesse op een conceptuele manier. De combinatie komt me ten goede; beide leerprocessen vullen elkaar aan.’
Al ligt zijn motivatie om iets vernieuwends te maken dichter bij de DAE.
Krachten en processen in de natuur
Bij Derksen begint het altijd met zijn mateloze fascinatie voor het spel en het mysterie van de krachten in de natuur, voor natuurkundige processen. ‘Het gaat daarbij meer om de verwondering over de mathematische en grafische patronen die daarin voorkomen dan om het honderd procent doorgronden van de natuur’, zegt de ontwerper, die evengoed inspiratie op straat vindt als in het Guggenheim museum. De nadruk ligt sterk op onderzoek, het experimenteren en op de schoonheid van materialen en hoe die zich gedragen als je die giet, buigt, etst, voelt. ‘Mijn verwondering verwerk ik in duurzame producten, en hopelijk breng ik dat over op andere mensen’, zegt Derksen, die een van de drie genomineerden was voor de Young Designer Award 2015.
Koper, hout, glas, keramiek
Of zijn producten nu van hout, glas, keramiek of koper zijn, hij ziet zijn materialen als karakters die je moet leren kennen en aanvoelen. Zo is koper een geliefd materiaal waar hij de herkomst, de geschiedenis van onderzoekt. Dat levert soms iets ambivalents op: een fascinatie voor de schoonheid van het warme materiaal dat buigbaar is als papier, en menselijke vingerafdrukken achterlaat, maar tegelijkertijd afschuw voor de mijnbouw waarbij het werken met explosieven grote wonden achterlaten in het landschap. De resultaten zijn in ieder geval prachtig: de intrigerende binnenzijde van de Copper Bowls lijken op een kopermijn.
Salone en DDW
Maar hoe vestig je je naam in vijf jaar tijd? ‘Naast een dosis geluk is het een kwestie van niet op je kamertje blijven zitten maar ondernemen en risico’s nemen, vasthoudend zijn en jezelf laten zien op relevante beurzen als de Salone del Mobile in Milaan, de DDW in Eindhoven en op blogs als Dezeen’, meent Derksen. ‘Dan dwing je de aandacht bijna af en ontmoet je mensen. Het is mijn manier om te laten zien wat ik in mijn mars heb.’ Dat lukte. Zijn Copper Lights vielen in Milaan zodanig op dat de eerste orders meteen binnenkwamen: voor elke nieuw in te richten Hugo Boss-winkel een aantal lampen, te beginnen met achttien stuks. Dat was even schrikken als je bedenkt dat de Copper Lights helemaal met de hand worden gemaakt. Later vond hij een producent en ontwikkelaar Vij5, die hem hielp tot en met de verpakking. Met orders voor de komende twee jaar in zijn zak, kon hij zijn eigen studio beginnen. Nog later riep Wallpaper het door de Noorse Jensen & Skodvin Architects ingerichte huis van een internetbiljonair voor de sf-film Ex Machina tot beste filmset 2015 uit. Maar liefst negen sfeerbepalende Copper Lights van Derksen maakten deel uit van die set. En zo begon zijn naam zich allengs te vestigen.
Geen eigen label
Zijn ambitie was echter niet een eigen merk met een Piet Hein Eek-romantiek, zoals volgens hem veel beginnende ontwerpers voor ogen hebben. ‘De verantwoordelijkheid voor de hele keten is zo veelomvattend, dat ik erop terug ben gekomen’, motiveert hij. Derksen werkt nu samen met de industrie, met bedrijven en brengt zijn ontwerpen onder bij andere labels op basis van royalty’s. Hierdoor kan hij zich richten op wat hij het liefste doet: ontwerpen. ‘Dit model past mij het best.’ Zo ontwikkelt hij voor Gelderland een stoel gebaseerd op een Scandinavisch model uit de jaren ’50, en werkt hij aan zijn eerste tafel. Arco-directeur Jorre van Ast zag Derksens prototype in Milaan en vroeg hem de tafel bij Arco verder te ontwikkelen. Op een onderstel van slanke houten schragen komt een ultralicht tafelblad dat door een innovatief gebruik van een composiet – geperste linnen, jute en bioplastic – volledig biologisch afbreekbaar is. Dit ontwerp zien we vast dit jaar in Milaan.
Dit artikel werd gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 1 van 2016
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.