Ze zijn nog steeds aanstormend en veelbelovend, maar draaien al een tijd mee in de creatieve wereld. De talentvolle dertigers zijn nog net geen gevestigde namen, maar dat zit eraan te komen. Ze tonen energie, gedrevenheid, ambitie, durf en een geloof in de toekomst. Deel 4 van een serie: ontwerper Christien Meindertsma (1980) en haar onderzoek naar de levensloop van producten.
Opgegroeid in Culemborg met twee werkende ouders en een oppasgezin in Schoonrewoerd tussen de appelbomen in de Betuwe, bleek Christien Meindertsma een goed koekoeksjong. ‘Ik vind het leuk om in vreemde nesten te kijken’ zegt de in Rotterdam wonende en werkende ontwerpster. Op onalledaagse plekken voelt ze zich nog altijd thuis. Van industrieterreinen tot vlaskavels, ze is nieuwsgierig naar het verhaal achter de dingen. Ze doet grondig onderzoek, bijvoorbeeld naar de toepassingen van een varken, dat resulteerde in het bekroonde boek ‘PIG 05049’. Dankzij dit succes kan ze vrijwel zelfstandig haar eigen onderzoeken financieren. Zo ontwikkelt zij een eigen handschrift in de wereld van het Dutch Design: vanuit de historische context komt ze tot nieuwe producten, lokaal geproduceerd en als het even kan uit natuurlijke ingrediënten.
Vlas
Wat Meindertsma onderscheidt van veel ontwerpers, is niet alleen haar leergierigheid maar zeker ook haar bijzondere werkwijze. Dit resulteert in concrete producten, maar het in kaart brengen van de levensloop van een product is minstens zo belangrijk. Zo steekt de vormgever veel energie in haar fascinatie voor het natuurlijke gewas vlas. ‘Het vlas, dat op kleine schaal wordt verbouwd in een gebied dat zich uitstrekt van Zeeland tot Normandië, geldt wereldwijd nog altijd als de hoogste kwaliteit. Veel wordt geëxporteerd naar China’, weet ze. Om export te voorkomen van het vlas, waar ze haar oog op had laten vallen, besloot Christien zelf de vlaskavel te kopen. Zo kwam ze in het bezit van tienduizend kilo vlas. In de Flevopolder stuitte ze op de lokale vlasverbouwers die het niet erg vonden als ze constant op de stoep stond om iets te vragen of uit te proberen.
Gaandeweg ontdekte Meindertsma dat er in Nederland een hele stamboom aan veredelde zaden bestaat met fantastische namen als Hercules en Madonna. En in Kortrijk, bij de grootste linnenweverij van Europa, zag ze dat de stof die tijdens het productieproces achterblijft, weggezogen en verbrand wordt. Als je met die vlasstof experimenteert, kun je er papier van maken. Een ontdekking waar de linnenweverij even blij mee is als de ontwerpster die het papier gaat gebruiken voor haar volgende boek.
Ook kwam ze in haar onderzoek een Belg tegen die het gewas verkoopt aan een Amerikaanse papierfabriek die het materiaal in dollarbiljetten verwerkt. ‘Zo wordt vlas letterlijk uitgedrukt in geld. Dat soort dingen kun je van tevoren nooit bedenken’, zegt ze enthousiast.
Design Academy
De opleiding heeft zeker bijgedragen aan de ongekende energie en plezier waarmee Meindertsma haar vak beoefent, zegt ze. Na het VWO koos ze voor de Design Academy Eindhoven. ‘Op de open dag lagen overal materialen, en waren groepjes studenten met iets bezig. De sfeer was te gek. Ik wist nog niet of ik ontwerper wilde worden, maar ik wilde naar die academie’, zegt ze. Dat was in 1998, een tijd waarin Li Edelkoort en Liesbeth in ’t Hout net begonnen waren in de directie. Het was een plek waar het conceptuele en de praktijk perfect samenkwamen.
Oak Inside
De opgedane kennis en ervaring gebruikt ze 10 jaar later in producten voor de opdrachtgever met wie ze langdurig samenwerkt: Thomas Eyck, uitgever en distributeur van hedendaagse vormgevingsproducten. Zoals een poef van schapenwol en de ‘Oak Inside’-serie. Hiervoor neusde Meindertsma rond bij Roosje Hindeloopen, het enige nog bestaande ambachtelijke bedrijf gespecialiseerd in het maken en beschilderen van traditionele Hindelooper meubels. Vier broers uit de vierde generatie maken vanuit massief hout de uiterst bewerkelijke en kostbare meubels. Zo dicht mogelijk bij hun procedé blijvend, ontwierp Meindertsma eigentijdse varianten van onder andere een archetype Hindelooper stoel met een ‘hapje’ uit de leuning en geverfd met natuurlijke oud-Hollandse verfstoffen. En een tafel waar juist geen verf aan te pas komt: het indigo blauw wordt verkregen door in azijn opgelost ijzer op het eikenhout te leggen. Patronen maakt ze met repeterende afbeeldingen van het gereedschap dat is gebruikt om de tafel te maken: de afdruk van een cirkelzaag, hamers en spijkers.
Linoleum
‘Naast deze kleinschalig vervaardigde en exclusieve producten, vind ik het interessant om te kijken of ik mijn werk ook toegankelijker en betaalbaarder lokaal en industrieel geproduceerd kan krijgen’, zegt ze. Zo kwam ze in gesprek met Forbo omdat ze een nieuw onderzoek naar het materiaal linoleum was gestart. De vloerbedekkingsfabrikant maakt linoleum van zaden geperst tot lijnolie, houtmeel, kalksteen en pigment op een rug van jute. Maar Meindertsma laat de pigmenten weg en vervangt deze door bijvoorbeeld vlasstof. ‘Ik kon in de proeffabriek in samenwerking met specialisten van Forbo vrij ver komen in een experiment, maar het zetten van de industriële stappen is een complexer verhaal.’
ArchitectuurNL 01 2014
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.