In een lege zaal van een statig stadspaleis in Milaan staat een witte sokkel met daarop een stapel pamfletten. Met grote rode letters staat op elk vel Beyond the new geschreven, waarbij ‘new’ is doorgekrast. Het lijkt een conceptueel kunstwerk maar is in feite niets meer dan een oproep tot bezinning van ontwerpster Hella Jongerius op de Salone del Mobile in Milaan. In het hol van de leeuw dus eigenlijk, want op deze designbeurs presenteren elk jaar in april honderden merken duizenden nieuwe meubels aan honderdduizenden bezoekers. En daar moet een einde aan komen – tenminste, dat vindt Jongerius.
Weg met de tirannie van de handgemaakte vaas en andere kunstzinnige ego-objecten. In plaats daarvan pleit Jongerius in haar manifest Beyond the new voor meer praktische massaproducten die bogen op traditie en op een duurzame en industriële manier worden vervaardigd. Kortom, een zoektocht naar de ‘fundamentals’ van het meubeldesign. Het is lastig om het oneens te zijn met Jongerius, die werkt voor grote bedrijven als KLM en meubelgigant Vitra. Toch voelt deze hartenkreet wat ongelukkig aan. De markt wordt immers al jaren overstelpt met heruitgaven van beproefde designklassiekers – ook door Vitra, die nota bene in Milaan een geslaagde heruitgave lanceert van kantoormeubels van Jean Prouvé in een restyling door denimmerk G-Star. Het Amerikaanse Herman Miller heeft kantoorstoelen bekleed met de prachtige stoffen van het Nederlandse succesduo Scholten & Baijings. Het Italiaanse Kartell lanceert twee ‘nieuwe’ stoelen, een lamp en wat vazen van architect/ ontwerper Ettore Sottsass (1917-2007). Zijn weelderige ontwerpen in hysterische kleuren lagen al decennia op de plank maar worden nu pas daadwerkelijk geproduceerd. Ook de stoelen van Philippe Starck en Patricia Urquiola – beiden ook dit jaar weer grootleveranciers aan de Salone del Mobile – zijn leverbaar in het iconische stofpatronen van de oude Italiaanse meester. Een meer obscure ontwerper/architect die uit de vergetelheid is gehaald is Otto Kolb (1921-1996), die in de jaren vijftig een strakmodernistische meubelcollectie ontwierp met een kosmopolitische schwung. De fraaie meubels van staal, leer en hout zijn door zijn kleindochter Ginger Zalaba aangepast aan de moderne tijd. Jongerius zal er ongetwijfeld mee in haar nopjes geweest zijn.
Radicale eenvoud
Maar de boventoon wordt in Milaan nog altijd gevoerd door nieuwe producten. Al wordt ook bij nieuwe ontwerpen een pas op de plaats gemaakt met een eenvoudige no-nonsense esthetiek. Jasper ‘supernormal’ Morrison, de alomtegenwoordige ontwerper van dit moment, toont het hartverwarmend simpele stoeltje Alfi voor Emeco. Op vier houten poten rust een sierlijk kuipje vervaardigd van afval uit de meubelindustrie. Dat de stoel ook nog eens comfortabel zit, spreekt voor zich. Al even radicaal in eenvoud is zijn stoel Kali voor de Zweedse fabrikant Offecct. De houten constructie is zonder gebruik van lijm en afwijkende schroeven, zodat de stoel ook kan worden geproduceerd in een lokale werkplaats in bijvoorbeeld Afrika. Ook Lensvelt, de kantoorinrichter waar het normaal gesproken een onsje meer mag zijn, brengt stoere bureaublokken van marmer en een vilten editie van This Chair van Richard Hutten. Ontwerper Edward van Vliet bedacht een sierlijke omlijsting van hout en piepschuim waarin gebruikte archiefkasten kunnen worden geplaatst. Door kleurverschillen tussen de standaardkasten oogt elk ensemble toch anders. Dat eenvoud ook deftig kan zijn, bewijst ontwerper Frank Tjepkema met zijn glanzende wandbekleding met een subtiel geometrisch patroon voor het Amerikaanse Wolf Gordon. De tweejaarlijkse lampenbeurs Euroluce, die samenvalt met de meubelbeurs in Milaan, brengt een overeenkomstig rustig beeld door slimme toepassing van led-technologie. Door de kleine omvang van de led worden lampen door het Italiaanse Flos gereduceerd tot een ragfijne snede in een muur of dun zwart draadje, zoals de String light van Michael Anastassiades. Deze lamp is niets meer dan één zwarte draad die naar eigen inzicht tussen muren, vloeren en plafonds kan worden gespannen in een geometrisch patroon, dat eindigt in een simpele zwarte driehoek of zwartwitte bol van kunststof waarin de leds zitten. De Superloon van Jasper Morrison (alwéér hij) oogt als een ronde spiegel op een zwarte driepoot. Maar de spiegel is vervangen door een lichtgevende plaat die zowel verticaal als horizontaal kan worden gedraaid met een led die kan worden gedimd tot sfeerlicht.
Lichtgevend glas
Ook bij concurrent Artemide veel ingetogen vormen en een zwart-wit pallet, zoals de Vigo van David Chipperfield. Geheel in stijl van het verfijnde minimalisme van zijn gebouwen ontwierp de Britse architect een lamp van zwart en wit glas in een staande en hangende versie. Tijdloos en toch helemaal van nu. Voor projectmatige inrichting leent zich de Abu Dhabi, een plafondspot die Jean Nouvel speciaal ontwierp voor het nog te openen museum Louvre in het Arabische golfstaatje. Maar de klapper van de Euroluce is de lamp Discovery van Ernesto Gismondi die uitgeschakeld oogt als een rond glazen venster; ingeschakeld verandert het glas in een lichtgevende plaat. Het innovatieve lichtconcept is leverbaar als een vrij hangende plafonnière en twee staande versies, die ogen als een vergrote loep.
Keuze aan de consument
Ook een technisch hoogstandje is Moooi Carpets, een nieuwe onderneming van het Nederlandse succeslabel Moooi. Met een miljoenen kostende machine kunnen tapijten worden gemaakt met een fotorealistische print. Er is keuze uit 48 standaardontwerpen van onder meer Studio Job, Ross Lovegrove en natuurlijk Marcel Wanders, art director van het Nederlandse succeslabel. Ook kunnen klanten een ontwerp laten maken – bijvoorbeeld in bedrijfskleuren of met merklogo’s – door het Moooi Design Team. Ronduit spectaculair is Your Own Design, waarbij de consument tegen concurrerende prijzen een tapijt kan laten printen met elke gewenste afbeelding. Deze tapijten kunnen zich bovendien van muur tot muur uitstrekken, want de printmachine van Moooi is maar liefst 100 meter lang. Deze flexibiliteit is niets vergeleken bij de keuzevrijheid die de innovatieve start-up Open Desk de consument biedt. Op het online platform kan een meubel worden gekozen van ontwerpers uit de hele wereld. Vervolgens kan uit een lijst een fabriekje of werkplaats in de eigen omgeving worden gekozen, waar dit meubel kan worden gemaakt; Nederland alleen heeft al keuze uit twaalf locaties. De consument betaalt niet meer voor opslag, transport en winkelmarges maar rekent alleen een ontwerpfee en reële productiekosten af. Maar uiteindelijk is niets zo flexibel als een meubel laten maken door de ontwerper zelf. Het aanstormende talent Mieke Meijer presenteert in Milaan een kastsysteem dat volledig in lengte, hoogte, vorm en materiaal kan variëren. Bij het ontwerp van de ingenieuze constructie van haar houten kasten liet ze zich inspireren door de fameuze foto’s van mijngebouwen en watertorens van het echtpaar Becher. De kasten kunnen als ronde krullen een speelse verdeling van een ruimte maken maar ook gewoon fungeren als ranke stellingkast.
Afval als delfstof
Buiten de gebaande paden van de industrie pionieren individuele ontwerpers en kleine designlabels met traditionele natuurprocessen en organische materialen. Het avant-garde designlabel Transnatural uit Nederland toont een serie vazen van schimmels, die in speciale mallen worden gekweekt en vervolgens zijn geprepareerd. Ook te zien zijn natuurlijk plastic van insectenhuid en Silk Leaf, een synthetisch zijde dat net als echte planten CO2 omzet in zuurstof; naast lampenkappen leent dit innovatieve materiaal zich ook voor architectonische toepassingen in gevels. Elders in Milaan is een onderzoek te zien van ontwerpster Christien Meindertsma naar bruikbare grondstoffen in de as op de bodem van vuilverbrandingsovens, het afval van ons afval. Bewapend met vergrootglas en pincet analyseerde Meindertsma een emmer met 25 kilo van dit bodemas. Zo vond ze onder meer kleine deeltjes aluminium, ijzer en andere bruikbare materialen, waaronder zelfs zilver! Deze intrigerende zoektocht naar nieuwe grondstoffen die twee jaar duurde, presenteert ze in een intrigerend boek Bottom Ash Observatory. Wat uiteindelijk beklijft van deze meubelbeurs in Milaan is niet een zoektocht naar nieuwe fundamenten maar een juist een bonte mix van ambachtelijk maatwerk van individuele ontwerpers als Mieke Meijer naast de functionele schoonheid van een Amerikaanse wandbekleding. Van de digitale innovatie van Moooi-tapijten én de hang naar traditie van grote merken als Kartell en Vitra. Eigenlijk was alleen voor cynisme geen plaats in Milaan, wat zomaar kan duiden op het langverwachte einde aan het crisisdenken. En dan zou Salone del Mobile 2015 alsnog een kenterpunt zijn.
Tekst: Jeroen Junte
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.