Ontwerpen gaat straks met pixels en voxels

Architect, Interview

Ontwerpen gaat straks met pixels en voxels

Door: Peter de Winter | 16-12-2014

Gezien de publicitaire aandacht is Floating Bed nu al een designicoon. Toch is Janjaap Ruijssenaars niet bang dat het bed zijn enige uithangbord zal blijven. Door Landscape House is hij inmiddels ook bekend als die jongen van 3D printen. Hij meent dat de invloed van printen op architectuur even groot is als de kwaliteit die ermee gemaakt wordt. Kloppen de ontwerpen niet, dan bloedt de techniek dood. Hij is de achtste kandidaat in de interviewestafette. In de vorige editie werd hij uitgenodigd door Hans Ruijssenaars.

De naam van zijn bureau: Universe Architecture is bedacht in 2000, het jaar waarin Janjaap Ruijssenaars afstudeerde. Hij wist van meet af aan dat hij voor zichzelf wilde beginnen, om als architect te gaan doen waarvoor hij was opgeleid. En daar horen volgens hem een paar dingen bij: een BTW-nummer aanvragen en een naam bedenken. Hij speelde kort met de gedachte onder z’n eigen naam te beginnen, maar uiteindelijk werd het Universe Architecture omdat het een naam is die hem internationaal de minste beperkingen oplegt. Wat hij het mooist aan de naam vindt, is dat hij het heel kleine beschrijft (we hebben elk een eigen universum), maar ook het grote. De naam beschrijft volgens hem ook het zachte en het harde: het universe in je hoofd tot aan architecture, de stenen die je bij wijze van spreken stapelt. Als architect lukt het hem steeds beter antwoorden op vragen te formuleren, want of het nou een stedenbouwkundig project is, een schooltje of een deurkruk, er is uiteindelijk één fundamentele waarde die het hele proces tot in detail stuurt. In Delft leerde hij over veel bijzondere architecten: Koolhaas, Foster, Le Corbusier; ze passeerden allemaal de revue. Van zijn vader leerde hij waarin alle architecten gelijk zijn: de zwaartekracht. Simpel, maar waar. De zwaartekracht bepaalt immers waarom gebouwen eruit zien zoals ze eruit zien.

‘Innovation by going back in time’ is je motto. Wat bedoel je daarmee?

De reden waarom ik die zin gebruik, is dat ik voor the London Speaker Bureau werk. Ik geef tegen betaling lezingen over projecten, en dan moet je in één zin kunnen samenvatten wat de essentie van je werkwijze is. Op zich is innovatie niet eens zo’n interessant thema, maar ik gebruik het toch omdat mijn projecten vooral door anderen innovatief genoemd worden: Floating Bed, Landscape House, Tetris House. A-Maze. Maar hoe innoverend ze ook lijken, ze zijn allemaal een reactie op wat al bestond. Going back in time, is eigenlijk ontdekken wat er altijd geweest is. Zwaartekracht heeft altijd bestaan en de oneindigheid van het landschap
wil ik in Landscape House tot uitdrukking laten komen. Als je politiek, conflicten en het nieuws buiten beschouwing laat, dan ontdek je wat blijvend is en daar kan je naar verwijzen in een gebouwontwerp of er juist de enige uitzondering op maken. Spelen met dat gegeven kan op zijn beurt weer innovatief zijn.

Blijft Floating Bed een imaginair designicoon?

Daar gaat een vraag aan vooraf: wat is een designicoon? Als je het aantal binnen- en buitenlandse publicaties als uitgangspunt neemt, dan is het er beslist een. In 2006 stond Floating Bed in Time Magazine en het gefilmde interview over het bed was bij ANP lange tijd een van de beste bekeken items. Bij Reuters International stond het op nummer zes en noem maar op. Ik heb er buitensporig veel aandacht door gekregen en dat is fantastisch zo vroeg in je carrière. Het belang van al die publicitaire aandacht, is dat de kans op realisatie van het ontwerp – en daar is het me uiteindelijk om te doen – een stuk groter wordt. Tot nu toe staat er van Floating Bed helaas alleen een klein model in Museum Boerhaave in depot, maar drie maanden geleden ben ik er met een Hongkong Chinees gaan kijken. De man wil het bed naar China halen als kunstwerk. Inmiddels kan ik een avondvullend programma maken van mensen waarmee we in onderhandeling geweest zijn om het bed daadwerkelijk te maken. Tot nu toe zonder succes. Het bed kost 1,2 miljoen en je weet nooit wanneer het er van gaat komen. Overigens ben ik niet bang dat ik altijd met Floating Bed geassocieerd zal worden want vandaag de dag sta ik bekend als die jongen van 3D printen en Landscape House. Maar het gaat me niet om zweven of printen. Waar het me bij die projecten om te doen is, is zwaartekracht en oneindigheid. Toch kan een uithangbord dat gespreksstof en verbazing oplevert geen kwaad. Dan kan je het tenminste inhoudelijk over je werk hebben.

Moet 3D printen omdat het kan of kan het omdat het moet?

Dat is twee keer moeten in één vraag terwijl er helemaal niets moet. Niettemin ben ik ervan overtuigd dat de link tussen digitaal modelleren en uitvoeren een blijvende samenwerking zal zijn. Printer en software zijn een huwelijk aangegaan dat volgens mij heel lang zal gaan duren omdat de 3D printer een directe verbinding heeft met de digitale wereld. Wat ik bedoel? De digitale wereld bestaat uit pixels en de 3D printer genereert voxels en we zijn nu bezig om wat in de computer staat als pixels op het scherm als voxels uit te laten draaien door een printer. De ontwikkelingen op dat vlak gaan snel en de eerste resultaten zijn veelbelovend.

Als we straks betrouwbaar bouwmateriaal kunnen printen is in principe elke vorm mogelijk. Hoe ga je als architect om met die vormvrijheid?

We zijn met Landscape House niet uitgekomen op 3D printen om indruk te maken op de buitenwereld. Het project begon met de vraag of je een gebouw kunt ontwerpen als een landschap. En dan heb ik het niet over een groen dak of een organische vorm, maar een gebouw dat de essentie van het landschap bevat. Wij kwamen tot de conclusie dat als we een gebouw zonder begin en zonder eind konden maken, we dan de essentie te pakken hadden. Daar kan je natuurlijk je mening over hebben, maar voor mij is het een gedachtegang die werkt. De vorm van Landscape House begon met een papiertje te vouwen als de Möbiusband – een ruimtelijk figuur met slechts één rand en één vlak – die we naderhand dikte hebben gegeven. De ruimte tussen de band wordt het verblijfsgebied van het gebouw. Alle beslissingen bij het ontwerp en uitwerking van het Landscape House, beogen zo goed mogelijk een gebouw te maken als een oneindig landschap. En dan hoeft het ontwerp niet per definitie uit een 3D printer te rollen, het mag ook in een andere techniek. Zo hebben we gekeken naar productiemethodes uit de scheepsbouw, maar dan heb je naden en het dikker en dunner worden van de vloer was niet te vangen. Met 3D printen in steen lukt dat wel en het geeft een mooier resultaat. Toch zijn de mogelijkheden van 3D printen niet onbegrensd. Je moet altijd rekening houden met wind, water en zwaartekracht.

En als printen in de toekomst gemakkelijk te produceren gebouwtjes oplevert?

Dan krijg je gegarandeerd een kakofonie aan vormentaal. Net zoals de hype rond de blob in de jaren tachtig en negentig ook de nodige lege hulzen opleverde. Overigens is het met 3D printen niet veel anders dan met beton honderd jaar geleden. Neem Betondorp waar ik zelf woon. Dat was in de jaren twintig van de vorige eeuw het eerste project in Nederland waar woningen in beton werden gerealiseerd. Wat ze daar deden, was het ene bouwblok in betonblokjes droog stapelen, terwijl bij het andere blok bekisting werd volgestort met beton. Bij 3D printen geldt dezelfde vraag: maak je losse componenten die je later op de bouwplaats assembleert of ga je ter plaatse laag voor laag een gebouw opbouwen. Wat dat betreft is er dus niets nieuws onder de zon.

Hoe groot wordt de invloed van 3D printen op architectuur?

Groot, als de dingen die bedacht worden, goed zijn. Als 3D geprinte gebouwen beter of even goed als conventionele zijn, dan maakt die techniek een sprong voorwaarts. Als dat niet zo is, dan bloedt de techniek wat de bouw betreft dood. Partijen als BAM, AM, ABN AMRO en Vitra zijn nauw betrokken bij Landscape House, maar we moeten voortdurend blijven nadenken over wat we wel en niet gaan doen en argumenten aandragen waarom 3D printen interessant is als toekomstige bouwtechniek. Zo is BAM bij Landscape House als experiment betrokken omdat het bedrijf op zoek is naar een creatieve productiemethode die schoner, effectiever, sneller, minder arbeidsintensief en dus economisch rendabeler is dan bestaande methoden en technieken. Als een 3D printer in de toekomst in voxels van verschillende materialen de buitenmuur, isolatie, wapening en binnenmuur kan produceren, dan ben je op een effectievere manier iets aan het maken. En dat staat dan nog los van innovatieve constructieprincipes en materialen waarmee je in de toekomst wellicht gebouwen kunt realiseren zonder gebruikelijke bouwmaterialen als beton, staal, glas en baksteen.

Hoe zie je in de toekomst de samenhang tussen materiële en immateriële waarden, wil je vader van je weten. Blijft er nog ruimte voor filosofie, poëzie en verwondering?

Mijn persoonlijk grootste ontdekking, is dat alles wat we zien – en het maakt niet uit of het je handen zijn of architectuur – een immateriële waarneming is. Je kunt niet met zekerheid zeggen dat deze hand er werkelijk is. Er gaat een scala aan gebeurtenissen aan vooraf waardoor ik dit zie als m’n hand. Dat geldt voor alles. De materiële wereld is een immateriële waarneming. Als 3D printen – materieel – en virtueel ontwerpen – immaterieel – dichter bij elkaar komen, dan kan dat in het beste geval zorgen voor een grotere bewustwording van het immateriële van al het materiële. En of iets filosofie, poëzie, wetenschap of verwondering is, is ook een immaterieel oordeel over iets. Je kunt ook zeggen ‘dit is hard’ of ‘deze tafel is poëzie’. Dat ligt aan je inborst. Verder begint alles voor mij met een vraag en dan ontkom je bij het formuleren van een antwoord niet aan filosoferen, poëzie en je verwonderen.

Tot slot. Wie van de oude generatie wil je dat ik ga interviewen en wat wil dat ik hem ga vragen?

Ton Schaap, stedenbouwkundige bij de Gemeente Amsterdam. Naar aanleiding van de Benno Premselalezing van Mark Wigley, die stelt dat de onzichtbare ruimte (mobiele telefonie, internet) en zichtbare ruimte (de fysieke stad) niet meer apart beschouwd zouden moeten worden, zou van ik van Ton Schaap willen weten of zulke ontwikkelingen invloed hebben op zijn stedenbouwkundige werk.

Fotografie Martin Wengelaar

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , , , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.