We zoeken de essentie, niet de sensatie

Architect, Interview

We zoeken de essentie, niet de sensatie

Door: Peter de Winter | 18-03-2013

Oké, OMA heeft met onderzoek aardig bijgedragen aan de ontwikkeling van het vak en MVRDV heeft met haar experimenteerdrift veel bekijks getrokken. Toch zijn opdrachtgevers door dergelijke bureaus kopschuw gemaakt. Dat vinden althans Remko Remijnse en Rocco Reukema van 2by4 architects. Zij zijn van de generatie die met architectuur goed doordachte antwoorden wil geven op maatschappelijk complexe vraagstukken. En dan maakt het niet uit of het om een recreatiewoning gaat of een zorgcomplex van 12.000 vierkante meter.

 

Bijzonder cv

Het cv van Remko Remijnse en Rocco Reukema van 2by4 architects vertoont een frappante gelijkenis; allebei de HTS in Zwolle doorlopen, de kunstacademie in Kampen bezocht, School of Architecture in Mississippi (VS) gedaan en afgestudeerd aan de TU in Delft. Enig verschil is dat Remko Remijnse cum laude afstudeerde en Rocco Reukema met lof.

De combinatie HTS (afstudeerrichting architectuur) en kunstacademie (een half jaar) was onderdeel van de opleiding en bleek niet alleen een uitstekende voorbereiding op hun Delftse studie, maar legde ook de eerste kiem van creatief denken en vormde de basis van de maatschappelijke vraagstukken waarmee zij als architect aan de gang gaan. Voor de heren van 2by4 geen glamourarchitectuur. Waar zij op focussen, is ouderenhuisvesting, bedrijventerreinen, rijksbufferzones, onderwijshuisvesting en leven met de natuur.

Wat was er zo bijzonder aan de kunstacademie?

Remko: ‘We moesten er aan de slag met collega-studenten die een compleet andere kijk op de werkelijkheid hebben. Dat veroorzaakte bij mij een enorme dynamiek en inspiratie over en weer. Je leert er anders door kijken en redeneren. Dat heeft ons van begin af aan behoed voor een verkokerde kijk op het vak.

Rocco: ‘Het grote voordeel van een HTSachtergrond is dat je als architect in praktische zin veel waardevoller bent. Delft is toch wat eenzijdig op conceptvorming en ideeën gestoeld en veel minder op de technische uitwerking van een ontwerp. Door onze gecombineerde praktische en technische kennis, verstaan en spreken we letterlijk de taal van de aannemer. We begrijpen maar al te goed tegen welke problemen hij in de praktijk aanloopt.

Remko: ‘Een aannemer zegt per definitie dat iets niet kan en dat hij ergens geen garantie op kan geven. De kunst is als architect zoveel inhoudelijke en praktische kennis in huis te hebben dat je de aannemer ervan kunt overtuigen dat het wél kan.

Rocco: ‘Het uitstapje naar Mississippi was vooral een les in bescheidenheid. Deze opleiding vroeg studenten oplossingen te bedenken voor de problematiek van leegstand en verpaupering in small towns in de Zuidelijke Staten, ontstaan door de grote shoppingmalls aan de periferie van steden en stadjes. Deze bouwprojecten hebben onze interesse gewekt voor de maatschappelijke component van het vak en genas ons voorgoed van dedain voor de bescheiden, eenvoudige bouwopgave.’

Jullie hebben allebei kinderen. Zou je die een loopbaan als architect aanbevelen?

Rocco: ‘Nee, het is geen gezonde professie momenteel. Europees gezien zijn er veel te veel architecten. Zeker in deze crisistijd. Daarnaast zien veel mensen architectuur als een veredelde vorm van geveldecoratie. Wij zien dat uiteraard anders, maar zo’n stigma kan je als individu nauwelijks doorbreken. En als je kijkt naar de financiële vergoeding die een architect nog in rekening kan brengen, en die vergelijkt met die van andere academici, dan is de verhouding zoek. Geld hoeft geen motivatie te zijn, maar je moet wel van de opbrengsten van je vak kunnen leven.’

Remco: ‘Sterker nog, vandaag de dag wordt van een architect verwacht dat hij gratis een schetsontwerp maakt en minstens 20 procent korting geeft op de rest van zijn werkzaamheden. De overheid doet daar ook aan mee. Toch zou ik het mooi vinden als mijn dochter de passie die ik voel voor het vak ook oppikt.’

Wat ik steeds weer hoor bij bureaus als 2by4 die 5tot 10 jaar geleden begonnen, is dat klantgerichte concepten ontwikkelen, multidisciplinair werken en dwarsverbanden leggen zo belangrijk is. Waait er een nieuwe wind in het vak?

Remko: ‘De bureaus uit die periode zijn min of meer met dezelfde mindset het vak in gegaan als reactie op bureaus als OMA en MVRDV. Zij konden zich ontwikkelen in een tijd van ongekende welvaart en kregen volop kansen om buitengewoon ambitieuze projecten te realiseren. Voor experimenteerdrift was alle ruimte. Het kon niet uitzinnig genoeg. Als het maar imponeerde. Of gebouw en omgeving goed op elkaar reageerden was niet de vraag. Het ging om het statement. Toen wij begonnen, waren die kansen er niet meer. En zelfs als we morgen een landmark mogen realiseren, gaan we het anders doen.

Rocco: ‘Als je kijkt naar hoe de Rotterdamse hoogbouwiconen aansluiten op het maaiveld, dan zie je dat er veel mis is op de grens van het publieke en private domein. In onze optiek verdienen de plint en de stedenbouwkundige ruimte rondom het gebouw evenveel aandacht als het icoon zelf en dat gebeurt vaak niet. Dat heeft niets met jaloezie te maken. Architectuur gaat volgens ons om de essentie, niet om de sensatie.

Remko: ‘Als je vanuit de essentie van de opgave gaat denken en stilstaat bij hoe je de belangrijkste aspecten kunt vormgeven, dan kan dat een sensationeel gebouw opleveren dat op korte en langere termijn goed blijft functioneren. Als de doelgroep hoger opgeleide tweeverdieners zijn, dan moet je de specifieke behoeftes van die markt in je ontwerp integreren. Dat levert een heel ander concept op dan wanneer je bouwt voor senioren. Dat klinkt als een open deur, maar in het verleden is te weinig stilgestaan bij de verschillen per doelgroep.

En dat is het essentiële verschil tussen 2by4 en haar beroemde voorgangers?

Remko: ‘Het experiment om het experiment stond bij de generatie voor ons vaak centraal. Technisch en financieel kon alles, iedereen zocht naar de grens van wat mogelijk was. Nu is het tijd stil te staan bij de waarde van al die experimenteerdrift.

Rocco: ‘Soms moet je vernieuwend bezig zijn in constructies en installaties, maar dat moet wel een doel hebben. Bij sommige architecten staat de vraag centraal of een vorm überhaupt mogelijk is en welke expressie die vorm aan een gebouw geeft. Daarbij werd vaak uit het oog verloren of de vorm bijdraagt aan de oplossing van het onderliggende maatschappelijke probleem. Het was vaak vorm om de vorm.

En jullie doen het anders?

Remko: ‘Onze ambitie is met architectuur goed doordachte antwoorden geven op maatschappelijke complexe vraagstukken. Helaas heeft de vorige generatie het een beetje voor ons verpest. Hun ongebreidelde experimenteerdrift heeft veel opdrachtgevers kopschuw gemaakt. Architecten waren in hun ogen per definitie eigenwijs en ontwierpen vaker prototypen vol mankementen dan goed doortimmerde gebouwen.

Rocco: ‘Wij hebben ongewild het stempel op ons voorhoofd van onnodig complex, moeilijk en lastig. En het gaat nog wel even duren voordat het besef doordringt dat de nieuwe generatie het vak heel anders benadert.

Afgelopen jaren bouwden jullie een recreatiewoning aan de Loosdrechse plassen, een metrostation in Rotterdam en een gezondheidscentrum in Rijssen. Een ‘van alle markten thuis’-bureau?

Remko: ‘Dat klinkt best denigrerend, maar het klopt dat we ons op alle markten thuis voelen. Hoezo? Voor onze professionele mentaliteit maakt het niets uit of we een kleine recreatiewoning aan de plassen ontwerpen of een gezondheidscentrum van 12.000 vierkante meter.

Rocco: ‘Daarin verschillen we misschien nog het meest van onze illustere voorgangers. Niet een icoon oprichten, maar de wensen van gebruikers vormgeven en met ons ontwerp aansluiting vinden op de openbare ruimte is ons doel. In het verleden zijn veel kansen op dit vlak blijven liggen. Dat is jammer, want de maatschappelijke opgave is van alle tijden.

Op welk vlak hebben jullie de meeste vooruitgang geboekt?

Rocco: ‘Vooral in onszelf en als bureau. We staan een stuk volwassener en realistischer in het vak. Dat verschilt flink met onze eerste jaren toen we nog idealisten waren.’

Remko: ‘We staan met dezelfde mentaliteit in de bouwopgave, maar verschillen in de vertaling ervan. Door daarover stevige discussies te voeren, komen we er altijd uit en houden we de professionele relatie fris. Juist door het vaak niet met elkaar eens te zijn.

Rocco: ‘En onze visie op het vak? Waar ik op de TU persoonlijk tegenaan liep, was dat ik van sommige lezingen geen snars begreep. Dat kan aan mijn intellectuele capaciteit liggen, maar met die softe, zweverige betogen kon ik geen kant op. Dat stond zover van de dagelijkse realiteit. Na een lange zoektocht werd me helder dat architectuur ook vaak lucht verkopen is. Daar kan ik niet goed tegen. Een verkoopverhaal zonder degelijke onderbouwing door onderzoek over hoe je de onderliggende vraagstukken en problemen vorm wilt geven, dat past niet bij ons bureau. Voor de nodige zelfreflectie gaan we na realisatie van een project terug om te controleren waar de hiaten zitten in de manier waarop wij het programma van eisen vormgegeven hebben.

Remko: ‘Als architect moet je blijven leren en dat lukt nooit als je niet kritisch naar je eigen prestaties kijkt.’

Remko Remijnse (1974) en Rocco Reukema (1972) studeerden allebei bouwkunde aan de HTS in Zwolle, volgden een jaar de Kunstacademie in Kampen, studeerden 1 jaar aan de School of Architecture, Mississippi University USA en voltooiden in 2001 respectievelijk 2002 hun opleiding Architectuur aan de TU in Delft. Na enkele jaren werken op diverse andere architectenbureaus startten ze samen in 2005 2by4architects in Rotterdam.

Tekst: Peter de Winter
Fotografie: Mirjam van der Hoek

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , , , , , , , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.