Onlangs zijn 4 proeftuinen gerealiseerd bij het ministerie van OCW in de Hoftoren in Den Haag. De grijze werkomgeving is getransformeerd naar een kleur- en materiaalrijk interieur, die de werknemers weer naar kantoor moet lokken.
Tegenover de ingang van Station Centraal, staat de imposante 142 meter hoge Hoftoren, ontworpen door het architectenbureau Kohn Pedersen Fox Associates uit New York. Het kantoor biedt werkruimten aan onder meer het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW). Deze kantooromgeving is volgens de rijksstandaard ingericht met de invalshoeken sober en doelmatig en bestaat uit een variatie van werkruimten, overlegplekken en ontmoetingsruimten. De basis kleurtoon is antraciet. De materialisatie bestaat uit houten panelen, metaal- en glaswanden en een kortpolige antraciete vloerafwerking. De inrichting is gebaseerd op een vaste werkplekmix.
Vier proeftuinen
In 2022 is door het Ministerie van OCW het plan opgevat in het kader van het Hybride Werken vier proeftuinen in te richten. Omdat uit onderzoek bleek dat de functionaliteiten op orde waren maar de werkomgeving op gebieden als een aantrekkelijke en inspirerende werkplek laag scoorde, is in het ontwerp de focus gelegd op belevingskwaliteit. Deze proeftuinen hebben elk een eigen thema:
1. ontmoeten en (hybride) overleggen
2. individueel (geconcentreerd) werken
3. opgave gericht samenwerken en ontmoeten
4. creatieve sessies en brainstormen.
Deze thema’s zijn afgeleid van het vooronderzoek op basis van WPA (Work & People Analytics) waarin bij de verschillende afdelingen binnen het Ministerie behoeftestellingen zijn geanalyseerd in samenhang met de verschillende werksoorten en afgestemd op een goede balans tussen thuiswerken of fysiek aanwezig zijn op locatie.
Ontkantoriseren
In een team met vertegenwoordigers van het Ministerie van OCW van de afdelingen Huisvesting en Facilitaire Zaken, FM Haaglanden en externe ondersteuning is een creatief proces afgerond, om passend binnen de rijksregelgeving een reguliere rijkskantooromgeving te ‘ontkantoriseren’. De term ‘ontkantoriseren’ staat voor de transformatie van de gestandaardiseerde werkomgeving naar een materiaal-, kleur- en inrichtingsconcept van de vrijdenker.
Meer naar kantoor
Binnen de Pilot van het Hybride Werken staat het thema centraal hoe na de coronatijd rijksambtenaren te stimuleren naar kantoor te gaan om daarmee sociale cohesie, betrokkenheid en serendipiteit te bevorderen. Eigenlijk is het heel eenvoudig: mensen hebben behoefte aan een werkomgeving die ‘goed voelt’. Voor en tijdens de uitwerking van de Proeftuinen zijn gebruikersgroepen betrokken geweest bij de te maken keuzes. De praktische uitwerking kent een aantal markante pijlers die zich concentreren op acht thema’s:
1 kleur
De vraag kan gesteld worden waarom een kantooromgeving overwegend antraciet is, terwijl elk mens een kleurrijk wezen is. Mensen reflecteren zich aan hun omgeving en een kleurloze ambiance vormt een grauwsluier die die kleurrijke individu omhult. Om deze reden is een kleurpallet samengesteld met een variatie aan verzadigde kleuren en kleurrijke patronen, vooral in de vloerafwerking door de toepassing van Flotex.
2 een balans tussen ruimten met moderne digitale tools en ruimten zonder digitale ondersteuning
Van belang is dat mensen werkelijk contact met elkaar hebben, elkaar recht in de ogen kijken, te luisteren naar de menselijke stem en elkaars lichaamstaal te zien. Dit zijn de ingrediënten voor ‘echte aandacht’. Door echte aandacht floreren mensen waarbij ze merken dat er naar hun wordt geluisterd en waarbij ze zich gezien voelen. Daarnaast is het van belang fysiek met elkaar samen te werken door ook gezamenlijk dingen te doen. Zo zijn complexe vraagstukken na te bootsen via het bouwen met lego of het uittekenen van toekomstbeelden. Hiermee activeer je de tastzin, die op zijn beurt het denken activeert. oHiermee actveer je de tastzin die HierIn de ruimten waarbij het accent ligt op de fysieke werkelijkheid zonder digitale tools zijn dan ook materialen beschikbaar om met elkaar samen te werken. Samenwerken in de werkelijkheid zonder digitale tools is een eenvoudig middel om fenomenen als deepfake te omzeilen.
3 innovatieve duurzame materialen
In de proeftuinen speelt natuur een belangrijke rol. Naast toepassing van grotere robuuste planten in zware keramiek potten van gebakken klei, is gekozen voor scheidende voorzieningen in de vorm van beukenweefsel dat voor 100% uit cellulose bestaat, mycelium en aardappelschillen. Deze aardappelschillen zijn met een 3D printer verwerkt in matten die door mariene biologen in kwelders worden benut als hulpmiddel om planten te helpen wortelen. Mycelium blijkt dankzij een fraai golfpatroon en omhullende textuur een esthetisch elegante voorziening te zijn met bovendien een hoge akoestische kwaliteit. Verder zijn wanden voorzien van afval van mangobladeren, verwerkt in een levendige variëteit van bruin- en zwarttinten.
4 ode aan de Tijdgeest
Omdat de kennis van deze tijd gebaseerd is op het verleden en onze cultuur is opgebouwd vanuit het verleden, is het van belang zorgvuldig met de tijdgeest om te gaan. Zo zijn oude cafétafels, oorspronkelijke Thonetstoelen en plantenhangers van Arnhems plateel toegepast, waarbij authentieke elementen zijn gecombineerd met zowel hergebruikt als nieuw meubilair.
5 frivoliteit
Spelen vormt een essentiële activiteit om spelenderwijs te leren, maar ook om het denkvermogen te activeren door vanuit spel op andere gedachten te komen. Zo is op de vloer van een ontmoetingsruimte een vinyl toegepast met knoopjesmotief en hangen er kralengordijnen die ruimte geven aan het spel van licht en kleur. Vloeren bij de centrale liften zijn met opzet voorzien van opvallende bloemmotieven van Flotex zodat bij het opengaan van de liftdeuren mensen wakker worden gemaakt met de boodschap ‘hier gebeurt wat’.
6 sprekendheid
Een gebouw is interessant te maken door het sprekend te maken. Het vertelt als het ware een betekenisvol verhaal. In de hoogst gelegen proeftuin bevindt zich de oude Griekse agora, het plein waar de oude Grieken bijeenkwamen om kennis te delen. De tijd die zij konden spenderen aan het uitwisselen van kennis was hun hoogste goed. Ze hadden er zelfs een specifieke naam voor, namelijk ‘scholea’. Hier is het woord ‘school’ op gebaseerd. Het was vanwege deze historische achtergrond interessant voor het Ministerie van OCW om met deze ‘agora’ wat te doen. Er is een vinyl toegepast van Forbo die kasseien toont met een zekere dieptewerking gelijkend op de oude kasseien van het stadsplein. Langs de wanden bevinden zich robuuste cortenstaal panelen. Er hangen industriële lampen, er staat straatmeubilair en het plafond heeft een tint gekregen ten behoeve van de ruimtewerking.
7 knusheid
Het woord ‘knus’ is in deze maatschappij wat uitgerangeerd en behoort niet tot de ‘trendy, sexy, moderne’ werpleksfeer. Etymologisch heeft het word ‘knus’ waarschijnlijk met ‘knutselen’ te maken en het woord ‘knutsel’ dat staat voor een in elkaar gedraaide knoop. Een knooppunt dus van gezellig met elkaar aan de slag gaan. Dit thema is terug te vinden op het ontmoetingsplein van de 4e etage: door in deze ruimte kleinere ruimten af te bakenen, warme verzadigde kleuren toe te passen, oude en nieuwe materialen te combineren en oude cafétafels te hergebruiken is een sfeer van kleinheid, intimiteit en gezelligheid ontstaan.
8 alleen zijn
Het is in deze maatschappij merkwaardig dat een mens steeds zichtbaar moet zijn. Het is heerlijk om je met regelmaat te verstoppen en juist niet zichtbaar te zijn, maar even alleen met jezelf te kunnen zijn. Dan kan je weer even opladen, je gedachten ordenen en als het ware ‘resetten’ en dat in een omgeving waar permanent een appel op je wordt gedaan. Om deze reden is een ruimte toegevoegd die ‘de mijmerij’ heet. In deze ruimte staat alleen een bankje met bloemmotief dat zo gepositioneerd is dat je al mijmerend kan genieten van het majestueuze uitzicht over Den Haag. Je komt hier als herboren vandaan.
Ervaringen en evaluatie
Je kunt je de vraag stellen wanneer een project is geslaagd en hoe proeftuinen daadwerkelijk leiden tot strategische herontwikkeling in de toekomst. Een gedetailleerd evaluatieproces is in gang gezet om de plussen en minnen te gaan onderscheiden om voor de toekomst de winstpunten vast te stellen. De gebruiker zelf laat echter eigenlijk per direct zien of hij of zij blij is met de transformatie. We zagen een vrijheid in bewegen, een frivoliteit en vrolijkheid en we hoorden geschater. Op dat moment realiseer je je dat alle inspanningen tot iets kostbaars hebben geleid.
Zintuigelijke beleving
Dit alles heeft plaatsgevonden op basis van kennis van de twaalf zintuigen, zodat een directe link kon worden gelegd hoe de belevingskwaliteit van de omgeving daadwerkelijk wordt ervaren door de gebruiker. Elk mens ervaart zijn omgeving met al zijn of haar zintuigen. Door gestructureerd de informatie per zintuig te bezien en deze in harmonie te brengen, ontstaat een omgeving die ‘goed voelt’ en dat ervaren gebouwgebruikers onmiddellijk. Door middel van kleurtoepassingen zijn de ruimtelijke verhoudingen verbeterd, door een lijnenspel in de vloerafwerking in de gang wordt de bewegingszin gestimuleerd, kleurstellingen in de vloerafwerking dragen bij aan de evenwichtszin en gedifferentieerde structuren activeren de tastzin. Voor alle twaalf zintuigen is gekeken of deze zintuigen voldoende informatie krijgen, dus niet teveel maar ook niet te weinig. Dit sensorisch informatiemodel is ontwikkeld aan de TU Delft.
Geen hogere kosten
Het heeft er alle schijn van dat de transformatie van dit ‘ontkantoriseren’ geleid heeft tot hoge kosten. Omdat zorgvuldig gezocht is naar oplossingen in de markt, hergebruik en aankopen via Marktplaats, maar ook de keuze voor de vloefafwerking Flotex die zeker drie keer zo lang meegaat als reguliere vloerafwerking als tapijt, is er niet sprake van hogere kosten dan bij de reguliere aanpak. Een wand met een statige kleurstelling is vrijwel even duur als een wand geschilderd met RAL 9010.
Wellicht is de transformatie helemaal niet zo bijzonder. We zien namelijk de mooiste dingen in andere kantooromgevingen verschijnen. Wat in ieder geval wél bijzonder is dat we als ontwikkelteam zo sterk functioneerden dat we telkens weer stappen konden zetten die maar heel lastig zijn te maken binnen de rijksregelgeving.
Tekst en foto’s: dr ir Iris Bakker, interieurarchitect, Levenswerken
Meer lezen over de biobased materialen toegepast in de Hoftoren? Lees ook het artikel Innovatieve biobased materialen in de Hoftoren
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.