Wat maakt een stad gelukkig? In het InnovationLAB, een initiatief van stedenbouwkundige Robbert Jan van der Veen en Bouwkundestudente Stella Groenewoud, onderzoeken Honoursprogrammestudenten welke factoren van invloed zijn op het collectieve geluksgevoel in een stad en proberen zij een oplossing te bedenken voor problemen waar moderne stedelingen mee worstelen.
Door de crisis is er bij gemeenten, overheden en ontwikkelaars veel in Research & Development gesneden, terwijl in tijden van verandering innovatie juist nodig is,’ meent Robbert Jan van der Veen, stedenbouwkundige en directeur van Plein 06, een Rotterdamse ontwerpbureau voor gebiedstransformatie. ‘Als je kijkt naar de behoeftepiramide van Maslow, zijn de onderste waarden als onderdak, onderwijs, zorg en veiligheid voor een groot deel door de samenleving ingevuld. Hogere waarden als creativiteit, plezier en betekenis vinden, zijn daarentegen ieders eigen zorg. Welvaartsproblemen komen tegenwoordig veel voor, en moeten mensen zelf oplossen. Met obesitas, ADHD, burn-out of echtscheiding ga je maar naar de psycholoog. Een gezamenlijke aanpak kan bijdragen aan een groter collectief geluksgevoel. De Nederlandse stad, de plek waar wij leven, kan hier een grote rol in spelen.’
Bottom- up
Van der Veen besloot een eigen laboratorium op te zetten, waarin onafhankelijk en nietcommercieel onderzoek wordt gedaan naar het collectief faciliteren van geluk in de stad: het InnovationLAB. Met dit idee benaderde hij de TU Delft, waar excellente tweedejaars studenten die hun blik willen verbreden meedoen aan een Honours Programme. Van der Veen: ‘Honours studenten moeten naast hun studie extra studiepunten halen en hebben de ruimte en motivatie om onderzoek te doen. Het InnovationLAB biedt hun een unieke kans om in contact te komen met andere disciplines, andere universiteiten en innovatieve bedrijven.’ Behalve TU Delft, kreeg hij ook de Honours Programmes van de Erasmus Universiteit Rotterdam en Universiteit van Leiden mee. In het InnovationLAB kunnen de studenten vrij nadenken over het onderwerp ‘Gelukkige stad’ en daar zelf een visie en plan bij ontwerpen. Het bottom-uponderzoek duurt vijf maanden en wordt begeleid door zes PHDonderzoekers uit de vakgebieden filosofie, psychologie, (steden)bouwkunde, industrieel ontwerp, transitiemanagement en economie. Lezingen van de PHD’ers en workshops van vernieuwende bedrijven gericht op stedelijke oplossingen brengen de deelnemende studenten verder in hun onderzoek.
Joyapp
Aan de pilot in 2013 deden vier Delftse studenten mee. Bouwkundestudent Stella Groenewoud heeft zich daarna als medeorganisator aan het lab verbonden. De tweede editie ging afgelopen november met twaalf deelnemers van start. Studenten van verschillende studierichtingen vormden samen een multidisciplinair groepje van drie. Iedereen daarin begon met het analyseren van zijn dagelijkse geluksgevoel aan de hand van een bestaande gelukstheorie en het nodige deskonderzoek. Vervolgens is gezamenlijk een geluksprobleem geformuleerd en een concept ontworpen om stadsbewoners op een collectieve manier gelukkiger kan maken. ‘Het ontwerpproces is iteratief, dus studenten mogen altijd terug om iets aan te passen of aan te scherpen,’ licht Van der Veen toe. ‘De uitkomst of oplossing mag een stedenbouwkundig of architectonisch ontwerp zijn, maar dat hoeft niet. Als het kostentechnisch maar onderbouwd en haalbaar is.’ Zo constateerde een van de groepjes dat stedelingen te gehaast met eten omgaan en hun eigen stad nauwelijks kennen. Als oplossing bedachten ze ‘Wijkoken’, waarbij een bus met mobiele keuken mensen naar onbekende wijken brengt om daar samen met de bewoners te koken en eten. Een ander groepje ontwikkelde een preventieve app om burn-outs bij studenten te voorkomen. ‘Joy, Balance your Life’ bevat spelletjes en stuurt berichten die studenten helpen bij het vinden van geluksmomenten, gekoppeld aan herkenningspunten in de stad.
Paviljoen of leegstaand gebouw
De twee andere groepjes kwamen wel met een architectonisch concept. ‘Flowbureau’ is een koepelvormig folly die je op allerlei plekken in de stad kunt neerzetten. Tegen de gevel zijn werkplekken met draaibare bureaustoelen. In het midden is een rustgevende ruimte. Door de stoel te draaien kan de bezoeker zich afwenden van het wereldse en zich overgeven aan zijn meditatieve en spirituele behoefte. Het andere architectonische ontwerp heet ‘2gether’, een plek van samenkomst op routes waar studenten vaak langsfietsen. Dit kan een paviljoen zijn, maar ook een leegstaand gebouw. Het gebouw bestaat uit een laag met praktische functies als band plakken, telefoon opladen en schuilplek voor de regen. Laag twee en drie voorzien in meer sociale en culturele behoeften. Wijkoken en Joyapp kregen in april de hoogste waardering van de jury, waarbij Wijkoken de meeste potentie voor de toekomst heeft. ‘Het is elke keer weer spannend waar de studenten mee komen en of ze de verwachtingen waarmaken,’ zegt Van der Veen. ‘Dit najaar starten we met een dubbel aantal studenten, acht uit Delft, acht uit Rotterdam en acht uit Leiden. De PHD’ers krijgen dan een nog prominentere rol bij de begeleiding.’
Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 5 van 2015
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.