Bij aankomst in de Tuin van Bret in Amsterdam zie ik meteen al een ontwerp van Michiel Poelmann, met wie ik heb afgesproken: het toegangshek maakte hij van onderdelen van stalen containers waarvan ook de studio’s op het terrein zijn gemaakt. Hij noemt zichzelf metaalbewerker en kunstenaar en experimenteert graag met combinaties van metalen.
De Tuin van Bret
Naast station Sloterdijk is in 2017 op een restruimte een rood dorp gebouwd: de Tuin van Bret, een circulair bedrijventerrein met wijngaard. De paviljoens zijn opgebouwd uit hergebruikte zeecontainers. Architect Wouter Valkenier vroeg Michiel Poelmann een offerte voor de bouw van zijn nieuwe studio in de Tuin van Bret. Valkenier liet zijn studio uiteindelijk door een ander bouwen, maar bracht Poelmann wel op het idee om voor zichzelf een werkplek te maken in de Tuin van Bret. Van zes containers wist hij een ruimtelijke werkplaats te maken.
Ruimtelijk werkpaviljoen
Poelmann schakelde drie containers en haalde de tussenwanden eruit. Daarbovenop plaatste hij drie containers eveneens zonder tussenwanden. Een vide en een trapgat vergroten de ruimtelijkheid. In plaats van een kleine kas op het dak, zoals de meeste paviljoens in de Tuin van Bret hebben, bouwde hij een grote glazen dakopbouw, die hij als verblijfsruimte en showroom gebruikt. De verdiepingen eronder zijn metaalwerkplaatsen. Een staalconstructie die hij met hulp van een constructeur ontwierp, houdt het geheel overeind. De kozijnen, lichtarmaturen, trap en schuifdeuren zijn allemaal tweedehands. Een dressoir van zijn oma heeft hij verbouwd tot keukenblok en we drinken koffie uit oude glazen potten. Poelmann: “Ik heb het paviljoen zelf ontworpen en gebouwd. Daarvoor zat ik met mijn metaalwerkplaats eerst in een voormalige staalfabriek en daarna in een oude kas. Dit paviljoen is helemaal op maat gemaakt voor mijn werk. Jammer dat we hier in 2026 weer weg moeten. Het is een tijdelijk gebouw met uitsluitend hergebruikte materialen. Maar het kan makkelijk veel langer mee. Ik hoop hierna op een nieuwe plek een vergelijkbaar paviljoen te bouwen, maar dan permanent.”
Liefde voor metaal
Michiel Poelmann, geboren in Amsterdam Zuid in 1981, verhuisde als 14-jarige jongen naar Naarden, waar hij nog steeds woont. Voor zijn opleiding, vrienden en werk is hij altijd op Amsterdam georiënteerd gebleven. Hij studeerde aan de Rietveldacademie en aan het Grafisch Lyceum in Amsterdam. De liefde voor het werken met metaal kwam pas na de studie, via een bevriende metaalbewerker. “Het fascinerende van metaal vind ik hoe het harde materiaal door hitte zacht en vormbaar wordt. Ik hou ervan te experimenteren, van het zoeken naar nieuwe wegen om iets voor elkaar te krijgen. En om nieuwe combinaties van metalen te maken, bijvoorbeeld van koper, staal, en BA plaat. Ik ben een echte doener: als ik een ontwerp van iemand anders krijg of zelf een ontwerp maak, ga ik op zoek: hoe kan ik het realiseren, al experimenterend vind ik nieuwe oplossingen. Dat lukt me altijd, ook zonder dat ik de juiste apparatuur heb”.
Project voor architect Wouter Valkenier
Het eerste project dat hij met architect Wouter Valkenier realiseerde, is de grote ronde houtkachel voor horecavoorziening Hannekes Boom aan de kop van de Dijksgracht in Amsterdam. Het gevaarte heeft wel iets weg van een periscoop in een onderzeeër. Poelmann: “De haard is bijna geheel gemaakt van restanten metaal, ik verzamel oude materialen die ik integreer in nieuw objecten. Ik wil mijn impact op het milieu zo klein mogelijk maken en gooi zelden iets weg.” “De samenwerking beviel dermate goed, dat Wouter me vervolgens ook vroeg van de gemeentelijke straatlantaarns van friso kramer een kroonluchter te maken. Die lantaarns had hij van de afvalcontainer gered, toen hij van de gemeente Amsterdam opdracht kreeg de voormalige Stadsdrukkerij te transformeren tot een innovatief flexkantoor, met gebruik van bestaand materiaal.”
Kroonluchter in woonark
Blijkbaar was de architect zo verguld met de kroonluchter, dat hij in zijn eigen nieuwe woonark aan de Johan van Hasseltkade in Amsterdam Noord ook een exemplaar heeft opgehangen. Voor deze ark, die dit jaar is opgeleverd in de drijvende wijk Schoonschip, maakte Michiel Poelmann ook de metalen buitentrap en de hekken binnen en buiten. “Toen ik zat te bedenken welke vorm ik die hekken zou geven, keek ik hier vanuit mijn werkplaats naar buiten en zag wuivend riet. Toen wist ik: die vorm past perfect bij een woonark.” In twee maanden waren de hekken en trap gereed.
Ombouw mobiele pizzaoven
Op het moment van ons gesprek werkt Poelmann aan een ombouw voor een mobiele pizzaoven, een beugel voor een motorfiets en een metalen zetel als drager van bedrijfslogo’s voor een bedrijfsverzamelgebouw. Poelmann krijgt ook opdrachten voor horeca-interieurs en voor decorbouw voor tv-shows, dit jaar o.a. voor ‘Zomer met Art’. In opdracht van Scotch & Soda maakte hij metalen paspoppen, torso’s van staaldraad en oude koperen elektriciteitsdraden. De prototypes hangen in zijn atelier, waar ook enkele kasten staan waarin elektriciteitsdraden zijn toegepast. Die kasten zijn verder samengesteld uit oude deuren, textiel, hout en metaal. Daarnaast staan er veel tafels, waarvan de onderstellen zijn gemaakt uit één stuk gebogen metaal. “Ik buig al die onderstellen met slechts één mal.”
Dit artikel is gepubliceerd in Bouwwereld nummer 9 van 2019 in de rubriek De Specialist
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.