Nieuwbouw versus retrofitting

Kennis, Onderzoek

Nieuwbouw versus retrofitting

Door: Redactie ArchitectuurNL | 10-11-2015

Openbare gebouwen zijn van ons allemaal en worden daarom graag opgesierd met het predicaat ‘energieneutraal’. In Venlo gaat men zelfs nog een stap verder. Het nieuwe gemeentehuis in aanbouw is helemaal cradle to cradle. Leuk hoor, stelt David Peck van het Valorisation Centre van de TU Delft, maar daarmee gaan we voorbij aan het werkelijke probleem. De grote energiewinst moeten we halen in de bestaande bouw. ‘Daar ligt voor 200 jaar werk op architecten te wachten.’

 

Het nieuwe gemeentehuis van Venlo (oplevering: april 2016) wordt helemaal volgens de principes van cradle to cradle gebouwd. Deze kringloopvisie is losgelaten op de thema’s materiaalgebruik, water, lucht en energie. Het complex aan de Eindhovense weg is markant, transparant en multifunctioneel, gelardeerd met de duurzaamste toeters en bellen. Een korte opsomming. De door wegen en spoorlijnen vervuilde lucht rondom het gebouw wordt gezuiverd door een enorme groene gevel van 2.000 m2. De parkeergarage wordt gebruikt om de lucht in het gebouw ’s winters voor te verwarmen en ’s zomers te koelen. De kas bovenop het gebouw zuivert de lucht en levert warmte. Regenwater wordt opgevangen, gebruikt en door een helofytenfilter gezuiverd voordat het weer de Maas in stroomt. Daglicht wordt zo diep mogelijk het gebouw in gehaald, waardoor minder kunstlicht nodig is. De grootte en vorm van de vides zijn afgestemd op een zo natuurlijk mogelijke luchtstroom, waardoor minder gebruik hoeft te worden gemaakt van mechanische ventilatie. Er is driedubbel glas gebruikt. De pv-panelen (1.000 m2) worden deels ook gebruikt als zonwering. De gebruikte materialen zijn recyclebaar en… afval bestaat niet, want dient als grondstof.

Grondstoffenbank

Architect Hans Goverde van Kraaijvanger Architecten: ‘We wilden een gebouw ontwerpen dat gaat leven in de harten van de Venlonaren. Dus moet het er mooi uitzien, een gezond binnenklimaat hebben en een fijne plek zijn om te verblijven. Dan zullen mensen automatisch moeite doen voor het behoud ervan. Dat is duurzaam. Ook de interactie met de stad vonden we belangrijk, anders heb je straks een dood duurzaam gebouw. Er komt een café in, en een zaal voor symposia.’ Kraaijvanger Architecten profileert zich niet alleen met nieuwbouw maar ook met duurzame renovatie. Maar aangezien Venlo iets nieuws wilde in de geest van cradle to cradle, was dat voor Goverde een buitenkans om iets bijzonders neer te zetten: ‘In Venlo zijn we verder gegaan dan waar ook. Het hele gebouw kan uit elkaar, alle materialen zijn te hergebruiken. We zien dit gebouw als een grondstoffenbank. Alles wat erin gestoken wordt, moet na verloop van tijd hergebruikt kunnen worden.’ Ook de relatie met de producenten is anders dan gebruikelijk. Goverde: ‘De producenten van led-verlichting, tapijt, tegels en wc-potten blijven eigenaar van hun producten en komen ze zo nodig ophalen als ze niet meer nodig zijn. Zo kan ik nog wel even doorgaan. De gevels zijn van blank aluminium, zonder coating. Die kunnen zo de smelter in. In de houten gevelelementen is geen lijm gebruikt, die kunnen in de versnipperaar.’ So far so good. Maar het gebouw energieneutraal maken was toch niet zo gemakkelijk. Daarvoor was de hele trukendoos nog niet toereikend. Goverde legt uit: ‘We praten hier over een 50 meter hoog gebouw. Dat krijgt je bijna niet energieneutraal, zelfs niet met een isolatiewaarde van 5, de wkk-installatie en de overvloed aan pv-panelen. Gelukkig komen er op het kazerneterrein hier tegenover windmolens om het stadskantoor toch energieneutraal te krijgen.’

To hell

Met het predicaat ‘energieneutraal’ is iets raars aan de hand. Het wordt te pas en te onpas geplakt op nieuwe bruggen, snelwegen, viaducten, scholen en parkeergarages. De term energieneutraal geeft 280.000 hits in Google. Energieneutraal geeft ons een goed gevoel. Maar is dat niet een ietwat te beperkte benadering? David Peck van het Valorisation Centre van de TU Delft vindt van wel. Peck houdt zich bezig met waardebepaling van het onderwijs en de mate waarin kennis wordt omgezet naar maatschappelijk relevante producten en diensten. Gevraagd naar zijn mening over openbare gebouwen als leveranciers van energie, laat Peck een diepe zucht horen. Zijn boodschap aan architecten is kil en confronterend. Hij doelt niet op Venlo (‘best bijzonder hoor’) maar op de architectuur als geheel. Peck: ‘Veel architecten zijn bezig met scoren met nieuwe gebouwen. The rest can go to hell. Dat is een egocentrische benadering. Van dat soort architecten zijn er veel te veel. Of een bijzonder openbaar gebouw energie oplevert, gaat voorbij aan het werkelijke probleem. Nieuwe gebouwen maken slechts 1 procent uit van de gebouwde omgeving. De overige 99 procent bestaat uit gebouwen waar veel aan mankeert. De uitdaging is retrofitting en renovatie. Laten we die problemen aanpakken.’

Systemisch denken

Volgens Peck moet de architectuur toe naar ‘systemisch denken’ en overzicht proberen te krijgen over het geheel in plaats van zich te verliezen in afzonderlijke onderdelen. Peck: ‘Architecten die werk zoeken zullen dit een aantrekkelijk idee vinden want er ligt een enorme uitdaging in het beter gebruiken van de bestaande bouw, over de hele breedte: energie, energetische efficiëntie, watermanagement, materiaalgebruik, transport, mobiliteit en infrastructuur. Er ligt voor 200 jaar werk te wachten in de bestaande bouw. Laat architecten zich daarop concentreren.’ Om te laten zien hoe het moet, verwijst Peck naar de Green Village, het geesteskindje van prof. dr. Ad van Wijk. De Green Village is een testomgeving voor de (grotere) Green Campus van de TU Delft, een compleet zelfvoorzienende broedplaats voor studenten, researchers en bedrijven. Elektriciteit en warmte worden zelfstandig gegenereerd. Er zijn geen verbindingen met externe elektriciteits- en watersystemen. Stenen en cement worden niet gebruikt. In plaats daarvan wordt gebruik gemaakt van scheepscontainers voor studieruimtes, kantoren, hotels, cafés en winkels. PV-panelen en windturbines leveren elektriciteit, regenwater wordt opgevangen en gezuiverd en er zijn oplaadpunten voor elektrische auto’s. Die kant moeten we op, stelt Peck, en snel ook. Energieneutraal is een veel te beperkte benadering.

Tekst: Ton Verheijen

Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 7 van 2015

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.