In april vond in Delft het symposium ‘Bezeten van zitten’ plaats, waar architecten Moshé Zwarts en Stan Wagter en industrieel ontwerpers Kees de Boer en Dirk van der Kooij eigen stoelen presenteerden en enkele klassieke stoelen analyseerden. De aansluitende workshop voor studenten bouwkunde bewees dat de stoel een bijzondere rol kan spelen bij de reflectie op het ontwerpproces. De overeenkomsten tussen het ontwerp van een stoel en van architectuur waren overduidelijk.
Architecten denken voortdurend in uiteenlopende schaalgebieden en bovendien kijken ze graag en vaak over de grenzen van hun eigen vakgebied. Het ontwerp van de gebouwde omgeving is enerzijds nauw verbonden met landschap en stad, anderzijds met interieur en meubel. Zo maakte Jaap Bakema ruim 50 jaar geleden een televisieprogramma waarvan het betoog ook is vastgelegd in een boek. Hij gaf beiden de treffende titel Van stoel tot stad. In zijn verhaal licht hij toe waar het vak van de architect over gaat: onze verstandhouding met ruimte. Stoelen spelen in die ruimte een vanzelfsprekende rol, ze zijn object en meubel tegelijk, ze bieden de mens een plaats om te zitten en de ruimte om zich heen te ervaren.
Veel beroemde stoelen uit de recente geschiedenis zijn ontworpen door architecten. Aalto, Mies en Le Corbusier ontwierpen, bijna als 19de eeuwse architecten, tot in het detail het interieur van hun gebouwen, zeker wanneer het villa’s betrof. Er zijn ook architecten die als meubelontwerper of bouwer begonnen. Rietveld, in Nederland het bekendste voorbeeld, heeft de vanzelfsprekende stap gemaakt van zijn latjesstoel naar het huis voor Truus Schröder, en vele stoelen en gebouwen daarna.
Stoelencollectie faculteit bouwkunde Delft
Wie zoals ik begin jaren tachtig van de vorige eeuw bouwkunde studeerde in Delft kwam met regelmaat bijzondere stoelen tegen. Tijdens het vak Handtekenen waren ze onderwerp van tekenopdrachten en bij Interieur werden ze onderdeel van de ontwerpoefening. De kennismaking ging bijna ongemerkt, maar had een grote invloed. Naast de esthetiek maken vooral de constructieve en materiaalkundige aspecten stoelen tot inspirerende voorbeelden voor de architectuurstudent. De stoelen wekken nieuwsgierigheid naar de collectie – de collectie spoort aan tot onderzoek naar de gebouwen van de stoelontwerpers, en ook naar de stoelen van architecten die (nog) niet in de collectie vertegenwoordigd zijn.
In 2008 kwam de collectie internationaal in het nieuws. Kort nadat de inventarisatie van de collectie in een catalogus was vastgelegd werd de Faculteit Bouwkunde door brand verwoest. De stoelencollectie werd op heldhaftige wijze gered en met hulp van de Stichting Sofa, een stichting ter bevordering van de meubelkunst, is er door Kossmann.dejong een permanente expositie ingericht in BK City. De ruim driehonderd stoelen worden gepresenteerd in een grote stelling waar de stoelen op verschillende niveaus kunnen worden bekeken.
Symposium en ontwerpworkshop
Opnieuw is de collectie toegankelijk voor studenten, wetenschappers en andere stoelenliefhebbers. Er is weer ruimte om de collectie in te zetten voor het ontwerponderwijs. Vanuit die gedachte vond in april 2011 een eerste activiteit plaats, Bezeten van Zitten, een symposium en ontwerpworkshop georganiseerd door de studievereniging van de faculteit Bouwkunde Stylos, in samenwerking met stichting Zetel. Als gastdocent architectonisch ontwerpen aan de Faculteit Bouwkunde en redacteur van stichting Zetel heb ik met plezier de uitnodiging aangenomen om als moderator op te treden. De ontmoeting tussen ontwerpers brengt aan het licht waar zij naar op zoek zijn en met welke drijfveren, hoe ontwerp- en denkprocessen verlopen en waarom bepaalde keuzes worden gemaakt.
Voor het symposium werden vier ontwerpers uitgenodigd om te reflecteren op drie stoelen uit de collectie en om een eigen stoelontwerp te presenteren. De volgende dag hebben studenten, begeleid door docenten vormstudie, aan eigen stoelontwerpen gewerkt. Een heldere formule waarin de drie betrokken partijen elk hun specialisme konden inzetten: Stylos de verdieping en verbreding van het ontwerponderwijs, de Stoelencollectie enkele spraakmakende stoelen uit de eigen collectie en stichting Zetel het netwerk van hedendaagse ontwerpers.
Je zou kunnen zeggen dat er 11 gasten waren uitgenodigd: 7 stoelen en 4 ontwerpers.De stoelen uit de collectie waren een beetje in het nadeel – hun makers waren immers niet aanwezig om het bijbehorende verhaal te vertellen, over de tijd waarin ze ontstaan zijn, de materiaalkeuzen en de vernieuwende constructie- en productiemethoden. Als zwijgzame iconen vormden een Afrikaanse kruk, de Paimio van Alvar Aalto en de Mondial van Gerrit en Wim Rietveld een tastbare achtergrond voor de stoelen van de aanwezige ontwerpers: twee architecten en twee industrieel ontwerpers.
Vier nieuwe stoelen
Moshé Zwarts, emeritus hoogleraar Bouwtechniek van de Faculteit Bouwkunde, sprak bevlogen over zijn klapstoel, waarvan het prototype wel wat zwaar is, maar zeker overtuigend het constructieve spel van trek en druk laat zien.
Stan Wagter studeerde in 2004 af aan de Faculteit Bouwkunde en had het prototype van zijn ontwerp Kniq meegebracht. In het aluminium frame van deze archetypische stoel zijn scharnierpunten opgenomen, die doorbuigen als erop wordt gezeten. De stoel past zich aan aan degene die er op zit en veert bij opstaan automatisch weer terug.
De twee industrieel ontwerpers zijn afkomstig uit Eindhoven en werden opgeleid aan de Design Academy. Kees de Boer is werkzaam bij Ahrend. Hij bracht een comfortabele kantoorstoel mee, die modulair is opgebouwd en aan alle soorten en maten gebruikers kan worden aangepast. Ergonomie en recyclebaarheid zijn belangrijke uitgangspunten.
Dirk van der Kooij heeft van het gesmolten plastic van oude koelkasten een eindeloos lange veter gemaakt en die met behulp van een robot is neergelegd als een stoel. Ook hier is het maken sterk verbonden met de uiteindelijke stoel en zijn stijfheid en stabiliteit de duidelijk zichtbare leidraad voor de uiteindelijke vorm.
De vier presentaties waren de opmaat voor levendige gesprekken waarbij de stoelen veelvuldig werden aangeraakt en uitgeprobeerd. Als ontwerpopgave blijft de stoel een grote inspiratiebron en uitdaging. Het symposium bewees dat de stoel ook een bijzondere rol kan spelen bij de reflectie op het ontwerpproces, een proces dat duidelijke overeenkomsten vertoont met dat van de architectonisch ontwerper. De stoelencollectie kan daarin een prikkelende rol spelen, als een historische bron op het gebied van ambacht en productie, van technische mogelijkheden en ontwikkelingen, en vooral op het gebied van de cultuur van het zitten.
Elke tijd zijn stoel
Stoelen hebben daarbij soms een spreekbuis nodig, een goede verteller die zoals Jaap Bakema de stoel in een groter geheel plaatst. In Elke tijd zijn stoel vertelt Max van Rooy over de avonturen van de stoel in de vorige eeuw. Via Berlage, Rietveld, Penaat, Stam, Visser, Kramer en vele anderen schildert hij onze verstandhouding met het zitten. Qua verschijningsvorm verraadt de stoel zijn tijd, maar de functie blijft onveranderd: de mogelijkheid bieden om te gaan zitten. Met de publicatie van dit essay wil stichting Zetel laten zien waarom de stoel betekenisvol is en op welke erfenis de huidige ontwerpers voortbouwen. Zo wordt een verbinding gelegd tussen cultureel erfgoed en nieuwe ontwikkelingen.
Tekst: Mirjam Ijsseling
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.