De KMA – Koninklijke Militaire Academie in Breda – heeft een metamorfose ondergaan. Waar systeemplaten voorheen het laaghangende plafond ontsierden, zijn de legeringskamers nu hoog en baden ze in het licht. De groezelige muren in de gang zijn strak gestuct en gewit. En: geen kou meer! De tocht in de ruimten is weg. Loes van Rijnsbergen, de architect achter het grootscheepse verbouwproject, werkte samen met andere architecten, constructeurs, installateurs en (bouw)experts aan deze enorme klus die twaalf jaar duurde.
Het Kasteel van Breda stamt uit 1535 en diende ooit als ‘stamslot’ van de voorouders van de Nederlandse Koninklijke familie, de (Van) Nassaus. In de zestiende eeuw werd het kasteel verbouwd tot Renaissancepaleis, waarna het Rijksmonument in 1828 het thuis werd voor de Koninklijke Militaire Academie.
Twaalf jaar geleden werd een verzoek gedaan om de brandveiligheid van het pand te verbeteren. Het bleek uiteindelijk de aanleiding van een project waarin de archtecte onder andere op zoek is gegaan naar de samenhang van de verschillende ruimtes. Daarbij is uiteraard de kans aangegrepen om het pand te verduurzamen en verder te verbeteren.
Energiezuinig
Door moderne technieken toe te passen is onder meer een grote energiebesparing gerealiseerd in het verwarmingsvraagstuk. Dit wordt ondersteund door de renovatie van ongeveer 800 ramen. Daar waar het kozijn vervangen moest worden, werd het zodanig behandeld dat de uitstraling net zo ‘afgeleefd’ was als de originele exemplaren.
Brandveilig
Om de brandveiligheid te verbeteren zijn overal watermistkopjes aangebracht. Deze creëren geen regendruppels, maar een mist in geval van brand. Hierdoor gaat het zuurstofpercentage in de ruimte omlaag en wordt het koeler. Beide effecten zorgen voor het doven van de vlammen. Daarbij staat de mensveiligheid natuurlijk voorop, maar door de mist loopt het Rijksmonument ook zo min mogelijk waterschade op.
Samenhang
Verder had de architecte een missie om de hokkerigheid – die ontstaan was door aanpassingen uit het verleden – om te vormen tot een helder gebouw. “We hebben onnodige muren gesloopt en de zichtlijnen teruggebracht. Zo zijn dichte deuren vervangen door zwartstalen brandwerende portalen met glas. De grote zwarte armaturen in de gangen zijn bedacht door een lokale ontwerper. Kloek, sterk en tegelijkertijd modern.”
Het moderne en het traditionele komen ook samen in de Grote Zaal (Groza). De oude kolommen zijn opgeknapt en voorzien van een kroon zoals deze is afgelezen van de tekeningen uit 1948. Ze zijn voorzien van moderne armaturen en noodverlichting. Daarnaast is het doek van de gevallenen verplaatst naar de Groza. “Die hing op een gevoelige locatie op de gang, pal in de zon. Nu hangt het doek in het noorderlicht.” De bar is een kwartslag gedraaid en volledig vernieuwd. Het keramiek en de messing randen geven de tapplaats een sfeer van de roaring twenties.
Zichtbare grandeur
Het is het zichtbaar maken van de grandeur uit de geschiedenis. Dat gebeurde onder andere bij de Indiëzaal. Tijdens de verbouwing komt hier de verborgen gietijzeren trap tevoorschijn, die werd aangelegd aan het einde van de negentiende eeuw. Het gehele portaal alsook de aanpalende zaal zijn aangepakt. In de vitrines komt de oude historische verzameling.
Het eindresultaat is een knipoog naar paleis, op maat gemaakt voor de defensieorganisatie. Het kasteel mag met recht weer een kasteel genoemd worden. Van Rijnsbergen “Natuurlijk konden wij deze opdracht aan, maar het is wel geschiedenis dat je schrijft. Het kasteel was een samenraapsel van verschillende verbouwingen en achterstallig onderhoud. Elke nieuwe keuze die je maakt heeft invloed op zo’n monumentaal gebouw. Deze moeten weloverwogen en toekomstbestendig zijn, en om de kwaliteit weer terug te brengen.”
fotograaf Rob Gieling, Mediacenter Defensie
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.