Het woonhuis van de beroemde Utrechtse architect Sybold van Ravesteyn is te huur. Van Ravesteyn woonde er tot zijn dood in 1983; het huis ademt nog helemaal zijn geest.
De toekomstige huurder van het pand aan de Prins Hendriklaan 112 is het niet toegestaan iets aan de woning te veranderen. Het woonhuis dat architect Sybold van Ravesteyn in 1932 voor zichzelf bouwde, is een bijzonder huis. Juist daarom mag er niet veel aan veranderd worden.
Veel gesloopt
Van Ravesteyn was in dienst bij de Nederlandse Spoorwegen. Hij ontwierp talloze stations en seinhuisjes, maar daarvan is nauwelijks iets over. Van Ravesteyn is de meest gesloopte architect van Nederland.
Het station van Utrecht moest er begin jaren ’70 al aan geloven, bij de bouw van Hoog Catharijne. Dit jaar ging ook Rotterdam C.S. aan diggelen. Het is eigenlijk een wonder dat het huis aan de Prins Hendriklaan er nog staat.
Betonromanticus
Van Ravesteyns hoorde aanvankelijk bij De Stijl en Het Nieuwe Bouwen, maar gaf later letterlijk zijn eigen draai aan die strenge stroming. Karakteristiek voor de ’betonromanticus’ Van Ravesteyn zijn de zwierige lijnen en de ronde vensters. Zoals in het oude Utrechtse Centraal Station.
Het woonhuis wordt momenteel opgeknapt, vooral de houten vloeren zijn slecht. Ondanks de toenmalige luxe van centrale verwarming en een royale keuken – de authentieke ijskast en gasfornuis staan er nog – is het huis tamelijk Spartaans. Van Ravesteyn stond toen hij het liet bouwen aan het begin van zijn carrière. De gele bakstenen van zijn huis waren afdankertjes van de Spoorwegen.
Bron: Algemeen Dagblad / Inge van den Blink
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.