Het jonge bureau ArchitectuurMAKEN van Nina Aalbers en Ferry in ’t Veld maakte in 2016 een vliegende start met de bouw van hun eigen woonhuis in de Rotterdamse Gouvernestraat. In de bakstenen zit bouwpuin verwerkt, het genereerde internationaal veel publiciteit. Vorig jaar haalden ze een opdracht binnen voor 105 woningen in Amsterdam en onlangs voor appartementen en stadswoningen aan de Lloydpier in Rotterdam. De drie pijlers van ArchitectuurMAKEN, materialiteit, duurzaamheid en woningbouw, komen hierin samen.
‘De woningmarkt is drooggekookt’ is de opening van de Volkskrant op de ochtend dat Ferry in ’t Veld en Nina Aalbers aan de keukentafel zitten voor een interview in hun woonhuis van vier verdiepingen in de Rotterdamse binnenstad. Het duo vormt ArchitectuurMAKEN en heeft een focus op woningbouw. ‘Deze schaarste zorgt voor een onnodige polarisatie van de woningmarkt’, zegt Aalbers. ‘Als er koopwoningen worden gebouwd, voelen huurders zich verdrongen, en andersom. Daarom geloven wij in een gemengde stad. Wijken met alleen sociale huurwoningen of koopwoningen in het hogere segment zijn onwenselijk.’ Daarnaast moet er flexibel worden gebouwd. ‘Nu is er veel behoefte aan betaalbare woningen in de stad. Maar misschien neemt de vraag naar deze woningen in de toekomst wel af. Dus moet je nieuwbouw zo ontwerpen dat de functie kan worden aangepast.’
Een grootschalig woningbouwproject waarin ArchitectuurMAKEN deze visie in de praktijk brengt is een complex met woonstudio’s op het Oosterburgereiland in Amsterdam, een voormalig terrein voor havenindustrie. Het ontwerp is flexibel. ‘Nu worden het studio’s, in de toekomst wellicht ouderenwoningen of misschien wel gezinswoningen door muren door te breken.’ Ook is ruimte gemaakt voor sociale interactie. ‘De galerijen zijn zo breed dat je er ook een tafel of bankje neer kan zetten. Het wordt een gezellige plek waar je de buren ontmoet.’ Naast het woongebouw komt een circulaire hal, gebouwd van onderdelen uit industriële slooppanden uit de buurt. ‘Het gebouw krijgt zo een sense of place.’ Bovendien haakt het gebouw in op de nieuwe economie waarin gebruik belangrijker is dan bezit. ‘Het wordt een plek voor deelfietsen of om een oude Billykast of ander meubilair of gereedschap te delen of ruilen. De ontmoetingsfunctie wordt versterkt door een wasbar.’
Snelkookpan
Het relatief jonge ArchitectuurMAKEN werd genomineerd voor dit grootse woningbouwproject volgens een nieuw ontwikkeltraject voor startende bureaus van de Amsterdamse corporatie Stadgenoot. Na een open inschrijving werd een viertal bureaus geselecteerd voor het Ontwerpatelier, waarbij ze al in een vroeg stadium werden betrokken bij de ontwikkeling van zes van de twaalf kavels, met een focus op jonge stedelingen en ouderenhuisvesting. ‘In een snelkookpan is gezamenlijk in twee dagen een gebiedsvisie en verkaveling van de woonfuncties ontwikkeld.’
Vervolgens kregen Aalbers en In ’t Veld de opdracht een woongebouw met 105 sociale huurstudio’s te ontwerpen. ‘Dit proces genereert een meer samenhangende plattegrond voor een nieuwbouwwijk. Al vergt het wel een flexibele houding van de architecten. Daarom is het zo geschikt voor jonge bureaus.’
De interesse voor woningbouw was er al tijdens het afstuderen van Aalbers aan de TU Delft. ‘Uitgangspunt was een dorpje in Noord-Italië dat kampte met vergrijzing en krimp. Door zorgwoningen te integreren in de bestaande woonstructuur zou er een nieuwe samenhang en gemeenschapsgevoel ontstaan.’ Het eindexamenproject van In ‘t Veld was de inrichting van een restaurant. ‘Ik heb mij vooral gebogen over hoe de sfeer en beleving van architectuur kan worden beïnvloed door de materiaalkeuze.’ Deze verdeling tussen de individuele beleving van architectuur (In ’t Veld) en de maatschappelijke context (Aalbers) hanteert het duo ook nog steeds in ArchitectuurMAKEN. ‘Het uitpluizen van een bestemmingsplan en het maken van een gebiedsplattegrond pakt Nina meteen op. Ik buig mij meer over de detaillering en ben het eerste aanspreekpunt voor de aannemer.’
Pionieren
Twee projecten die weliswaar geen woningbouw zijn maar toch naadloos in de visie van ArchitectuurMAKEN passen, zijn de inrichting van een kinderspeelplaats en de entree van het kantoorgebouw van het Rotterdamse afvalverwerkingsbedrijf AVR, een samenwerking met Fokkema & Partners. Het uitgangspunt in deze projecten is materialiteit en duurzaamheid, zegt In ’t Veld. De speeltuin is een verbouwing van een bestaand gebouwtje, waarbij de gevel is bekleed met platen van gerecycled plastic.
Voor de AVR-entree wordt onderzocht of het gehele interieur kan worden gemaakt uit afvalstromen. ‘De balie wordt met een robotarm 3D-geprint van afvalplastic. Het tapijt en de meubelbekleding wordt gemaakt van oude overalls van de fabrieksmedewerkers. We gebruiken bakstenen van bouwpuin, vervaardigd door StoneCycling. Hiervoor ontwikkelen we met deze startup een systeem voor droogstapelen, wat het hergebruik van de bakstenen nog eenvoudiger maakt. Ook het leggen van deze bakstenen is sneller en goedkoper. In de onderkant is over de volledige lengte van de steen een halfronde uitholling aangebracht. Op elke steen wordt een eveneens halfrondprofiel geplaatst waar je de stenen opdrukt. Zo rijg je de stenen als het ware aan elkaar. De uitdaging is om de stenen stevig aan elkaar te verankeren en tegelijkertijd het profiel weg te werken zodat de stenen naadloos op elkaar vallen.’ De uitdaging bij deze manier van circulair bouwen is niet het vinden van de juiste leveranciers, meent In ’t Veld. ‘Er zijn namelijk best veel circulaire producten. Maar veel architecten en aannemers zien deze als een risico, omdat deze materialen nog niet zijn toegepast. Dus hoe zit het met de kwaliteit? Kun je de materialen op de reguliere manier toepassen? Wat zijn de bijkomende kosten? Dat soort vragen zorgen voor koudwatervrees.’ Bovendien zijn veel van deze materialen ontwikkeld door productontwerpers, voegt Aalbers toe. ‘Het ontbreekt hen vaak aan concrete kennis over de uiteindelijke toepassing van de bouwmaterialen in de praktijk. Circulair bouwen is nog steeds pionieren. Maar het is ons streven om het eerste volledig circulaire woonhuis te bouwen.’
Geen recycle-esthetiek
Duurzaamheid is niet het enige voordeel van circulair bouwen. Aalbers: ‘Voor de gevelbekleding van de speeltuin hebben we met de kinderen zwerfplastic verzameld in de buurt, waarvan we in de recyclingwerkplaats Future Factory gevelplaten hebben gemaakt. De kinderen krijgen daardoor het gevoel dat het daadwerkelijk hun gebouw is. Veel kinderen komen hier direct na school en zijn dus hongerig. Dus hebben we ook een keukentje ontworpen waar ze zelf kunnen koken.’ Bij de AVR-entree draagt de duurzame entree bij aan een positief imago van het bedrijf, al hoeft duurzaamheid niet altijd zichtbaar te zijn. ‘Wij waken voor een recycle-esthetiek. Maar de eigenzinnige uitstraling communiceert waar het afvalverwerkingsbedrijf voor staat. Deze herkenbaarheid en trots op het eigen kantoor verzacht vervolgens ook weer de eventuele hogere bouwkosten.’ Want aan circulair bouwen hangt nu eenmaal een prijskaartje. ‘Of de materialen kosten gewoon meer, of de toepassing ervan is arbeidsintensiever en dus duurder.’
Gerecycled bouwpuin
De drie pijlers van ArchitectuurMAKEN – materialiteit, duurzaamheid en woningbouw – komen samen in het eigen woonhuis van Aalbers en In ’t Veld, dat tevens het startschot was voor het eigen bureau. Het duo zette zich er zelfs meteen mee op de kaart. Dit is het eerste gebouw van bakstenen van gerecycled bouwpuin, waarmee 15 ton puin van de afvalberg verdween. In de stenen zitten heldere witte spikkels, de resten van oude toiletpotten en ander sloopafval. Van de New York Times tot obscure Italiaanse architectuurblogs doken er bovenop. ‘Terwijl het ontwerp terughoudend was. Innovatie wordt niet zomaar geaccepteerd. We wilden juist laten zien dat je heel goed kunt bouwen met de wastebased-brick. Een innovatie is pas geaccepteerd als je het succesvol in woningbouw hebt toegepast.’ Bovendien ligt De Gouverneur, zoals het woonhuis heet, in een straat met uitgesproken bebouwing. ‘We wilden juist wat rust aan het straatbeeld toevoegen.’
Rigoureuze constructie
De gevel oogt gesloten met slechts één hoog raam en het houten deurportaal. Het metselverband is een levendige combinatie van een kettingverband en een Vlaams verband. ‘Omdat de bakstenen op maat zijn gemaakt, hebben we niet hoeven zagen.’ Opvallend is het dragende karkas van beton aan de binnenkant, een materiaal dat allesbehalve circulair is. In ’t Veld: ‘Circulariteit is meer dan het eindeloos hergebruiken van alleen de materialen. Een betonnen karkas dat genoeg aanknopingspunten biedt om de functie aan te passen is ook een vorm van duurzaam bouwen.’ Al was het ook een budgettaire kwestie om vier jaar geleden te kiezen voor deze rigoureuze constructie. ‘Inmiddels zouden we nu ook andere constructies onderzoeken.’ In ’t Veld en Aalbers creëerden de kavel zelf. ‘Onder de noemer ‘Klein en Fijn’ biedt de gemeente Rotterdam particulieren de mogelijkheid om zelf potentiele bouwlocaties te scouten. Dit was een brede doorgang naar een achterplein dat overlast gaf doordat het aan het straatzicht was onttrokken. De buren waren verbaasd dat er een woonhuis op deze plek kon staan.’ Het woonhuis is feitelijk een hoge pijpenla van 4,5 meter breed en 8,5 meter diep. ‘De plattegrond is verdeeld in vier verdiepingen van één kamer met elk een heldere woonfunctie. De onderhandelingen met de gemeente over de bouwvergunning startten vier jaar geleden, op het dieptepunt van de crisis. ‘Nu de markt weer aantrekt zouden we de kavel waarschijnlijk niet zo makkelijk hebben losgekregen. Rotterdam heeft een groot potentieel aan zulke ongebruikte bouwgrond. Deze manier van verdichting kan een oplossing zijn voor de droogkokende woningmarkt.’
In ArchitectuurNL 01 2017 en op architectuur.nl staat het artikel Eigen huis architectuurMAKEN met StoneCycling, over het woonhuis van Aalbers en In ’t Veld.
Questionnaire
Favoriet historisch gebouw? Groothandelsgebouw Rotterdam, voor ons een toonbeeld van programmatische vernieuwing van een opgave en innovatie van materialisering door toepassing van Schokbeton.
Favoriet hedendaags gebouw? The Cineroleum, Assemble Studio, geweldig voorbeeld wat je met gezamenlijke energie, initiatief om vacante ruimte te gebruiken en slim materiaalgebruik kan toevoegen aan de gebouwde omgeving, met als resultaat plezier voor initiatiefnemer en gebruiker.
Favoriet Nederlands gebouw? De Doelen. Het gehele wederopbouw ensemble in Rotterdam is een grote inspiratiebron voor binnenstedelijke plannen die we mogen maken. Deze gebouwen beginnen gelukkig steeds meer de waardering te krijgen die ze verdienen, waardoor hopelijk de sloopzucht verdwijnt. Hier zijn we niet bang voor bij de Doelen, de rijkdom van dit gebouw verrast bij elk bezoek.
Favoriete architect? Takaharu Tezuka, tijdens een lezing sprak hij met een bescheidenheid over geweldige opdrachten, maar vooral zijn betrokkenheid bij zijn opdrachtgevers was ontroerend en inspirerend. De gebouwen van dit bureau inspireren ons omdat ze onmiskenbaar het verhaal vertellen van de gebruiker.
Favoriete hedendaagse architect? Tham & Videgård architecten, mooie en herkenbare architectuur. Knappe interpretaties van tradities vertaald in eigentijdse architectuur.
Favoriete Nederlandse architect? Bedaux de Brouwer om hun geweldige bijna sculpturale en fijngevoelige inpassingen in bijna elke context. Thomas Rau als grondlegger van het Madaster en het vernieuwen van de discussie over duurzaam materiaalgebruik. Dom Hans van der Laan, bij HP architecten heeft Ferry geleerd om handig om te gaan met het plastisch getal. Superuse Studios, vrolijkste manier om te laten zien dat afval niet bestaat.
Wanneer niet in Nederland, vanuit welk land zouden jullie dan willen werken? Italië, maar we hebben getwijfeld over België.
Wat zou je nooit ontwerpen? Boorplatform.
Wat irriteert je het meest in het vak? De onwaarde van materiaal, en het vasthouden aan oude waarden en oordelen, dit houdt innovatie tegen. Maar ook: de overdreven kritiek die architecten vanuit een bewijsdrang op elkaar hebben. Het is goed elkaar scherp te houden, maar het is ook goed trots te zijn wat we met elkaar (kunnen) bereiken.
Wat is je droomopdracht? 100% circulair gebouw.
Belangrijkste inspiratiebron buiten architectuur? De Aktiegroep het Oude Westen is een buurtorganisatie waarmee wij de laatste tijd mogen meedenken over de toekomst van de organisatie en het pand. Het is super inspirerend om te zien wat mensen beweegt om hierbij te helpen en hoe ze zich inzetten voor een betere samenleving.
Meest waardevolle advies ooit? Durf toe te geven dat je iets (nog) niet kan of weet, hier komen de mooiste samenwerkingen uit voort.
Dit artikel is geschreven door Jeroen Junte en gepubliceerd in ArchitectuurNL 4 2018
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.