ArchitectuurMAKEN over materialiteit, duurzaamheid en woningbouw

Platform jong talent

ArchitectuurMAKEN over materialiteit, duurzaamheid en woningbouw

Door: Jacqueline Knudsen | 17-09-2018

Het jonge bureau ArchitectuurMAKEN van Nina Aalbers en Ferry in ’t Veld maakte in  2016 een vliegende start met de bouw van hun eigen woonhuis in de Rotterdamse  Gouvernestraat. In de bakstenen zit bouwpuin verwerkt, het genereerde internationaal  veel publiciteit. Vorig jaar haalden ze een opdracht binnen voor 105 woningen in  Amsterdam en onlangs voor appartementen en stadswoningen aan de Lloydpier in  Rotterdam. De drie pijlers van ArchitectuurMAKEN, materialiteit, duurzaamheid en  woningbouw, komen hierin samen.

‘De woningmarkt is drooggekookt’ is de opening van de Volkskrant  op de ochtend dat Ferry in ’t Veld en Nina Aalbers aan de keukentafel  zitten voor een interview in hun woonhuis van vier verdiepingen in de  Rotterdamse binnenstad. Het duo vormt ArchitectuurMAKEN en heeft  een focus op woningbouw. ‘Deze schaarste zorgt voor een onnodige  polarisatie van de woningmarkt’, zegt Aalbers. ‘Als er koopwoningen  worden gebouwd, voelen huurders zich verdrongen, en andersom.  Daarom geloven wij in een gemengde stad. Wijken met alleen sociale  huurwoningen of koopwoningen in het hogere segment zijn onwenselijk.’  Daarnaast moet er flexibel worden gebouwd. ‘Nu is er veel behoefte  aan betaalbare woningen in de stad. Maar misschien neemt de vraag  naar deze woningen in de toekomst wel af. Dus moet je nieuwbouw zo  ontwerpen dat de functie kan worden aangepast.’
Een grootschalig woningbouwproject waarin ArchitectuurMAKEN  deze visie in de praktijk brengt is een complex met woonstudio’s op  het Oosterburgereiland in Amsterdam, een voormalig terrein voor  havenindustrie. Het ontwerp is flexibel. ‘Nu worden het studio’s, in de  toekomst wellicht ouderenwoningen of misschien wel gezinswoningen  door muren door te breken.’ Ook is ruimte gemaakt voor sociale  interactie. ‘De galerijen zijn zo breed dat je er ook een tafel of bankje  neer kan zetten. Het wordt een gezellige plek waar je de buren  ontmoet.’ Naast het woongebouw komt een circulaire hal, gebouwd  van onderdelen uit industriële slooppanden uit de buurt. ‘Het gebouw  krijgt zo een sense of place.’ Bovendien haakt het gebouw in op de  nieuwe economie waarin gebruik belangrijker is dan bezit. ‘Het wordt  een plek voor deelfietsen of om een oude Billykast of ander meubilair of  gereedschap te delen of ruilen. De ontmoetingsfunctie wordt versterkt  door een wasbar.’

Snelkookpan

Het relatief jonge ArchitectuurMAKEN werd genomineerd voor dit  grootse woningbouwproject volgens een nieuw ontwikkeltraject voor  startende bureaus van de Amsterdamse corporatie Stadgenoot. Na  een open inschrijving werd een viertal bureaus geselecteerd voor het  Ontwerpatelier, waarbij ze al in een vroeg stadium werden betrokken  bij de ontwikkeling van zes van de twaalf kavels, met een focus op  jonge stedelingen en ouderenhuisvesting. ‘In een snelkookpan is  gezamenlijk in twee dagen een gebiedsvisie en verkaveling van de  woonfuncties ontwikkeld.’
Vervolgens kregen Aalbers en In ’t Veld de  opdracht een woongebouw met 105 sociale huurstudio’s te ontwerpen.  ‘Dit proces genereert een meer samenhangende plattegrond voor  een nieuwbouwwijk. Al vergt het wel een flexibele houding van de  architecten. Daarom is het zo geschikt voor jonge bureaus.’

De interesse voor woningbouw was er al tijdens het afstuderen van  Aalbers aan de TU Delft. ‘Uitgangspunt was een dorpje in Noord-Italië  dat kampte met vergrijzing en krimp. Door zorgwoningen te integreren  in de bestaande woonstructuur zou er een nieuwe samenhang en  gemeenschapsgevoel ontstaan.’ Het eindexamenproject van In ‘t Veld  was de inrichting van een restaurant. ‘Ik heb mij vooral gebogen over  hoe de sfeer en beleving van architectuur kan worden beïnvloed door  de materiaalkeuze.’ Deze verdeling tussen de individuele beleving van  architectuur (In ’t Veld) en de maatschappelijke context (Aalbers) hanteert  het duo ook nog steeds in ArchitectuurMAKEN. ‘Het uitpluizen van  een bestemmingsplan en het maken van een gebiedsplattegrond pakt  Nina meteen op. Ik buig mij meer over de detaillering en ben het eerste  aanspreekpunt voor de aannemer.’

Pionieren

Twee projecten die weliswaar geen woningbouw zijn maar toch  naadloos in de visie van ArchitectuurMAKEN passen, zijn de inrichting  van een kinderspeelplaats en de entree van het kantoorgebouw van  het Rotterdamse afvalverwerkingsbedrijf AVR, een samenwerking met  Fokkema & Partners. Het uitgangspunt in deze projecten is materialiteit  en duurzaamheid, zegt In ’t Veld. De speeltuin is een verbouwing van  een bestaand gebouwtje, waarbij de gevel is bekleed met platen van  gerecycled plastic.

Voor de AVR-entree wordt onderzocht of het gehele interieur kan worden  gemaakt uit afvalstromen. ‘De balie wordt met een robotarm 3D-geprint  van afvalplastic. Het tapijt en de meubelbekleding wordt gemaakt van  oude overalls van de fabrieksmedewerkers. We gebruiken bakstenen van  bouwpuin, vervaardigd door StoneCycling. Hiervoor ontwikkelen we met deze startup een systeem voor droogstapelen, wat het hergebruik van de  bakstenen nog eenvoudiger maakt. Ook het leggen van deze bakstenen  is sneller en goedkoper. In de onderkant is over de volledige lengte van  de steen een halfronde uitholling aangebracht. Op elke steen wordt een  eveneens halfrondprofiel geplaatst waar je de stenen opdrukt. Zo rijg je  de stenen als het ware aan elkaar. De uitdaging is om de stenen stevig  aan elkaar te verankeren en tegelijkertijd het profiel weg te werken zodat  de stenen naadloos op elkaar vallen.’  De uitdaging bij deze manier van circulair bouwen is niet het vinden van de juiste leveranciers, meent In ’t Veld. ‘Er zijn namelijk best veel  circulaire producten. Maar veel architecten en aannemers zien deze  als een risico, omdat deze materialen nog niet zijn toegepast. Dus hoe  zit het met de kwaliteit? Kun je de materialen op de reguliere manier  toepassen? Wat zijn de bijkomende kosten? Dat soort vragen zorgen voor  koudwatervrees.’ Bovendien zijn veel van deze materialen ontwikkeld  door productontwerpers, voegt Aalbers toe. ‘Het ontbreekt hen vaak aan  concrete kennis over de uiteindelijke toepassing van de bouwmaterialen  in de praktijk. Circulair bouwen is nog steeds pionieren. Maar het is ons  streven om het eerste volledig circulaire woonhuis te bouwen.’

Geen recycle-esthetiek

Duurzaamheid is niet het enige voordeel van circulair bouwen. Aalbers:  ‘Voor de gevelbekleding van de speeltuin hebben we met de kinderen  zwerfplastic verzameld in de buurt, waarvan we in de recyclingwerkplaats  Future Factory gevelplaten hebben gemaakt. De kinderen krijgen  daardoor het gevoel dat het daadwerkelijk hun gebouw is. Veel kinderen  komen hier direct na school en zijn dus hongerig. Dus hebben we ook een keukentje ontworpen waar ze zelf kunnen koken.’ Bij de AVR-entree  draagt de duurzame entree bij aan een positief imago van het bedrijf,  al hoeft duurzaamheid niet altijd zichtbaar te zijn. ‘Wij waken voor een  recycle-esthetiek. Maar de eigenzinnige uitstraling communiceert waar  het afvalverwerkingsbedrijf voor staat. Deze herkenbaarheid en trots  op het eigen kantoor verzacht vervolgens ook weer de eventuele  hogere bouwkosten.’ Want aan circulair bouwen hangt nu eenmaal een  prijskaartje. ‘Of de materialen kosten gewoon meer, of de toepassing  ervan is arbeidsintensiever en dus duurder.’

Gerecycled bouwpuin

De drie pijlers van ArchitectuurMAKEN – materialiteit, duurzaamheid en  woningbouw – komen samen in het eigen woonhuis van Aalbers en In  ’t Veld, dat tevens het startschot was voor het eigen bureau. Het duo  zette zich er zelfs meteen mee op de kaart. Dit is het eerste gebouw  van bakstenen van gerecycled bouwpuin, waarmee 15 ton puin van de  afvalberg verdween. In de stenen zitten heldere witte spikkels, de resten  van oude toiletpotten en ander sloopafval. Van de New York Times tot  obscure Italiaanse architectuurblogs doken er bovenop. ‘Terwijl het  ontwerp terughoudend was. Innovatie wordt niet zomaar geaccepteerd.  We wilden juist laten zien dat je heel goed kunt bouwen met de wastebased-brick. Een innovatie is pas geaccepteerd als je het succesvol in  woningbouw hebt toegepast.’ Bovendien ligt De Gouverneur, zoals het  woonhuis heet, in een straat met uitgesproken bebouwing. ‘We wilden  juist wat rust aan het straatbeeld toevoegen.’

Rigoureuze constructie

De gevel oogt gesloten met slechts één hoog raam en het houten  deurportaal. Het metselverband is een levendige combinatie van  een kettingverband en een Vlaams verband. ‘Omdat de bakstenen  op maat zijn gemaakt, hebben we niet hoeven zagen.’ Opvallend is  het dragende karkas van beton aan de binnenkant, een materiaal dat  allesbehalve circulair is. In ’t Veld: ‘Circulariteit is meer dan het eindeloos  hergebruiken van alleen de materialen. Een betonnen karkas dat genoeg  aanknopingspunten biedt om de functie aan te passen is ook een vorm  van duurzaam bouwen.’ Al was het ook een budgettaire kwestie om  vier jaar geleden te kiezen voor deze rigoureuze constructie. ‘Inmiddels  zouden we nu ook andere constructies onderzoeken.’  In ’t Veld en Aalbers creëerden de kavel zelf. ‘Onder de noemer ‘Klein  en Fijn’ biedt de gemeente Rotterdam particulieren de mogelijkheid om  zelf potentiele bouwlocaties te scouten. Dit was een brede doorgang  naar een achterplein dat overlast gaf doordat het aan het straatzicht was  onttrokken. De buren waren verbaasd dat er een woonhuis op deze plek  kon staan.’ Het woonhuis is feitelijk een hoge pijpenla van 4,5 meter  breed en 8,5 meter diep. ‘De plattegrond is verdeeld in vier verdiepingen  van één kamer met elk een heldere woonfunctie. De onderhandelingen  met de gemeente over de bouwvergunning startten vier jaar geleden,  op het dieptepunt van de crisis. ‘Nu de markt weer aantrekt zouden we  de kavel waarschijnlijk niet zo makkelijk hebben losgekregen. Rotterdam  heeft een groot potentieel aan zulke ongebruikte bouwgrond. Deze  manier van verdichting kan een oplossing zijn voor de droogkokende  woningmarkt.’

In ArchitectuurNL 01 2017 en op architectuur.nl staat het artikel Eigen huis architectuurMAKEN met StoneCycling, over het woonhuis van Aalbers en  In ’t Veld.

Questionnaire

Favoriet historisch gebouw? Groothandelsgebouw Rotterdam, voor ons  een toonbeeld van programmatische vernieuwing van een opgave en  innovatie van materialisering door toepassing van Schokbeton.

Favoriet hedendaags gebouw? The Cineroleum, Assemble Studio,  geweldig voorbeeld wat je met gezamenlijke energie, initiatief om  vacante ruimte te gebruiken en slim materiaalgebruik kan toevoegen aan  de gebouwde omgeving, met als resultaat plezier voor initiatiefnemer en  gebruiker.

Favoriet Nederlands gebouw? De Doelen. Het gehele wederopbouw  ensemble in Rotterdam is een grote inspiratiebron voor binnenstedelijke  plannen die we mogen maken. Deze gebouwen beginnen gelukkig  steeds meer de waardering te krijgen die ze verdienen, waardoor  hopelijk de sloopzucht verdwijnt. Hier zijn we niet bang voor bij de  Doelen, de rijkdom van dit gebouw verrast bij elk bezoek.

Favoriete architect? Takaharu Tezuka, tijdens een lezing sprak hij met  een bescheidenheid over geweldige opdrachten, maar vooral zijn  betrokkenheid bij zijn opdrachtgevers was ontroerend en inspirerend.  De gebouwen van dit bureau inspireren ons omdat ze onmiskenbaar het  verhaal vertellen van de gebruiker.

Favoriete hedendaagse architect? Tham & Videgård architecten, mooie  en herkenbare architectuur. Knappe interpretaties van tradities vertaald in  eigentijdse architectuur.

Favoriete Nederlandse architect? Bedaux de Brouwer om hun geweldige  bijna sculpturale en fijngevoelige inpassingen in bijna elke context. Thomas Rau als grondlegger van het Madaster en het vernieuwen van  de discussie over duurzaam materiaalgebruik. Dom Hans van der Laan,  bij HP architecten heeft Ferry geleerd om handig om te gaan met het  plastisch getal. Superuse Studios, vrolijkste manier om te laten zien dat  afval niet bestaat.

Wanneer niet in Nederland, vanuit welk land zouden jullie dan willen  werken? Italië, maar we hebben getwijfeld over België.

Wat zou je nooit ontwerpen? Boorplatform.

Wat irriteert je het meest in het vak? De onwaarde van materiaal, en het  vasthouden aan oude waarden en oordelen, dit houdt innovatie tegen.  Maar ook: de overdreven kritiek die architecten vanuit een bewijsdrang  op elkaar hebben. Het is goed elkaar scherp te houden, maar het is ook  goed trots te zijn wat we met elkaar (kunnen) bereiken.

Wat is je droomopdracht? 100% circulair gebouw.

Belangrijkste inspiratiebron buiten architectuur? De Aktiegroep het  Oude Westen is een buurtorganisatie waarmee wij de laatste tijd mogen  meedenken over de toekomst van de organisatie en het pand. Het is  super inspirerend om te zien wat mensen beweegt om hierbij te helpen  en hoe ze zich inzetten voor een betere samenleving.

Meest waardevolle advies ooit? Durf toe te geven dat je iets (nog) niet  kan of weet, hier komen de mooiste samenwerkingen uit voort.

 

Dit artikel is geschreven door Jeroen Junte en gepubliceerd in ArchitectuurNL 4 2018

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.