Ze kunnen het wel, een huis ontwerpen, maar Field Factors is geen traditioneel architectenbureau. Het bureau doet onderzoek en maakt ontwerpen vooral op het gebied van stedenbouw en landschap in relatie tot water. In amper drie jaar tijd wisten architecten Wilrik Kok en Karina Peña Field Factors uit te bouwen tot een internationaal opererend bedrijf met een multidisciplinair team van zes mensen dat zelfgeïnitieerde projecten afwisselt met opdrachten van bijvoorbeeld Rijkswaterstaat, provincies en waterschappen.
Field Factors is geen traditioneel architectenbureau. ‘In de zin dat we geen bouwmeesters zijn’, verduidelijkt Wilrik Kok. Het Delftse bureau doet ontwerpend onderzoek en maakt probleemoplossende ontwerpen. Deze integrale aanpak blijkt ook uit de achtergrond van de twee oprichters.
Kok rondde eerste een HBO-studie Industrieel Product Ontwerpen af, richting innovatiemanagement, om vervolgens een bachelor en master Bouwkunde af te ronden aan de TU Delft. In het Climate Adaptation Lab – tegenwoordig Delta Interventions – onderzocht hij stedenbouw in relatie tot water. ‘Ik focuste me op een comfortabel microklimaat in de stad. Getracht is om systeemveranderingen voor stedelijk water te ontwerpen in relatie tot herstructurering van de versteende binnensteden.’
Partner in kantoor en leven is Karina Peña, die Bouwkunde studeerde in haar geboorteland Dominicaanse Republiek en aansluitend een masteropleiding Landscape Intervention & Management volgde aan de UAB in Barcelona. Haar afstudeeronderzoek was het ontwerp van een rivierlandschap voor de stad Santiago, rondom de thema’s flood-proofing en waterkwaliteit van de Yaque rivier.
Natuurlijke airconditioning
Ze kunnen het wel, een huis ontwerpen. ‘Feitelijk is er nauwelijks verschil tussen een huis of bijvoorbeeld de herinrichting van een dijklichaam. De schaal is anders maar het denkproces en de vragen die je stelt zijn hetzelfde. Hoe richt ik de omgeving zo in dat gebruikers optimaal functioneren, zowel bewoners, recreanten als waterbeheerders’, licht Karina Peña toe. Hun eerste opdracht was de renovatie van een woonhuis in de Dominicaanse Republiek. ‘Het is noodzakelijk om heel goed rekening te houden met de lokale klimaatomstandigheden om een prettige woonruimte te kunnen creëren. In het tropische klimaat wil je bijvoorbeeld geen directe zon, maar wel natuurlijk licht en ventilatie. Door overstekken, vensters en deuren op de goede plek te plaatsen creëer je koeling, dus een natuurlijke airconditioning. Door fysieke modellen te testen hadden we al vroegtijdig in het ontwerpproces de ventilatie onder controle en konden daardoor openingen in het huis zo goed mogelijk plaatsen.’
Creatieve waterbouw
Inmiddels is de focus van Field Factors verschoven naar klimaat, bodem, vegetatie, water en de gebruikers, ‘allemaal elementen waar wij als architecten rekening mee moeten houden’, aldus Kok. Vandaar de naam Field Factors, een verwijzing naar de factoren en actoren in het veld, die de ontwerpers niet altijd in de hand heeft. In amper drie jaar tijd is het uitgegroeid tot een internationaal opererend bedrijf met een multidisciplinair team van zes mensen dat zelfgeïnitieerde projecten afwisselt met overheidsopdrachten van bijvoorbeeld Rijkswaterstaat, provincies en waterschappen. ‘Het creatieve, zeg maar ontwerpende proces is ondergeschikt in de bestaande waterbouw. Alles draait om techniek, maar een kentering is momenteel gaande. Om het ontwerpproces toe te kunnen voegen, hebben we eerst die technische taal moeten leren spreken’, zegt Peña. Hoewel dat nog steeds niet meevalt af en toe. ‘We hebben twee civiele technici in ons team. Als die met elkaar overleggen, dan staan we soms met nog onze oren te klapperen van het jargon. Terwijl we het vaak over hetzelfde hebben.’
Minstens zo belangrijk – ‘en intensief’ – was het opbouwen van een netwerk in waterbouw. ‘Het is een gesloten sector waarin nieuwkomers argwanend worden bejegend’, aldus Kok. Zeker als een jong bureau ook nog eens aan de bestaande opvattingen morrelt. ‘Wij stellen alles ter discussie. Zo wordt in steden al meer dan honderd jaar gebruik gemaakt van een riool om water af te voeren. In Nederland werkt dat overigens prima. Maar veel steden doen veel moeite om water de stad uit te krijgen, terwijl er op momenten van droogte juist een grote watervraag is. Waarom niet anders nadenken over dit stedelijke watersysteem? De aarde en de ondergrond kunnen zoveel voor ons betekenen. We moeten alleen slimmer met die mogelijkheden omgaan.’
Micro Urban Wetlands
Deze opvatting is uitgewerkt in het onderzoek Micro Urban Wetlands. Peña: ‘Wat zijn kleinschalige natuurlijke oplossingen voor water in een dichtbebouwde stedelijke omgeving, die vraag is het startpunt. In de versteende stad loopt regenwater niet vanzelf weg in de bodem.’ Naast dit wateroverschot kampen veel steden ook met tijdelijke watertekorten. ‘We onderzoeken hoe de watercyclus in balans kan worden gebracht, waarbij we uitsluitend natuurlijke ontwerpoplossingen toepassen.’ Bij het bepalen van de optimale opvang op een specifieke locatie, moet rekening worden gehouden met het gebruik van het water. Kok: ‘Voor drinkwater gelden andere kwaliteitseisen dan zoetwater voor stadskoeling.’
Water Canvas
De eerste fase van het ontwerpend onderzoek Micro Urban Wetlands is afgerond en resulteert in een overzicht van veertien natuurlijke oplossingen voor stedelijk waterbeheer, die variëren van open bassins met dichte vegetatie tot speciale aangelegde reservoirs of het laten weglopen in de grond. Voor de visualisatie en om de cross-sectorale samenwerking te stimuleren is een ‘Water Canvas’ ontwikkeld, een kaart waarmee aan de hand van de bepalende lokale factoren inzichtelijk kan worden gemaakt wat de beste oplossing is. ‘Bij dit onderzoek werkten wij samen met geo-hydrologen, milieutechnici, planologen en biologen, dus multidisciplinair.’ Momenteel werkt Field Factors aan een eerste toepassing van dit nature-based watermanagement in Bangladesh, waar de wateropgave zeer urgent is. ‘Regenwater wordt volgens een zuiverend systeem opgevangen, waarna het via een bassin doorsijpelt in de ondergrond waar het tijdelijk wordt opgeslagen. Als er droogte is, kan het worden teruggewonnen. Tegelijkertijd lossen we hiermee ook mogelijke wateroverlast of overstroming op door hevige regenbuien.’
Autovrije stad
Ook specifiek gericht op het ontwikkelen van nieuwe inzichten is Stadslogistiek op Maat (SOM), een studie naar een autovrije stad. ‘Een stad autoluw maken is niet zo lastig. Dan maak je voetgangersgebieden waar in geval van nood ook een ambulance en op gerichte tijden vrachtwagens naar binnen kunnen. Maar autovrij is ook echt géén auto’s. Hoe creëer je zulke plekken en hoe los je het transport van goederen op?’, zegt Kok. Vanzelfsprekend is er een link met water. ‘Een autovrije stad biedt uitgelezen kansen om ruimte voor water te creëren. We doen weliswaar onderzoek naar autovrije zones in Amsterdam, maar we mikken uiteindelijk op steden met waterproblematiek.’ Op de vraag of dit soort planologisch verkeersonderzoek nog wel onder architectuur is te scharen volgt een volmondig ‘ja’ van Kok. ‘Het is nadenken over de stad.’
Knardijk
Voor de provincie en het waterschap Flevoland is een onderzoek afgerond naar de toekomst van de Knardijk, ooit de afscheiding van het voormalige Oost- en Zuid-Flevoland. In de toekomst zal de Knardijk wettelijk geen waterkerende functie meer hebben en is dan dus eigenlijk overbodig. Maar landschappelijk en cultuurhistorisch gezien is dat natuurlijk niet zo. De vraag was: wat kan de Knardijk qua waterveiligheid in de tussentijd bieden totdat de primaire keringen op orde zijn en wat mag, kan en wil je nadien. ‘Er zijn daarvoor drie toekomstscenario’s opgesteld, die een nadrukkelijk relatie met het landschap hebben. De meest voor de hand liggende optie is de dijk in stand houden en gebruiken voor recreatie, natuurlandschap en bebouwing. Afgraven is een rigoureuze, maar ook een dure optie. Een overzichtelijke optie ten slotte is de dijk behouden zoals deze nu is, normeren als waterkering, al moet de dijk dan nog steeds worden onderhouden.
Waterproblemen voorkomen
Door de focus op water zoeken Kok en Peña doelbewust naar vernieuwing van architectuur. ‘Door de bevolkingstoename en klimaatverandering zullen de komende jaren radicaal nieuwe vraagstukken ontstaan’, antwoordt Kok. ‘Nieuwe vraagstukken vragen ook om nieuwe oplossingen. Daar moeten we nu over nadenken en actie ondernemen. De toekomst is al begonnen.’ Peña vult aan: ‘Water is een urgent thema en dat zal de komende jaren alleen nog maar toenemen. Er zijn plekken waar waterschaarste heerst, terwijl er elders juist grote problemen zijn door een teveel aan water, denk aan zeespiegelstijging of overstromingen in stedelijk gebied door hevige regenval. Nederland kan dat probleem voorlopig nog wel opvangen maar een land als Bangladesh wordt serieus bedreigd. Nu al varen er tankers met zoetwater over zee naar gebieden met grote droogte en een hoge watervraag.’ Bovendien is water een eerste levensbehoefte, wat Peña ook uit eigen ervaring weet. ‘Ik ben opgegroeid in de Dominicaanse Republiek, een land waarin schoon en vrij beschikbaar water geen vanzelfsprekendheid is. Er komt soms gewoon geen water uit de kraan. Dan komt het aan op zelfvoorziening en dat je een eigen systeem hebt. Dat kan en is wellicht wel de toekomst. Maar dan moet je daar wel op voorbereid zijn.’
Questionnaire
Favoriet historisch gebouw? Alhambra in Granada.
Favoriet hedendaags gebouw? Het MFO Park in Zürich en Paley Park in New York City. Het zijn niet echt gebouwen, maar mooie voorbeelden van levende constructies.
Favoriet Nederlands gebouw? Het Gemeentemuseum in Den Haag is goed van het tegeltje op de muur tot de stedelijke inpassing in de wijk.
Favoriete architecten? Niet gehinderd door grenzen zijn onze favorieten: Luis Barragan, Sverre Fehn, John Pawson, Studio Mumbai, Tadao Ando, Alejandro Aravena, Francis Kéré, David Chipperfi eld en John Lautner.
Favoriete hedendaagse landschapsarchitect? Michel Desvigne.
Favoriete Nederlandse architect? H.P. Berlage, omdat hij het totaal ontwierp en daarmee ook controle had over het technische detail en de maakbaarheid.
Wanneer niet in Nederland, vanuit welk land zouden jullie dan willen werken? Dominicaanse Republiek.
Wat zouden jullie nooit ontwerpen? Een ziekenhuis.
Wat irriteert jullie het meest in het vak? Het idee dat je gratis moet werken algemeen geaccepteerd is onder jonge architecten.
Wat is jullie droomopdracht? Een multifunctioneel binnenstedelijk plein met een prettig microklimaat (wind, luchtvochtigheid, zon etc.) door het hele jaar heen gecombineerd met een decentrale waterzuiveringsfunctie.
Belangrijkste inspiratiebron buiten architectuur? De schilderijen van Rothko en de kust in de vorm van dynamische krachten van water op het land.
Meest waardevolle advies ooit? Dat je jezelf moet zijn om als professional waarde toe te voegen in de bouwketen. Dat doen wij bijvoorbeeld door het overzicht te behouden, goed te zijn in het realisatieproces en vroegtijdig in het ontwerp proces na te denken over de exploitatie.
Toelichting op afbeeldingen
1. Door het integreren van klimatologische ontwerpprincipes heeft Field Factors in 2011-12 gewerkt aan een grondige renovatie van een groot huis (300 m2) in Dominicaanse Republiek. De architectonische interventie is gebaseerd op een subtiele operatie van toevoegen en weghalen: openingen maken die wind en daglicht door het interieur laten stromen; toevoegen van horizontale en verticale elementen die zorgen voor schaduw. Door de achtergevel te openen naar de tuin, gebruik te maken van vernauwingen en verbredingen blijft het hele huis koel en aangenaam.
2 en 3. In opdracht van Waterschap Zuiderzeeland en Provincie Flevoland heeft Field Factors (met HKV Lijn in Water) in 2014 een verkenningsstudie gedaan naar de toekomst van de Knardijk, ooit de afscheiding van het voormalig Oost- en Zuid-Flevoland. In de toekomst zal deze dijk wettelijk geen waterkerende functie meer hebben. In deze studie zijn de karakteristieken en onderlinge relaties rondom waterveiligheid, natuur, cultuurhistorische waarden en gebruik geanalyseerd. Door de mogelijkheden voor waterveiligheid en de kansen voor ruimtelijke functies in beeld te brengen in een matrix is er een kansenkaart opgesteld. Op basis hiervan zijn er drie mogelijke toekomstscenario’s verkend: 1. Geen waterkering; 2. In stand houden voor evacuatie; 3. De Knardijk als waterkering normeren.
4-6. Micro Urban Wetlands Nederland, 2015-heden, in opdracht van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. In het lopende ontwerpend onderzoek wordt gezocht naar kleinschalige nature-based ontwerpoplossingen voor een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting. De ambitie ligt op het ontwerpen van integrale concepten en het leren van praktijkexperimenten. Nature-based verwijst in deze context naar een ontwerpaanpak die gebruik maakt van natuurlijke hydrologische principes voor water in de stad. De publicatie is te bekijken via: Micro Urban Wetlands
Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL 03 2016 in de serie Platform voor jong talent
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.