Voor Ricky Rijkenberg is architectuur meer dan alleen een gebouw of een landschap. Het is een manier om verhalen te vertellen over een plek, om mensen bij elkaar te brengen of om gedrag te beïnvloeden. Door een plek af te tasten en met gebruikers en omwonenden te praten, wil ze diepere lagen in een ontwerp aanbrengen. Haar bijna romantische zoektocht naar architectuur die er niet meer is ligt ook aan de basis van Schuldige Landschaften, een onderzoek naar militair erfgoed in Nederland, Wenen en Duitsland.
Voor Ricky Rijkenberg is architectuur meer dan alleen een gebouw of een landschap. Het is een manier om verhalen te vertellen over een plek. ‘Architectuur staat nooit op zichzelf. Het gaat een relatie aan met zijn omgeving.’ Het materialiseren van een ontwerp is dan ook geen doel op zich. ‘Architectuur is slechts een middel. Een manier om mensen bij elkaar te brengen of om gedrag te beïnvloeden.’ Ter illustratie noemt Rijkenberg het ontwerp dat ze maakte bij Bureau B+B voor een plein op een parkeergarage in de binnenstad van Nieuwegein. Om bomen op het dak te kunnen plaatsen hadden we een glooiend maaiveld bedacht. Het was mijn stiekeme hoop dat deze hellingen gebruikt zouden worden door skaters, zodat een doodse plek levendig wordt. Dat gebeurde ook maar vervolgens begonnen buurtbewoners te klagen. Toen hebben de skaters zelf regels opgesteld over lawaai na tienen ’s avonds en het opruimen van rotzooi.’ Natuurlijk laat zo’n directe vorm van zelfbestuur zich niet ontwerpen, weet ook Rijkenberg. ‘Maar wat je wel kunt is voorwaarden scheppen die zulk gedrag uitlokken. Dat is veel beter dan weer zo’n architectonische icoon die mensen alleen maar kunnen bewonderen.’
Een plek aftasten
Rijkenberg is kritisch over de steeds vluchtigere architectonische praktijk van opdrachten vergaren, compromissen sluiten met opdrachtgevers en de haast waarmee ontwerpen worden gemaakt én gerealiseerd. ‘Soms zelfs zonder de bouwlocatie te hebben bezocht.’ Maar juist door een plek af te tasten en met mensen te praten, kun je diepere lagen in een ontwerp aanbrengen. Dat maakt de architectuur van Peter Zumthor zo goed. Omdat hij alle details van een plek kent en zijn ontwerp daarop baseert.’ Met Bureau B+B, waar ze tien jaar werkte, probeerde ze het verschil te maken. ‘Voor een project in de openbare ruimte in Wenen hebben we lokaal graniet gebruikt. Dat was weliswaar minder verfijnd maar wordt daar al honderden jaren gebruikt. Bovendien dragen we zo bij aan de werkgelegenheid voor mensen die de ruimte gebruiken.’
Nazi-bunkers
De reden om na bijna tien jaar bij het Bureau B+B in 2015 zelfstandig verder te gaan was om nog diepgravender onderzoek te kunnen doen. De onderzoekende en conceptuele benadering van architectuur in Nederland was ook de reden waarom ze na haar studie Bouwkunde in Oostenrijk de Academie van Bouwkunst in Amsterdam volgde. ‘Daar ging een nieuwe wereld voor me open. Een wereld van kunst en vormstudies, van open discussies en het kritisch bevragen van elkaars ideeën, ook van docenten.’ Deze kritische ontwerpmethode heeft ze nog steeds. Wel verschuift haar aandacht steeds meer naar landschap. ‘Vooral ook omdat een landschap al min of meer is gevormd maar wel potentie heeft voor nieuw gebruik. Het heeft een verleden waarop je voort kunt, nee móet bouwen.’ Haar afstudeerwerk aan de Academie van Bouwkunst in 2012, Zutritt Verboten: een tijdscapsule voor Wenen is geïnspireerd op een zestal reusachtige nazi-bunkers in de Oostenrijkse hoofdstad. Deze absurd grote bunkers van zes meter dik beton en wel twintig meter hoogte zijn niet meer weg te krijgen. ‘Mijn uitkijktoren gaat precies één mensenleven mee.’ De locatie van de toren is bepaald door het overlappen van lagen uit de geschiedenis van de stad. Diverse militaire bouwwerken, van het Romeinse wegenstelsel tot de middeleeuwse burchtwallen en van de Habsburgse fortificaties tot de nazi-bunkers. Al deze gebouwen hebben elkaar beïnvloed.’ De vijftig meter hoge toren, die ook vijftig meter in de grond steekt, is opgebouwd uit ringen beton, gemaakt van de grond uit de diepe bodemlagen. Bezoekers staan in het verleden en kijken uit op het heden.
Schuldige landschappen
Deze bijna romantische zoektocht naar architectuur die er niet meer is ligt ook aan de basis van Schuldige Landschaften, een doorlopend onderzoek naar militair erfgoed in Nederland, Wenen en vooral Oost- Duitsland. ‘Daar vind je bunkers middenin woonwijken maar er zijn ook complete militaire zones die zijn verlaten. Dat was in de DDR-tijd een verboden zone. Daar staan ruïnes van gebouwen uit WO II, die later ook door de Russische bezettingsmacht zijn gebruikt. Maar tegenwoordig zijn ze in bezit genomen door de natuur, waarbij de bunkers eigenlijk een vanzelfsprekend soort rotsen in de het landschap zijn geworden. Ook de gebouwen zijn letterlijk in bezit genomen door struiken en onkruid. Meestal is het juist andersom en wordt de natuur overgenomen door de stad.’ Minder geheimzinnig maar zeker zo beladen zijn de puinhopen van Germania, de Arische droomstad van Albert Speer die nu niet meer zijn dan een glooiende heuvel in het landschap. ‘Als je het niet weet zie je het niet. Hooguit dat de bomen wat jonger zijn en er her en der wat losse steenhopen liggen. Als grafstenen die herinneren aan het verleden dat er ligt begraven.’ Voor Rijkenberg is deze documentatie van ‘de stille getuigen van de geschiedenis’ met foto’s ook een onderzoek naar hoe landschappen zich vormen en welke rol de mens daarin speelt. ‘Wat kunnen we en vooral wat willen we met deze herinneringen? Dat is een belangrijke vraag. Want ook de militaire gebouwen en landschappen zijn ooit bedacht en ontworpen door architecten. De bunkers zien er niet voor niets uit als een tank. Ze moeten ontzag inboezemen. Tegelijkertijd zijn in de Nieuwe Hollandse Waterlinie complete Engelse tuinen ontworpen rondom de forten. Naast aspecten als veiligheid en efficiëntie hebben de architecten dus ook rekening gehouden met esthetiek en symboliek.’ Al is de fascinatie voor schuldige landschappen ook gevoed door haar jeugd in Oostenrijk, een land waar het historische onderscheid tussen goed en slecht, tussen neutraal en politiek, niet altijd helder is. ‘Dat was al thuis zo. Mijn Nederlandse vader vertelde verhalen over de Amerikaanse bevrijders. Mijn moeder woonde vlak na de oorlog in de Russische sector in Oostenrijk waar werd geplunderd en verkracht. Wij hadden thuis ook een bunker in de kelder. Dat was tijdens de Koude Oorlog verplicht in Oostenrijk bij een nieuwbouwhuis.’
Forgotten spaces – Hidden places
De strikte registratie van de schuldige landschappen is door Rijkenberg vervolgens vertaald in vormstudies in Forgotten spaces – Hidden places, the photogrammetry of spatial memory. Een project dat werd ondersteund door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie in 2015. ‘Van architectonische details van bunkers en andere militaire gebouwen heb ik sterk vereenvoudigde maquettes gebouwd. Dan zie je bijvoorbeeld alleen een gestript trappenhuis of een balustrade. Die maquettes van foam heb ik grijs gespoten en vervolgens ook weer gefotografeerd. Het zijn neutrale vormstudies naar deze beladen architectuur. Ik heb dat onderzoek nodig om tot een ontwerp te kunnen komen.’ Fotografie is nu het medium dat ze gebruikt om haar onderzoek te presenteren. Maar uiteindelijk wil ze tijdelijke installaties in een landschap of stad plaatsen die reflecteren aan de specifieke geschiedenis van die plek. Bij voorkeur moeten dat plekken zijn waar iets toegelicht of zelfs bevochten moet worden. ‘Ik wil het historische bewustzijn van architecten vergroten en de gebruikers van deze plekken een diepere beleving bieden.’ Haar keuze voor tijdelijke interventies is om ruimte te creëren voor deze plekken om te veranderen. ‘Ik wil iets in gang zetten.’
Bewegend bankfiliaal
Een recente opdracht die niet meteen aansluit bij haar onderzoekende, historische architectuurpraktijk is een ontwerp voor ONS Bank, een financiële coöperatie waarbij mensen met schulden en hun schuldeisers in elkaar investeren. De deelnemers, veelal jongeren, volgen een sociaal traject waarbij ze financiële ondersteuning krijgen maar ook scholing krijgen en kunstprojecten uitvoeren om inzicht te krijgen in hun situatie. Als het traject met goed gevolg wordt afgelegd, worden ze uiteindelijk aandeelhouder van ONS bank.
Hoe zou een filiaal van deze menselijke bank eruit moeten zien, die vraag werd voorgelegd aan Rijkenberg en nog zes andere jonge architecten. ‘Ik kwam er al snel achter dat één bankgebouw niet de oplossing is. Jongeren met schuld vragen niet makkelijk hulp. Het is daarom beter naar ze toe te gaan, de wijken in. Dat kan met mobiele bussen maar ook met pop-up ruimtes, die door de jongeren zelf moeten worden ingericht. Of misschien wel op bestelling. We laten onze boodschappen thuisbezorgen, waarom dan niet financiële ondersteuning. Onderdeel van mijn bewegende bank is dat de deelnemers buurtwerk doen met bijvoorbeeld ouderen. Als het traject succesvol is doorlopen worden ze ambassadeur in hun wijk, waarmee ze hun trots op een schuldenvrij bestaan uitdragen en de drempel voor lotgenoten verlagen. In plaats van een gebouw heb ik een systeem ontworpen dat sociale verbanden in de stad versterkt.’
Questionnaire
Favoriet historisch gebouw? Gebouwen die ooit voor een ander gebruik bedoeld waren. Zij nodigen uit voor verbeelding, zoals het Tate Modern. Ik ga er iedere keer graag opnieuw erheen.
Favoriet hedendaags gebouw? Dat is geen gebouw maar het Highlinepark in New York.
Favoriet Nederlands gebouw? De Gashouder in de Westergasfabriek. Dit is een voorbeeld van een geweldige ruimte die ooit voor iets anders bedoeld was en nu voor zo veel mogelijkheden uitnodigt.
Favoriete architect? Gianni Pettena. Zijn werk en de onderzoeksmethode die hij door middel van voorstellingen en installaties in het landschap en openbare ruimte toont. Mijn favorieten zijn Icehouse I en II in Minnesota, VS.
Favoriete hedendaagse architect? Peter Zumthor. Hij is bevoorrecht. De mogelijkheid hebben om zo nauwkeurig architectuur te kunnen maken. De tijd mogen nemen om het beste uit iedere ruimte te halen.
Favoriete Nederlandse architect? Bas Princen, een fotograaf met architectuurachtergrond. Hij bouwt op een fascinerende wijze zijn beelden.
Wanneer niet in Nederland, vanuit welk land zou je dan willen werken? IJsland. Op dit eiland zou ik graag een tijd willen wonen, voornamelijk in de winter. Ik hou van het landschap zonder bomen, de kleuren en de sneeuw.
Wat zou je nooit ontwerpen? Een ziekenhuis.
Wat irriteert je het meest in het vak? Als het doel van een opdracht verloren raakt. Trendgevoelig zijn. Te weinig onderzoek ter plekke doen. En een ontwerp onder de waarde te verkopen.
Wat is je droomopdracht? Een openluchtzwembad in IJsland, een tijdelijke installatie in een bijzonder landschap of een historisch gevoelige plek. En een skateplein.
Belangrijkste inspiratiebron buiten architectuur? Fotografie, kunst en geschiedenis.
Meest waardevolle advies ooit? Volg je intuïtie.
Afgebeelde projecten
Forgotten spaces – Hidden places is gebaseerd op bestaande ruimtes zoals bunkers en andere militaire gebouwen, die gevoed zijn door het collectieve geheugen van verhalen en mythes. Ricky Rijkenberg ontleedt deze ruimtes en interpreteert ze opnieuw. Ze bouwt sterk vereenvoudigde maquettes in foam, spuit ze in grijs en fotografeert ze. Zo ontstaan pure ruimtes, ontdaan van hun verleden. Ze zijn abstract maar geven ze de toeschouwer de mogelijkheid voor interpretatie.
Zutritt Verboten: een tijdscapsule voor Wenen, het afstudeeronderzoek van Ricky Rijkenberg aan Academie van Bouwkunst Amsterdam 2012, is geïnspireerd op een zestal reusachtige nazi-bunkers in de Oostenrijkse hoofdstad. Eervolle vermelding Archiprix 2013.
Schuldige Landschappen bestaat voor een groot deel uit veldwerk in en rondom moderne ruïnes van voormalige militaire gebieden en het documenteren daarvan. Moderne ruïnes zijn niet statisch maar in constante vorm van transitie. Haar zoektocht naar het verleden en het proces van vergankelijkheid documenteert Rijkenberg in fotografie en cartografie. De surrealistische omgeving met haar verhalen brengt je dichter bij het verleden, zoals de muur, de heuvels op de puinhopen van de stad Germania of de Spitzbunkers in de bossen.
Lettres des Pays Bas (2016) in de Waterloozaal in Paleis Soestdijk, was een onderdeel van de groepstentoonstelling Bal! Het onderzoekt hoe geschreven conversaties, brieven, een manier zijn om het verleden te archiveren, interpreteren en conserveren. Hoe wordt een historisch verhaal gevormd en wat blijft diep verborgen. Een landschap bestaande uit 20.000 vellen papier, blanco maar ook met tekstfragmenten en gevouwen zoals het in de 19e eeuw gebruikelijk was, verandert de Waterloozaal in een tijdelijk surrealistisch beeld.
Bewegende Bank / ONSBank. Het uitgangspunt is niet de inrichting van een ruimte maar het zichtbaar maken van de ONSBank op allerlei plekken in de maatschappij en het opbouwen van een positieve identiteit van de jonge schuldenaars. Een heel arsenaal van knalrode vervoersmiddelen zorgt voor optimale flexibiliteit qua functies en locaties en het samenwerken met bedrijven en initiatieven. Zo ontstaat een gevarieerd ‘aanbod’ dat past bij alle fasen in het stappenplan van de ONSBank. Mobiele units die tijdelijk niet worden gebruikt kunnen ook commercieel worden verhuurd. Een voorstel dat flexibel, eenvoudig en optimistisch van toon is en uitgaat van de kracht van mensen zonder hen te stigmatiseren.
Ricky Rijkenberg woont en werkt in Amsterdam en behaalde haar master Architectuur aan de Academie van Bouwkunst in 2012. Voor haar afstudeerproject Zutritt Verboten: een tijdscapsule voor Wenen kreeg ze een eervolle vermelding bij de Archiprix. Zij werkte aan verschillende projecten in landschap en openbare ruimte voor Bureau B+B stedenbouw en landschapsarchitectuur. Sinds 2015 werkt zij zelfstandig in haar atelier aan nieuwe uitdagingen op het gebied tussen architectuur, beeldende kunst en fotografie.
Dit artikel is verschenen in ArchitectuurNL 01 2017
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.