Projectgegevens
Projectarchitecten | Abel P. de Vries en Gerard van Heel |
---|---|
Opdrachtgever | Sité Woondiensten Doetinchem |
Hoofdaannemer | Verkerk, Zevenaar |
Coördinerend stedenbouwkundige | Metropolis Architecten, Rotterdam |
Adviseur constructie | Bartels Ingenieurs Bouw & Infra, Elst |
Adviseur installaties | Willems Technisch Adviesbureau, Duiven |
Adviseur bouwmanagement | Draaijer & Partners, Bunnik |
Adviseur bouwkosten | van Aarle De Laat, Bilthoven |
Adviseur kleurtoepassing en materialisatie | Woonadviesbureau Nina Elshof, Doetinchem |
Start bouw | Februari 2006 |
Oplevering | Oktober 2006 |
Bruto vloeroppervlakte | 118 m² |
Bruto inhoud | 416 m³ |
Differentiatie | 16 huur- en 5 koopwoningen in 4 types |
Bouwsom | Bouwsom € 2.163.000 incl. installaties, excl. inrichting en BTW |
Leveranciers: | |
Prefab lariks gevels | Hendriksen Prefab, Ulft |
Gelamineerde lariks liggers en kolommen | HEKO, Ede |
Tekst | Jan Bol |
Foto's | Ton van Vliet |
Na jarenlang plannen maken ging in 2005 het zuidelijk deel van de wijk Oosseld in Doetinchem op de schop. De nieuwbouw moet voorzien in voldoende woningen in wat nog steeds heet ‘de sociale huursector’. In een mix met koopwoningen krijgt de wijk, tezamen met een hogere bebouwingsdichtheid, een heel ander karakter dan voorheen.
Tussen de baksteengevels valt het project van architecten Abel de Vries en Gerard van Heel sterk op, door de vormgeving en het gevelmateriaal. De woningen hebben een Scandinavische allure, vooral de lariks gevelbekleding is daar debet aan. Het ongeschaafde hout voor de gevels is behandeld met Olympic Stain, voor de conservering en ter voorkoming van ongelijkmatig vergrijzen.
De gevelbekleding is tot verdriet van de architecten niet verwerkt als blind vernagelde losse latten met halfhoutse overlappen, maar samengesteld tot rabatdelen, ten behoeve van een snellere en dus goedkopere uitvoering. Groeven in voor- en achterzijde van de rabatdelen zijn bedoeld om kromtrekken en scheurvorming te voorkomen. Dat lukte ten dele. Hier en daar ontstaat vooral in de kopgevels wisselwerking tussen de geveldelen. De geveldelen zijn in de kopgevels en in de noordgevels horizontaal gegroefd. In de zuidgevel zijn de delen verticaal gegroefd. De zuidgevels onderscheiden zich van de noordgevels door een nog ruimer dakoverstek, tot ruim drie meter buiten de gevel. Dit overstek beschermt de gevel en dient als passieve zonwering. Lichtstroken in het overstek brengen voldoende licht tot op de begane grond.
De flauw hellende dakvlakken, nog zo’n Scandinavisch trekje, rusten op een constructie van gelamineerde larikshouten spanten, die afsteunen op stalen kolommen in de noordgevel en het trappenhuis en op houten kolommen vóór de zuidgevel. Op die zuidkant levert dat een expressieve colonnade op, die de woningen ook rijziger doen lijken dan ze in feite zijn, want de woningen voldoen gewoon aan de maten van het Bouwbesluit. Voor de woningen aan de noordzijde van de straat is de kolommengevel de voorgevel. De woningen aan de zuidzijde hebben de colonnade aan de tuinzijde. Met eenzelfde geveltypologie ontstaan verschillende woningen.
De beukmaat van de woningen is zes meter hart op hart, verdeeld over twee stroken van ruim twee meter breed, met daartussen een strook van ruim 1,50 meter breed. De strookverdeling in de plattegrond tekent zich mooi af in de dakspanten die aan de zuidzijde goed zichtbaar zijn. In de tussenzone is het trappenhuis ondergebracht, waaromheen de vrij indeelbare woning zich laat groeperen. Met recht een trappenhuis, voorzien van steektrappen met een echt tussenbordes. Een groot dakraam boven de trap zorgt voor veel daglicht in het hart van de woning.