Projectgegevens
Projectarchitect | Maarten Laout |
---|---|
Projectteam | Marije Vaartjes, Rob Hazekamp, Gennaro Colonna, Dick van de Merwe |
Opdrachtgever | Ontwikkelings Combinatie Woonconcept Vastgoed / Thomasson Dura, Hengelo |
Adviseur constructie | Lucassen Bouwconstructies, Hengelo |
Hoofdaannemer | Bouwcombinatie van Dijk / Thomasson Dura vof |
Oplevering | Mei 2004 |
Oplevering | Oktober / November 2005 |
Bruto vloeroppervlak | 10.580 m2 |
Bruto inhoud | 32.430 m3 |
Programma | 20 koopappartementen en 36 huurappartementen |
Aanneemsom | € 4.804.000 incl. installaties, excl. inrichting en BTW |
Leverancier glazen galerijgevel | Alcondor, Hengelo |
Tekst | Iris Knapen |
Foto's | Henk Leijen |
Nog altijd is de spitse kerktoren het herkenningspunt voor Steenwijk, het gemoedelijke stadje op de grens van Friesland, Drenthe en Overijssel. Maar ook deze plaats breidt uit. Tussen het Steenwijkerdiep en het Dolderkanaal verrijst, vlakbij het centrum, een kleinschalige woonwijk met een grote verscheidenheid aan typologieën en stijlen. Eén project springt er uit: het appartementencomplex van Van den Berg.
De aaneenschakeling van drie appartementengebouwen langs het Dolderkanaal gaat een nadrukkelijke relatie aan met de omgeving en is eigentijds zonder uit de toon te vallen.
Het bestemmingsplan voorzag in een lint van appartementen. Het beeldkwaliteitsplan repte over drie losse gebouwen, met doorgangen vanuit de wijk om de relatie met het Dolderkanaal voelbaar te houden. Vanuit het oogpunt van veiligheid en beheer zag opdrachtgever en verhuurder Woonconcept liever geen openbare routes ontstaan dwars door haar gebouwen heen. De bouwhoogte was een gegeven.
Architect Maarten Laout kwam aan alle randvoorwaarden tegemoet door drie appartementengebouwen te ontwerpen die lineair zijn geschakeld door twee transparante trappenhuizen. Dit maakte tevens een logisch onderscheid mogelijk tussen het huur– en koopgedeelte (in de verhouding 1 : 2); deze kregen ieder een eigen trappenhuis en parkeergarage. Het onderscheid tussen koop en huur is verder zichtbaar in de balkons. Deze zijn bij de koopappartementen groter én tegengesteld aan die van de huurappartementen afgeschuind.
De appartementengebouwen onderscheiden zich helder van elkaar. Met drie tinten baksteen, gevoegd in dezelfde kleur, zijn drie egale en naar voren springende kaders gerealiseerd. De kaders maakten het mogelijk om op de eerste en vierde verdieping extra grote terrassen te realiseren. De gevel heeft hiermee een heldere geleding en bovendien plasticiteit gekregen, nog eens kracht bijgezet door de sterk naar de straat gerichte toegangszones en de afgeschuinde balkons. De halfverdiepte parkeergarage in de plint vormt de solide basis van het geheel.
De transparante trappenhuizen brengen niet alleen een daadwerkelijke – en overigens door vides ook zeer ruime – verbinding tot stand met de appartementen, maar creëren eveneens een duidelijke verbinding met de achterzijde. Hier zorgen grote glasgevels met lamellen voor een overgang naar het Dolderkanaal en de tegenoverliggende lage loodsen, zonder de schaal van de omgeving geweld aan te doen. De lamellen zorgen voor een fraaie verticale geleding en geven openheid, terwijl men toch beschut is tegen weer en wind. De kleuren van de gevelbeplating corresponderen met de kaders aan de voorzijde en brengen een lichte nuancering in het gevelbeeld. De trappenhuizen liggen er onopvallend tussen, zodat visueel een sterke eenheid ontstaat. De galerijen zijn bijzonder breed waardoor extra leefruimte is gecreëerd. Vides in de galerij garanderen hier voldoende lichttoetreding naar de slaapkamers.
Kenmerkend voor het totaalplan Steenwijkerdiep is – helaas zoals zo vaak in Nederland – de versnippering in vele kleine deelopdrachten. Deze versnippering lag al vanaf het begin besloten in het stedenbouwkundig plan. Maarten Laout gaf hierop een persoonlijk antwoord: in zijn appartementengebouwen gebruikte hij dezelfde kleuren baksteen als van de drie-onder-één-kap-woningen elders in het plan, in een poging om de eenheid in het totaalplan te vergroten.