Het terrein tussen de wijken Spangen en Oud-Mathenesse is één van de weinige stukjes niemandsland binnen de bebouwde kom van Rotterdam. Het met sportvelden, snippers park en losse gebouwtjes gevulde terrein wordt ruw doorsneden door een metrolijn, die vanuit het Marconiplein opstijgt tot een viaduct. De voormalige LTS hier zou gesloopt worden en vervangen door nieuwbouw voor het vmbo van het Melanchthon College. Een deel van het gebouw uit de jaren zestig bleef echter gespaard en is nu in gebruik als kantoor van Ector Hoogstad Architecten, dat ook de nieuwbouw van de school verzorgt.
Bij de Europese aanbesteding voor de nieuwbouw raakte architect Joost Ector bij een bezoek onder de indruk van de kwaliteiten en mogelijkheden van het sterk verwaarloosde gebouw. “Wij waren indertijd op zoek naar nieuwe huisvesting voor ons bureau en weinig gelukkig met het bestaande aanbod, veelal in bedrijfsverzamelgebouwen. Bij de voormalige aula zei ik grapsgewijs dat ik me die ruimte wel als kantoor kon voorstellen. Het gebouw was geknipt voor ons en precies wat ons voor ogen stond: een groot, open atelier. Het idee om een deel van de school te behouden werd het uitgangspunt voor onze visie op de nieuwbouw.
Gelukkig werd onze opzet uitgekozen en nu zijn we tevreden gebruikers van een bijzonder, gerenoveerd wederopbouwpand. De wat merkwaardige locatie nabij een achterstandswijk zijn we inmiddels ook gaan waarderen. Het is ongelooflijk om binnen Rotterdam zo’n wijds uitzicht te hebben. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt met de school over uitwisseling en het delen van voorzieningen. En we zitten ook nog vlakbij de metro en de snelweg.”
Behalve de voormalige aula op de eerste verdieping en de ruimtes voor leraren en administratie op de begane grond is ook nog een deel van de werkplaatsenhal bewaard gebleven en opgenomen in de nieuwbouw. Vanwege de stabiliteit is een bestaand trappenhuis gehandhaafd. Ook een betonnen sculptuur van Rudi Rooijackers is blijven staan.
Nieuwbouw Melanchthon College
Ector: “Deze school is in de jaren zestig gebouwd naar ontwerp van de samenwerkende architecten Kammer, Hendriks en Fledderus. Er zijn een stuk of zes vergelijkbare scholen verspreid over Rotterdam gebouwd. Elke school is op dezelfde wijze opgebouwd en bestaat uit een lokalenblok, een werkplaats, een gymzaal en een deel met aula en administratie. Alles is op een module van 4,10 meter gebaseerd en zoveel mogelijk prefab gebouwd. Kenmerkend zijn de houten gordijngevels, de aluminium golfplaat als gevelbekleding en de piramidevormige glazen daklichten in aula en werkplaats.”
Het gebouw was niet alleen grotendeels versleten, maar voldeed ook niet meer aan de huidige eisen voor het onderwijs. Omdat het als technische school is opgezet, zijn er te veel techniekruimtes en te weinig praktijkruimtes voor het huidige vmbo-onderwijs. Ook bood het gebouw te weinig ruimte voor sociale interactie. In de nieuwbouw voor het Melanchthon College zijn de afgesloten, maar van glazen binnengevels voorziene theorielokalen gecombineerd met een open leeromgeving waarin met allerlei vrolijke materialen beklede blobachtige elementen verschillende praktijksituaties simuleren. Ook is het de bedoeling dat er meer interactie met de wijk is. Door de gevels zijn de schoolactiviteiten zichtbaar en naast de entree is er een oefenrestaurant. Enigszins verscholen aan de achterzijde ligt een complete sporthal, die met zakwanden in drie kleinere gymzalen is te verdelen.
Renovatie aula en directievleugel
De gerenoveerde aula/directievleugel van de school is aangekocht door een aparte beheermaatschappij, die eigendom is van Joost Ector en zijn compagnon Max Pape. Deze verhuurt het gebouw aan Ector Hoogstad. Joost Ector: “We zijn dus zowel belegger, ontwikkelaar, huurder als ontwerper. Als huurder ben ik heel tevreden, want we hebben hier twee keer zoveel ruimte voor de prijs die ik in het centrum moet betalen. En de grote, hoge ruimte met daklichten is optimaal voor onze manier van werken. De communicatie verloopt spontaan, wat de samenwerking binnen en tussen projectteams gemakkelijker maakt.”
Op de begane grond is de oorspronkelijke indeling ingrijpend gewijzigd. In de middenzone zijn de bestaande betonnen kolommen vrij in de ruimte komen te staan. Er is een vrijwel symmetrische opzet gecreëerd, met twee vergaderzalen, twee spreekkamers, ruimtes voor de administratie en een lunchruimte. Aan de uiteinden van de middenzone zijn twee nieuwe trappenhuizen aangelegd ter vervanging van het trappenhuis in de oudbouw. Twee stalen vluchttrappen aan de buitenkant konden worden gesloopt. Op het terrein zijn verder eigen parkeerplaatsen, een fietsenstalling en een tuin.
De voormalige aula op de eerste verdieping is voorzien van een verhoogd plateau waaronder de databekabeling en de luchtbehandelingkanalen zijn aangebracht. Bij de gevels zijn de gelamineerde houten stijlen ingekort en voorzien van een nieuw aluminium vliesgevelsysteem. De karakteristieke piramidevormige daklichten zijn opgeknapt. De slechtste zijn vervangen door betere exemplaren die uit het gesloopte deel van de werkplaatsen afkomstig zijn. Ook hier overheerst de symmetrische opzet.
Hergebruik met vrije hand
Het nieuwe kantoorgebouw is een geslaagd voorbeeld van hergebruik van een bestaand gebouw. Omdat het geen topmonument betreft, maar een degelijk, goed ontworpen en karakteristiek gebouw kon er vrij omgesprongen worden met de bestaande situatie. Terwijl Monumentenzorg zich – terecht – sterk maakt voor het behoud en de restauratie van de belangrijkste gebouwen uit de wederopbouwperiode, blijken juist dit soort gebouwen bruikbaar voor hergebruik na renovatie. En door de bijzondere maatvoering en karakteristieke details geven zij een meerwaarde die bij nieuwbouw nauwelijks meer te realiseren is.