Bastionder ’s-Hertogenbosch

Bastionder ’s-Hertogenbosch

Project
Door: Redactie ArchitectuurNL | 10-12-2009

Projectgegevens

ArchitectenMarlène van Gessel en Marc van Roosmalen
Bouwkundige uitwerkingi.s.m. De Twee Snoeken, ’s-Hertogenbosch
OpdrachtgeverGemeente ’s-Hertogenbosch, Kerngroep Vestingwerken
Hoofdaannemer De Bonth van Hulten, Nieuwkuijk
Landschapsarchitect OSLO, Berlicum (Martien van Osch)
Lichtontwerp Peter van Kempen, ’s-Hertogenbosch
Adviseur constructie Van der Laar, Eindhoven
Adviseur installaties, bouwfysica, akoestiekNelissen, Eindhoven
Adviseur bouwmanagementIngenieursbureau gemeente ’s-Hertogenbosch
Bruto vloeroppervlakte303 m2
Bruto inhoud1827 m3
Bouwkosten € 1.500.000
Totale stichtingskosten€ 2.000.000 incl. installaties (€250.000), excl. inrichting en BTW
Start bouwOktober 2007
OpleveringApril 2009
Leveranciers:
Glas Van Noordenne, Hardinxveld-Giessendam
TekstPeter Visser
GrasdakSchadenberg, Hem
Foto'sGer van der Vlugt / DAPh
StaalwerkBoelen Metaalbewerking, Nieuwkuijk

De vestingwerken van ’s-Hertogenbosch hebben door de eeuwen heen diverse ontwikkelingen doorgemaakt. Om deze zichtbaar te maken is er nu het Bastionder, een grotendeels ondergronds informatiepaviljoen op het Bastion Oranje. Het bovengrondse deel mocht het prachtige parkje niet verstoren en dat is, in samenwerking met de landschapsarchitect, wonderwel gelukt.

De oplossing is even simpel als slim: uit het grasveld is een driehoek gehaald en aan de stadszijde zijn twee punten licht verhoogd, aan de buitenzijde is de derde punt flink verhoogd. De straatzijde bestaat uit een wand van cortenstaal, een materiaal dat veel in het park toegepast is. De andere twee zijden bestaan geheel uit glas en door dit niet verticaal te plaatsen maar schuin kijk je nu als het ware door het gebouw heen, alsof het er eigenlijk niet is.

Het enige van buitenaf zichtbare onderdeel van het paviljoen is het dak en door dat in het midden dikker te maken en naar de randen toe dunner heeft het een minimale impact op het park. Het dak rust op dunne, onopvallende stalen kolommetjes. Omdat de aanzet van het grasdak aan de straatzijde voldoende verhoogd is om te voorkomen dat mensen er per ongeluk op zouden lopen en er dan af zouden kunnen vallen hoeft er geen hek op het dak geplaatst te worden.

Trap vanaf de Dommel
Het gebouw is niet vrij toegankelijk, een bezoek maakt onderdeel uit van een stadswandeling of een vaartocht over de Dommel. Voor de varende bezoekers heeft de architect een bijzondere trap ontworpen vanaf waterniveau naar het vier meter hoger gelegen bastion.
Opvallend is de plaatsing van één trapleuning in het midden in plaats van twee leuningen aan de zijkanten, je zou er zo af kunnen vallen. Maar de trap is breed en, zegt architect Van Roosmalen; ‘Als je de leuning vasthoudt is het onmogelijk om er af te vallen’. Via een route door het park komen bezoekers dan bij het paviljoen uit.

In de oostelijke zijgevel is de ingang te vinden, waarachter een brede trap naar beneden voert. De wand waarlangs de trap voert is schuin, om het wortelgestel van de naastgelegen majestueuze zomerlinde zoveel mogelijk te ontzien.

Historie inspiratiebron voor interieur
Het interieur is uitgevoerd in okerkleurig beton en door zeer ruwe planken voor de bekisting te gebruiken lijkt het bedrieglijk veel op hout. Het is een knipoog naar het verleden, naar de tunnels van de sappeurs. Het plafond is bespoten met akoestisch materiaal dat eruit ziet als de onderkant van een graszode.

Achter een schuine wand zijn een pantry en toiletten te vinden, voor de rest is het interieur sober gehouden, alle aandacht moet tenslotte uitgaan naar het historische materiaal, het gerestaureerde kanon Boze Griet en een deel van de opgegraven vestingwerken.
Te zien zijn de vestingmuur uit de eerste helft van de 14de eeuw, een rondeel uit het einde van diezelfde eeuw en de aanzet van het bastion uit 1634. In het rondeel, een verzwaarde en verlaagde hoektoren waarop een kanon kon staan, is een bestaande bres iets opgerekt waardoor bezoekers bukkend naar binnen kunnen. Binnen staan twee ladders van waaraf zich, via de glazen gevels, het vrije schootsveld, het Bossche Broek ontvouwt.

Het rondeel had drie schietgaten, maar die zijn bij de verhoging van het maaiveld met vier meter dicht gemetseld. Een is er weer open gemaakt, de andere twee blijven dicht. Die verhoging van het maaiveld was noodzakelijk omdat door de snelle ontwikkeling van het kanon, een vestingmuur alleen niet meer voldoende bleek, de kanonskogels vlogen er gewoon doorheen.
Meest curieuze detail binnen het rondeel is een opgewigde boomstronk die schijnbaar het dak draagt, maar niets is minder waar, binnenin zit gewoon een stalen kolom. Maar afgezien van dit grapje is bij het ontwerpen de historie de grootste inspiratiebron geweest.

Totaalaanpak vestingwerken
Het Bastionder maakt deel uit van de totale aanpak en restauratie van de zes kilometer vestingmuur die de stad rijk is, waarmee architecten Van Roosmalen en Van Gessel in nauwe wisselwerking met het Planteam Vestingwerken al heel wat jaren bezig zijn. De bouw van het Bastionder bedroeg slechts anderhalf jaar. Het kanon is vlak voor het glas in de gevel ging in delen naar binnen gehesen.
Het paviljoen is een haast onzichtbaar, landschappelijk gebouw geworden, onderdeel van het park dat Bastion Oranje is. Een aanwinst voor de stad, dat geven zelfs de grootste sceptici van weleer nu ruiterlijk toe.

In ArchitectuurNL #06 2009 staan op p. 48 schetsen van dit project. Vraag hier een proefnummer aan

     

Gerelateerd

Tags:

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.