Clubgebouw FC Hoensbroek

In tegenstelling tot de meeste zelfbouwende amateurclubs, besloot voetbalvereniging Hoensbroek na de verhuizing een architect in handen te nemen voor de bouw van het nieuwe clubhuis. Het jonge architectenduo Erik Moederscheim en Ruud Moonen ontwierp een fraai en functioneel clubgebouw met de representatieve functies iets boven maaiveld en de kleed- en doucheruimten in het souterrain.

De voetbalvereniging Hoensbroek moest verhuizen, opdat het terrein van deze amateurclub met 500 leden vrij kwam voor woningbouw. Ongeveer 500 meter van de oude locatie is een nieuw complex aangelegd. Nadat de drie kunstgrasvelden op het beschikbare terrein waren ingepast restte nog maar weinig ruimte voor een nieuw clubhuis. Een plek tussen de twee eerst aangelegde velden was eigenlijk de enige mogelijkheid. Meestal worden dergelijke gebouwtjes verzorgd door een lid dat timmerman of aannemer is. De VV Hoensbroek gaf Erik Moederscheim en Ruud Moonen de kans. De samenwerking met een ervaren adviesbureau was voldoende garantie voor een goed resultaat voor de opdrachtgever.

Programma in twee lagen
Het programma voor het clubgebouw bestaat uit een representatief gedeelte met de kantine, keuken, toiletgroep en bestuurskamer en een niet-representatief gedeelte met kleedkamers, douches en materiaalopslag. Het was niet goed mogelijk alles in één laag te organiseren. De archetypische oplossing met de kantine op de eerste verdieping boven een blok kleedruimtes werd door de architecten verworpen. Er zou dan een veel te grote afstand tussen toeschouwers en het veld ontstaan. Vanwege de inbraakgevoeligheid was het ook niet wenselijk alle kleedkamers direct te ontsluiten. In de gekozen oplossing ligt het representatieve gedeelte 60 centimeter boven het maaiveld en liggen de kleedkamers ingegraven. Het kantinegedeelte is aan twee zijden voorzien van bordessen en terrassen. Door de gekozen hoogte van 60 centimeter zijn er geen balustrades vereist en fungeren de bordessen en terrassen als informele zitjes.

Heldere hoofdopzet
Het gebouw is een rechthoekig volume van ongeveer 13,5 bij 30 meter, dat van enkele insnedes is voorzien en van grote glasvlakken. De kantine heeft een hogere uitsnede. Het gebouw heeft met de bijna T-vormige zijgevels een herkenbare vorm. De clubnaam is groot aangebracht in het glasvlak richting entree.
De kantine moet zowel bij feesten als bij normaal gebruik op wedstrijddagen en tijdens trainingen kunnen functioneren. Voor de verschillende gelegenheden is de ruimte op diverse manieren te gebruiken. Een afgesloten toiletblok verdeelt de ruimte in twee ongelijke delen: de eigenlijke kantine en een kleine voorruimte nabij de bestuurskamer. Bij trainingen is de kantine vaak gesloten en is alleen de voorruimte met een koffie- en snoepautomaat beschikbaar. Via schuifdeuren is de hele begane grond tot één ruimte samen te voegen. In de hoofdopzet van de plattegrond is de hoekverdraaiing van de twee velden doorgezet.
Het souterrain is eenvoudig van opzet. Het kleedkamergedeelte is sober en functioneel afgewerkt. Aan een middengang liggen aan weerszijden de kleedruimtes. Vanuit het materiaalhok aan het eind van de gang heeft de terreinknecht overzicht over de gang in verband met de veiligheid. Via een buitentrap zijn de velden bereikbaar.

Constructie en gevels
Het gebouw heeft een staalconstructie ingevuld met baksteen en glas. De genuanceerde donkerbruine baksteen is zo strak mogelijk toegepast, zonder rollagen. Een stalen hoekprofiel fungeert als latei. De glasvlakken liggen in hetzelfde vlak als het metselwerk. Via een kliklijst zijn de grote glasvlakken kozijnloos gemonteerd. Het 4 centimeter dikke glas biedt voldoende garantie tegen vandalisme en een verdwaalde bal. De vierkante stalen kolommen van de draagconstructie staan achter de glaswand.

Interieurafwerking
Het representatieve gedeelte heeft een hoog afwerkniveau met stucwerk muren en een antracietkleurige gladde betonvloer. Een vierkant vlak in het plafond van de kantine reguleert de akoestiek. Het idee om de huiselijke sfeer van de oude kantine te behouden door als contrast met de esthetisch verantwoorde nieuwbouw het oude meubilair te gebruiken vond (gelukkig) geen weerklank.
Met uitzondering van de prijzenkast en een muurschildering zijn verdere uitbundige verwijzingen naar voetbal en bijvoorbeeld de clubkleuren achterwege gelaten bij zowel het interieur als het exterieur. De altijd felgroene kunstgrasvelden zorgen voor genoeg kleur en de clubkleur blauw werd als te koel en zakelijk gezien. Alleen de nieuwe stoelen zijn blauw.

Gerelateerd

• Vissershop Zaanstad
• Nieuwe Kerk Zierikzee
• Doctorshof, Haarlem
• Energieneutrale terminal Schiphol
• School in Cereol
• Broedplaatsen de buurt in