Ik was geen fan van Herman Hertzberger, maar toen er een Diagoon te koop stond, was ik wel nieuwsgierig. De ruimtewerking en diagonale zichtlijnen zijn zo geweldig, ik wist meteen: hier wil ik wonen!’ Architect Robert von der Nahmer is de kersverse bewoner van een van de Diagoonwoningen, ontworpen door Hertzberger. De aankoop was snel een feit en een grondige renovatie bleek noodzakelijk want ‘de bouwkwaliteit is werkelijk belabberd.’
Robert von der Nahmer is architect en werkt op de Rotterdamse Academie van Bouwkunst. Sinds augustus woont hij aan de Gebbenlaan in Delft, in een zogenaamde Diagoonwoning, waarvan er in 1970-71 acht gebouwd zijn naar ontwerp van Herman Hertzberger. Wat maakt zijn woning zo bijzonder? Met de Diagoonwoning brak architect Herman Hertzberger met de traditionele gezinswoning. Hij bouwde een karkas met splitlevels rond een vide en twee vaste kernen en liet het aan de bewoners zelf over om de structuur in te vullen, om functies en ruimtes in te delen passend bij hun individuele leefpatronen. Alle leefruimten staan in open verbinding met elkaar en diagonale zichtlijnen zorgen voor een grote ruimtelijkheid. ‘Doordat er hoge en lage, lichte en donkere ruimten zijn kun je voor elke activiteit een passende plek kiezen. En door die openheid en de splitlevels gebruik ik – anders dan bij een doorsnee woning – alle ruimten intensief, voor elk moment op de dag heb ik een andere favoriete plek, en toch blijf ik in dezelfde ruimte.
Diagonale zichtlijnen
Om de zichtlijnen en openheid te versterken heeft Von der Nahmer een tussenwand tussen de vide en de werkplek weggehaald. Vanuit de werkhoek kijk je diagonaal naar de zithoek beneden en de slaapkamer boven (foto 1). Verder heeft hij al het houtwerk laten vernieuwen van de vensters, balustrades, trappen en kasten. ‘Oorspronkelijk was alles gemaakt van onafgewerkt spaanplaat dat zwart was geverfd. In voor- en achtergevel zijn per verdieping van vloer tot plafond kozijnen aangebracht met een indeling in drie lagen vensters. Per laag kunnen vlakken gevuld worden met glas, draaiende delen of panelen, ook hier laat Hertzberger de keuze aan de bewoner.’ (foto 2)
Keuzevrijheid bewoners
Dat doet hij ook bij de buitenruimte, voor de entreegevels (foto 3) is een doorgaande ruimte die de bewoners van de huizen gemeenschappelijk kunnen gebruiken en inrichten. Inmiddels is die ruimte met heggen opgedeeld, waardoor het door Herztberger bedoelde collectieve gebruik helaas teniet is gedaan. Tussen de twee blokjes huizen was oorspronkelijk een openbare passerelle, die later bij twee van de woningen is gevoegd.’ De overgang van straat naar woning, van publiek naar privé is geleidelijk: voor de entree is een half overdekt terras en ernaast een open carport. ‘Die carports zijn nu bij alle woningen dichtgezet. Ik ben de enige bewoner die de ruimte nog als garage gebruikt, de garagedeur heeft de vorige bewoner erin gezet. In de andere Diagonen is de carport bij de woning getrokken. Als privé buitenruimte heeft de woning een tuin, twee dakterrassen en een balkon boven de entree. De woonruimte aan de tuin ligt een halve verdieping verhoogd, ‘Het is een soort bel-etage, erg prettig, ik heb meer uitzicht en minder inkijk, mensen kijken doorgaans niet omhoog op straat.(foto 4). Dat spel met geslotenheid en openheid – wel veel vensters, ook in het dak, maar weinig inkijk door verhoogde woonverdiepingen – is een veel gebruikt thema binnen de Forum-groep waarvan Hertzberger destijds actief lid was. Ook het sociale aspect en de keuzevrijheid voor de bewoners om hun woning geheel naar eigen wens in te delen en op diverse niveaus uit te breiden, zijn typerend voor Forum en het structuralisme.
Ruimtelijk een genot, technisch belabberd
Toch waren het geen woningen voor de gewone man: ‘Stichting Experimentele Woningbouw, die het project liet bouwen, bood de woningen aan voor ca. 115.000 gulden , in 1971 deed een gemiddelde nieuwbouwwoning 70 à 80.000 gulden. Het zijn ook wel ruime woningen met een vloeroppervlak van 150 m2.’ Zover hem bekend zijn de diagoonwoningen het enige project dat de SEW in haar 10-jarig bestaan heeft gerealiseerd. Ruimtelijk is de woning een genot maar de bouwkwaliteit is belabberd. ‘Dat was in die jaren doorgaans zo, maar deze huizen zijn wel een dieptepunt. De houten onderdelen heb ik kunnen vervangen, maar ik kan bijvoorbeeld geen spouwisolatie toepassen omdat de spouw vol cementbaarden en dus koudebruggen zit. En ik wil de B2-betonblokken graag in het zicht houden.’
Gevolg is wel dat het huis slecht geïsoleerd is. Dit in combinatie met de openheid en de vide met glazen dak resulteert erin dat de woning slechts met veel energie te verwarmen is. ‘Voordat er dubbel glas in de videkap zat, was er bij koud weer zoveel condens, dat het in de vide regende. Mij is zelfs verteld dat bewoners vroeger een zeil onder het glasdak hingen waarin het water werd opgevangen.’
Glazen accubak in gevel
Recht onder het glasdak heeft Von der Nahmer een tafel geplaatst (6), vlakbij de keuken. De open haard tussen keuken en zithoek heeft nooit gefunctioneerd, want het rookkanaal is te klein. Aardige details zijn de zwarte houten open kasten boven de haard en de doorgang naar de keuken, in de keuken, rond de vide (1 en 7) en onder de traptreden. Ook bijzonder is het ontbreken van lichtpunten in de plafonds, ‘dat vond Hertzberger te dwingend’. In plaats daarvan zijn er in elke betonbalk aan een zijde een stopcontact en aan de andere zijde een gat voor een snoer. Er zijn weinig deuren in het huis, tussen de trappen naar niveau 0 en 1 zit een houten schuifdeur, in de buitengevel erachter biedt een glazen accubak zicht op de voordeur (6). ‘Visueel mooi, maar wel een enorme koudebrug!’ Dankzij de B2-blokken is de akoestiek uitstekend ondanks de continue ruimte.
Uitbreidingsmogelijkheden
Vanuit de werkhoek aan de voorzijde van het huis (5) kun je het balkon betreden, waar in de betonconstructie een bankje is gemaakt (3). ‘Dit is ook zo’n plek waar Hertzberger de bewoner een eenvoudige uitbreidingsmogelijkheid biedt, door het balkon te vergroten ontstaat bij de entree eronder een groter overdekt gebied, dat desgewenst ook bij de woning getrokken kan worden. Ook het terras aan de achterzijde is door diverse buren aan de keuken toegevoegd. Zelfs op het dak zou je nog een kamer kunnen toevoegen.’ Op dakniveau is een torenkamer, bereikbaar via een ladder in de muur (8). Via die ladder en een metalen ophaalbrug in de originele paarse kleur bereikt men het dakterras, ‘een avontuurlijke oplossing die vooral kinderen erg leuk vinden.’ Volgend jaar pakt Von der Nahmer de buitenruimte aan. Het ruimtelijke woongenot weegt ruimschoots op tegen de manco’s van het huis. ‘Ik wil hier nooit meer weg!’
Tekst: Jacqueline Knudsen
Fotografie: Ossip van Duivenbode (interieur) Jacqueline Knudsen (exterieur).
Dit artikel werd gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 8 van 2015