Projectgegevens
Architect | Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur i.s.m Aad Krom |
---|---|
Opdrachtgever | ASR Vastgoed Landelijk, Utrecht |
Hoofdaannemer | Bouwbedrijf Zweers & Zn, Ane/Hardenberg |
Constructeur | Ingenieursbureau Rijnders, Paulowna |
Oplevering | Juli 2009 |
Bruto vloeroppervlakte | 180 m2 + kelder |
Bruto inhoud | 700 m3 |
Totale stichtingskosten | € 370.000 excl. BTW (casco) |
Tekst | Mascha van Damme |
Foto's | Lard Buurman |
Landgoed de Groote Scheere is hoognodig aan onderhoud toe en aan een economische impuls om dit te kunnen financieren. Ontwerpbureau B+B heeft een opvallende visie ontwikkeld voor de inpassing van nieuwe woningen op het landgoed. De locaties zijn gebaseerd op overgangen in het omringende landschap, de architectuur is afgestemd op de streekeigen agrarische bebouwing. De visie wordt nu aan de praktijk onderworpen. De eerste woning staat.
Landgoed de Groote Scheere ligt tegen de noordelijke grens van de Overijsselse gemeente Hardenberg, op luttele kilometers afstand van de Drentse vestingstad Coevorden. De kern van het landgoed vormt het huis De Grote Scheer aan de Coevordense of Kleine Vecht. Dit huis werd al in 1426 vermeld als havezate, een middeleeuws verdedigbaar huis omgeven door een gracht, waaraan de adellijke bezitters hun bestuurlijke macht ontleenden. Zij hadden namelijk het recht om zitting te nemen in de ridderschap van Overijssel. De havezate werd in 1791 afgebroken en jaren later vervangen door een nieuw landhuis.
Het bijbehorende, 800 hectare grote landgoed sterkt zich uit over de oude Holthoner Es. Aan het landgoed waren van oudsher twaalf pachtboerderijen verbonden, waardoor het middeleeuwse veenmoeras in de loop der tijd veranderde in een gevarieerd, kleinschalig cultuurlandschap met houtwallen, loofbossen, weilanden en akkers. De historische boerderijen staan aan de rand van de bolvormige es. Eromheen liggen de lagere beekdalen van de Vecht en het veen- en heideontginningsgebied.
Woningbouw financiert natuurbeheer
Net als zo veel landgoederen in Nederland kampt de Groote Scheere met een gebrek aan economische middelen om het landgoed te kunnen onderhouden en is het gedwongen nieuwe bestaansmiddelen aan te boren. De bospercelen kosten tegenwoordig meer dan ze opbrengen en ook de landbouw staat onder druk. Een aantal boerderijen is tegenwoordig alleen nog in gebruik als woning. Met de rood voor groenregeling in het achterhoofd werd ontwerpbureau B+B in 2003 door eigenaar ASR (voorheen Fortis Vastgoed) gevraagd een plan te maken voor de landschappelijke inpassing van de economisch benodigde 9 + 1 woningen (rood) om de natuurwaarden te kunnen herstellen en verbeteren (groen).
Opzettelijk is niet gekozen voor compacte bebouwing op de minst zichtbare plek, waarmee de schade aan het landschap tot een minimum wordt beperkt, maar zijn de mooiste woonplekken uitgekozen. De opdracht vroeg om meer dan een eenduidige architectonische uitstraling om de relatie tussen de woningen onderling en de samenhang van het landgoed als eenheid te verduidelijken. B+B heeft eerst is in kaart gebracht waar beslist niet gebouwd mocht worden en vervolgens alle locaties bepaald, die door zichtlijnen met elkaar verbonden konden worden. Niet geheel toevallig bleken deze te liggen op overgangsgebieden in het landschap. Vanaf verschillende standpunten op de belangrijkste routes door en rond het gebied hebben bezoekers straks steeds een of twee woningen in het vizier.
Nieuwe woningtypologie
Zoals de historische pachtboerderijen te herkennen aan de kleuren van hun luiken, zijn de nieuwe woningen architectonisch familie van elkaar. De karakteristieke en streekeigen boerderijen en bijgebouwen zijn als uitgangspunt genomen voor de nieuwe woontypologieën. B+B heeft grote schuurachtige casco’s ontworpen, die in inhoud variëren van 375 tot 1000 m3, met een vormverhouding van de klassieke hallenboerderij, waarvan het dak zich als 3:1 verhoudt tot de gevel. Het materiaalgebruik is geïnspireerd op de gebouwen in de omgeving: de schuren zijn vaak opgetrokken met zwarte, gepotsdekselde houten delen en de daken van de bakstenen boerderijen in de omgeving zijn deels met pannen en deels met riet gedekt.
Het standaardtype is per plek schetsmatig uitgewerkt. De woningen reageren direct op hun omgeving en accentueren als het ware de verschillen in het landschap, zodat de overgang tussen hoog en laag, nat en droog of de begroeiing in de vorm zichtbaar wordt. Dit levert bijvoorbeeld een rietwoning, een eswoning en een beekwoning op. De beekwoning staat tussen twee boscomplexen in en wordt gesplitst door de beek. Het dak van het hoofddeel gaat over in het terras, dat een brug over de beek vormt en weer overgaat in het dak aan de zijde van het water. Om het uitgestrekte landschap niet verder te onderbreken dan nodig is, en omdat de grond waarop de woningen worden gebouwd, net als bij de pachtboerderijen, in bezit blijft van de landgoedeigenaar, mogen de tuinen niet worden afgebakend.
Pilotwoning bij entree landgoed
Met medewerking van de provincie Overijssel, de gemeente Hardenberg en het Waterschap Velt en Vecht is de eerste woning uitgewerkt, de pilot voor de negen andere nieuw te bouwen woningen, een aantal dat inmiddels noodgedwongen moest worden uitgebreid naar twaalf om ook de waterberging in het gebied te kunnen realiseren. De pilotwoning werd in juni 2009 opgeleverd. Samen met de tegenoverliggende boerderij De Eindhoeve markeert het de toegang tot het landgoed vanaf het oude lintdorp Anerveen. Het zwart houten Entreehuis heeft een strak silhouet en de uitstraling van een schuur. De gevels bestaan uit afwisselend horizontaal en verticaal geplaatste kierende plankdelen, die voor een bijzondere lichtinval zorgen en de donker ogende woning binnen verrassend licht maken.
Oorspronkelijk hebben rietengedekte daken een overstek, maar om het strakke silhouet van de nieuwe woonschuur te benadrukken is de rietdekking verzonken in het dakvlak. In de lage zijgevels zijn smalle, horizontale vensters aangebracht, in de kopse gevels grote staande openingen, die refereren aan staldeuren en hooiluiken. Deze zijn voorzien van opklapbare luiken, die in opgeklapte stand als zonnescherm fungeren. Aan de constructie van de zware luiken kwam een machinebouwer te pas. De houten gevels zijn doorgetrokken tot een terras, de privé-buitenruimte, en een halfopen kapschuur.
De woning is opgeleverd als een flexibel casco met één grote ruimte. Van hieruit leidt een steile trap naar een hooizolderachtige verdieping, die midden in de open ruimte hangt. Smalle, horizontale zoldervensters bieden van hieraf vrij uitzicht op het omringende landgoed. Onder het hele huis is een vrij indeelbare kelder aangebracht.
Toekomst
Over een aantal maanden wordt het nieuwe bestemmingplan vastgesteld, dat de contouren van het landgoed volgt en een dubbele bestemming heeft. Dan kan het resterende ‘rood’ en het bijbehorende ‘groen’ worden gerealiseerd. In de visie van B+B kunnen bezoekers in de toekomst aan de hand van een bewegwijzerde wandelroute langs de woningen het landschap ontdekken. Als de pilotwoning wordt verkocht en de andere woningen worden gebouwd, zal blijken of het concept werkt om dure woningen zonder eigen tuin te realiseren op een bestaand landgoed. Daarmee heeft dit project een grote voorbeeldfunctie en wordt het tegelijkertijd met argusogen bekeken.